In de school leerden we één
of meer jaren geleden, dat
tijd een abstract begrip is.
Ziehier: het gebruiken van
moeilijke woorden hebben we niet
van de bush-bush-mannekes ge
leerd. De kiem van dit euvel is in de
school gelegd. Daar werd door de
leraar eerst het woord 'abstract' ge
bruikt, waarna hij uitlegde, dat 'ab
stract' betekende: onstoffelijk of on
voelbaar.
O zo, de tijd is dus niet stoffelijk en
niet voelbaar. Maar het is toch ook
een soort loper, die overal op, tus
sen en in past.
Zou het daarmee komen, dat men
dikwijls - ook op de Rabobanken -
het bewuste woord de gehelen dag
door gebruikt, te pas en te onpas?
Bijvoorbeeld de medewerkster van
afdeling Algemene Zaken, die
vraagt of haar chef even tijd voor
haar heeft. Want ze is al een helen
tijd getrouwd en is nu al een paar
keer over tijd geweest. Dus vond zij,
dat het tijd werd, dat ze minimaal
haar afdelingshoofd de heuglijke tij
ding van haar aanstaande moeder
schap meedeelde. Kijk, dan had de
bank ten minste tijd zat om naar 'n
andere typiste uit te zien.
Doch de chef, mijnheer Vinnigenlo-
pers, heeft nu geen tijd om te luiste
ren naar zijn medewerkster. Mijn
heer Vinnigenlopers heeft trouwens
nooit ergens tijd voor. 's Morgens
begint de strijd tegen het tijdmecha-
nisme steevast met over tijd zijn.
Niet in dezelfde betekenis als zijn
medewerkster. Niet in maanden uit
gedrukt dus, dit over tijd zijn, maar
in minuten. Meestal 25 welgeteld.
Een tijd geleden heeft de directeur,
zijn grote baas, hem hiervoor al eens
uitgebukkemd.
En nu wil mijnheer Vinnigenlopers
nog voor de middag zijn directeur
spreken. Niet over dat uitbukkemen,
want de tijd heelt immers alle won
den. Dus zeker dergelijke schaaf-
wondjes. Nee, hij wil met de baas
een tijdlijn afspreken waarbinnen
'mutaties in personeelsbestanden
en salariële systemen' dienen te zijn
verwerkt op deze bank. Hè, hè. Hij
kijkt op zijn horloge. Zo'n nieuw
modisch science-fictionkreng, dat
de tijd niet anders schijnt te kunnen
aangeven als in hoekige cijfers.
Maar o wee, het batterijke heeft zijn
beste tijd gehad, want het rotding
staat zowat stil. Dan maar iemand
van de collega's gevraagd, wat de
juiste tijd is. Ook die kijkt op zijn me
talen staaltje Japans vernuft en geeft
op: 'Tien achttien veertig.' (Hoe an
ders klonk in de tijd van de gewone
wijzerplaten: 'Een minuut of twaalf
voor half elf).
Dan nu maar geen tijd meer verbrast
en efkes naar d'n baas. Maar diejen
grote baas, die heeft het in tijden
niet zo druk gehad als de laatste tijd.
En vroeger had hij al nergens genen
tijd voor! Dat komt eigenlijk, door
dat de representatie voor de bank
(en daarmee ook de representatie
vergoeding) enorm is toegenomen.
Populair gezegd: de man moet te
veel recepties en dergelijke gele
genheden afrakken en daar gaat te
veel tijd in zitten. En zodoende heeft
directeur Allesomspanners van
daag genen tijd om te helpen rege
len datgene, wat zijn mensen - de
meest belangrijke schakels in zijn
bedrijfsketen - moeten waarmaken.
Gaarne zal hij dus in de toekomst
met Vinnigenlopers een ander gun
stiger tijdstip afspreken om de hele
problematiek volledig uit te diepen.
Alleendit gunstiger tijdstip kan
nu nog onmogelijk worden vastge
steld. Misschien over een tijdje
Enkele dagen later, daar komt Rita
de typiste met de zo vreugdevolle
tijding. Maar zichtbaar verdrietig
wordt ze als ze en passant meedeelt,
dat alles wat ze door krijgt voor de
personeels- en salarisadministratie,
haast niet te verwerken is. Dat komt
allemaal omdat op de bank schijn
baar geen mens weet, wat op tijd
doorgeven is. Een hele tijd terug
4/y
'li
nog is het gebeurd, dat ie
mand die een gezonde jonge
vrouw en twee dito kiend-
jes had, nog steeds loon
belasting betaalde als verstokte
vrijgezel. In fiscale termen heet dat
'ongehuwde van 35 jaar en ouder'.
Dat hij daar toen pas achter kwam,
dat kwam omdat de functieclassifi
catie was ingevoerd. Toen zag hij,
dat zijn collega, gehuwd en ook
twee van die kortoren thuis, meer
schoon' overhield dan hij. Tjonge,
wat had 't toen iets in gehad, voor
dat we daar achter waren.
Hoe dat toen kon? Wel, die laatstge
noemde collega-assurantieman was
pas door de functieclassificatie in
schaal vijf gekomen. Voordien had
men hem, ondanks zijn functie, uit
gemaks- en kostenoogpunt maar la
ten staan in schaal één-oud systeem.
Was nog een overblijfsel van heel
vroeger. Toen had deze man nog
scheuten van de erpels gehaald. Die
erpels werden toentertijd verbouwd
door de directeur - toen nog kassier
- op de lopense grond, die rondom
het bankgebouw lag. Vervolgens
werden ze opgeslagen in de archief
kelder, omdat daar jarenlang plaats
over geweest was.
In de notulen is nog terug te vinden
het bestuursbesluit om aan de kas
sier deze grond gratis in gebruik te
geven. Het besluit is in de notulen
met de volgende redenen omkleed:
1° daar anders de grond zal vernut-
ten van het kweekgras;
2° daar anders de kassier zal eisen,
dat zijn salaris op jaarbasis wordt
verhoogd met f 225,- naar f 9000,-;
3° daar anders nog geen zinvolle be
stemming gevonden is voorhetgeen
in de put komt, die gelegen is op de
huishoek van de bank aan de zijde
van en onmiddellijk bij het privaat
(dat noemen ze tegenwoordig 'recy
cling').
Maar gaandeweg heeft die aardap-
pelscheutenvernietiger en wat dies
meer zij, zich door noeste avondstu
dies opgewerkt tot assurantie-me
dewerker. En dat laatste is hij alweer
verschillende jaren.
Een bewijs, dat men ook toentertijd,
krek zoals hedentendage, op deze
bank problemen voor zich uitschoof.
In de hoop dat de tijd, onhoorbaar,
onvoelbaar, niet te ruiken, niet af te
tasten, een en ander wel zal glad
strijken.
De Knipbeurs.