andere vereniging aan het woord raboband tweemaandelijks orgaan jaargang 7 nummer 5 voor het personeel oktober 1981 van de Rabobanken Redactieraad: mr. Jan R. Haverkamp, voorzitter (Rabobank Nederland)* mr. Gerard Meijs, plv. voorzitter (Rabobank Nederland) Tryntsje de Boer (Sneek) Wil Botting (Vlissingen) Yvonne Hanter (Hengelo-O.) Sievert Hekman (Baflo) Joop Keuning (Renkum) Henny Krist (Dalen-Coevorden) Jos. Paulussen (Merkelbeek) Huibert Zuur (Gouda)* Vormgeving: Sierd Loman Fotografie: Wim Aerts ANP-foto (pag. 16-18) Wouter Fokke (pag. 6) Paul Huf (pag. 11 Tekeningen: Arend van Dam Henk Gijsbers leden hoofdredactie Redactie: Wim G. M. Aerts drs. Cok de Zwart Bureauredactie: Karei de Mol Redactieadres: Postbus 8098 3503 SE Utrecht tel. (030) 36 23 96 of 36 28 94 Abonnementen: telefoon (030)36 26 91 Druk: Hoonte-Holland Utrecht Correspondenten Jo Boesewinkel (Someren) Frans Broos (Helmond) Johan Hegeman (Hellendoorn-Nijverdal) Frans v. Hoof (Valkenswaard) Theo ter Horst (Bodegraven) Arie den Hoed (Lopik) Rene Kuzee (Bergambacht) Ruud van Nistelrode (Veldhoven) Fred Tuurenhout (Schipluiden) Huub Vanhommerig (Kerkrade) Bert Westra (Voorschoten) Henk de Wolff (Amstelveen) Uitgave: Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank b.a. Vereniging van Directeuren van Rabobanken Postbus 318, 5201 AH Den Bosch Koet heeft waarschijnlijk wel gelijk wan neer hij in het augustusnummer van dit orgaan opmerkt, dat het juist de knagen de onzekerheid is die de meeste schade veroorzaakt. Met 'Nietszeggende, soms tegenstrijdige berichten van de bedrijfsleiding veroor zaken meer haat en onbegrip dan het feit zelf,' dikt hij zijn opvatting nog wat aan. Daarmee slaat hij, dunkt me, de spijker wel op de kop. Hij heeft dan de dreigen de inkrimping van werkzaamheden voor ogen, de dreigende ontslagen-veroorza kende reorganisatie. Hij heeft natuurlijk gelijk. Niets is zo erg als onzekerheid. Onzekerheid is martelend. Niet alleen wanneer die trieste zaken aan de orde zijn die hij bedoelt, maar ook in de situaties die in het leven van alle dag zo vaak voprkomen. Of het nu gaat over het wel of niet toe kennen van reiskostenvergoeding, over het wel of niet verstrekken van een per- soneelshypotheek, over het wel of niet verlengen van een tijdelijke aanstelling, over het wel of niet laten blijven van een medewerk(st)er na de proeftijd, de voortdurende twijfel aan het antwoord op die vraag: ook die onzekerheid is martelend. U kent dat wel. Dat 'het moet nog in het bestuur', waar mee wil aangegeven zijn, dat het be stuur er zich over zou moeten buigen, of "t klimaat was nog niet gunstig om het te bespreken', of 'we moeten even een goed moment afwachten'. De onzekerheid die daardoor wordt ver oorzaakt is fnuikend. En dan: ze wordt nog door smoesjes ver oorzaakt ook. Die getuigen van onvoldoende leider schap, van slecht beheer, van slecht be leid. Dan hoeft het niet te verbazen, als me dewerkers, langs hun neus weg, maar wel openlijk, gaan vragen, wie er dan wel belast is met de dagelijkse leiding van het bedrijf, en of het bestuur niets beters te doen heeft. Want wanneer er werkelijk van slapheid in de leiding sprake is mag die ook ge rust aan de kaak gesteld worden. Als de taken tussen het bestuur en de di rectie niet goed verdeeld blijken en me- dewerk(st)ers er aldus onder lijden of dreigen het slachtoffer ervan te worden moet het nadeel zo beperkt mogelijk ge houden worden. Dan mag de vinger gerust eens beschul digend geheven worden. Misschien moet dat dan wel. Als de omstandigheden er door zouden verbeteren is dat een goede zaak. Niet alleen voor de betroffen mede- werk(st)ers. Ook voor de leiding van de bank: de be trokken directie en het betrokken be stuur. In dat opzicht geef ik de vice-voorzitter van de VPR groot gelijk, dat hij zijn op merking gemaakt heeft. H. J. J. Reintjes, alg. voorzitter VDR

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1981 | | pagina 31