ene
vereniging
aan het
woord
Vereniging Personeel van Rabobanken
Postbus 336. 3900 AH Veenendaal
maandelijks te steunen voor een hele
lange tijd, dan eenmalig een grote
schenking te doen, zoals nu dikwijls door
de grote organisaties wordt gedaan.'
Projecten zijn er genoeg op Sri Lanka.
De contactpersoon van de Stichting
FLASH, Ton de Wilde, werkt zeer nauw
samen met een geweldig grote en in
vloedrijke organisatie op het eiland: de
Sarvodaya Mouvement. Een beweging
die aan de basis van de samenleving
werkt en bestaat uit vrijwilligers uit Sri
Lanka zelf. De Sarvodaya Mouvement is
momenteel in een kleine 3000 dorpen
op Sri Lanka actief.
Bloeddrukmeter
Heel concreet stellen Hein en Hubert
zich het volgende voor: Stel dat het per
soneel van een bank in den lande maan
delijks een bepaald bedrag beschikbaar
wil stellen voor de derde wereld. Dan
kunnen zij contact opnemen met de
Stichting FLASH. Vanuit het kantoortje
in Nederland gaat er dan een telex uit
naar Ton de Wilde op Sri Lanka: 'Ton, er
is hier een groep mensen dat maande
lijks een x-bedrag ter beschikking wil
stellen voor een bepaald project.' De
contactpersoon daar ter plekke, zoekt
dan een project uit. Het geld wordt
maandelijks via de bankrekening van
FLASH aan Ton de Wilde overgemaakt,
die ervoor zorgt dat het ter bestemder
plaatse komt. 'Er blijft bij ons geen cent
aan de strijkstok hangen,' zegt Hein met
klem, 'wij maken verder immers geen
onkosten. Ja, de verantwoording voor
die gelden. Dat is een kwestie van ver
trouwen, van een groot stuk vertrouwen,
dat je in de derde wereld moet hebben.
Ze werken daar niet met accountants
verklaringen.' 'Maar,' vult Hubert aan,
'Stichting FLASH heeft één heel sterk
punt. Maandelijks gaan er een stuk of
tien mensen via ons naar Sri Lanka, na
melijk om een kind te adopteren. Aan
deze mensen kunnen we vragen om
eens poolshoogte te gaan nemen bij de
verschillende projecten om te zien of er
inderdaad wat met het geld gebeurt. Zij
kunnen ons van de voortgang op de
hoogte houden. Maar ze kunnen meer.
Ze kunnen ook verschillende dingen van
uit Nederland meenemen en aan een
contactpersoon op Sri Lanka afgeven.'
Hein geeft een voorbeeld: 'Onlangs
kwam er vanuit Sri Lanka een telex. Er
was dringend behoefte aan een bloed
drukmeter. Nou, ik heb zo'n ding hier in
een ziekenhuis op de kop getikt en aan
één van de adoptie-ouders meegegeven,
die het daar netjes heeft afgeleverd.'
Zo werkt dat. 'Met wat inventiviteit is er
zoveel te doen. Je kunt natuurlijk wel
een hele grote organisatie opzetten en
het allemaal verschrikkelijk ingewikkeld
maken. Maar dat brengt het gevaar van
een starre bureaucratie met zich mee.
Het wordt zo onpersoonlijk. Nee, wat wij
doen is iets regelen op grond van per
soonlijke banden. We kunnen het niet
genoeg benadrukken: dat persoonlijk
contact, het informele, dat is wat wij
voorstaan, en waarmee wij denken, nee,
zeker weten, enorm veel te kunnen be
reiken
'Gehoord de Adviescommissie Sociaal Beleid
Rabobanken (afgekort ASBR - red. -), advi
seert de Raad van BeheerVrijwel iedere
circulaire met een min of meer sociale in
houd begint tegenwoordig met deze zin die
als een vertrouwenwekkend veronderstelde
vlag, de lading moet dekken. En als lid van
die commissie en dus medeverantwoordelijk
voor die adviezen, lees ik die aanhef dan ook
steeds weer met gepaste trots: ten minste
voorzover de inhoud bestaat uit leuke dingen
voor de mensen.
Die al dan niet gepaste trots krijgt echter een
geduchte knauw, wanneer blijkt dat deze of
gene collega in den lande mij opbelt met de
mededeling dat volgens hem mijn sociaal in
zicht de kinderschoenen nog nauwelijks ont
groeid kan zijn, als ik mijn naam ten minste
aan dat geformuleerde advies heb verbon
den. Uit de gedachtenwisseling met zo'n ver
ontruste collega blijkt dan vaak dat men een
heel verkeerde voorstelling heeft van de mo
gelijkheden die de diverse belangengroepen
die in de ASBR vertegenwoordigd zijn heb
ben om hun inzicht tot uitdrukking te bren
gen, om nog maar niet te spreken over de in
zichten van de individuele leden van de com
missie.
Nu is dat laatste natuurlijk wel begrijpelijk en
zelfs noodzakelijk, want als je als groep je
ideeën geloofwaardig naar voren wilt bren
gen, dan dien je als groep ook over één ge
meenschappelijk standpunt te beschikken.
Het eerste ligt echter veel moeilijker of is al
thans veel moeilijker uit te leggen; zeker
wanneer na doorlezing van zo'n circulaire
blijkt, dat van je oorspronkelijke standpunt
eigenlijk maar weinig is terug te vinden, ter
wijl bovendien dan nog altijd de mogelijkheid
blijft dat de ASBR dan weliswaar gehoord is,
maar dat de Raad van Beheer kennelijk an
ders beschikt heeft of de samenstellers van
de circulaire nog kans hebben gezien een
verduidelijkende onduidelijkheid aan de cir
culaire toe te voegen. Probeer dan nog maar
eens je positie in zo'n overlegorgaan geloof
waardig over te brengen.
Vandaar dan ook dat ik van de gelegenheid
gebruik maak een aantal zaken voor u nog
maar eens op een rijtje te zetten. En als ik
daarmee ten minste kan bereiken dat u mij in
de toekomst uw ongenoegen op een mij
draaglijk uur van de dag wilt doorbellen (dus
né de eerste koffie), dan heeft mijn schrijven
volledig aan mijn verwachtingen voldaan.
Die ASBR dan is een adviesorgaan met niet
meer dan een adviesfunctie naar de Raad
van Beheer (voor degenen onder u die moei
te hebben met de vele organen in onze orga
nisatie: die Raad van Beheer is voor de hele
organisatie, wat het bestuur is voor de plaat
selijke bank). Dat betekent dus dat de ASBR
kan adviseren wat zij wil, maar dat de Raad
van Beheer niet gebonden is die adviezen al
tijd en onverkort over te nemen (al kan zij
daar in de praktijk zonder goede motieven
natuurlijk moeilijk omheen).
Zoals reeds opgemerkt, in de ASBR vinden
de besprekingen plaats tussen een aantal be-
lannennrnenerinaen. Een verteaenwoordi-
ging namens de besturen van de plaatselijke
banken met 6 zetels, 3 zetels voor de direc
teuren van de plaatselijke banken en 3 zetels
voor de personeelsleden van de aangesloten
banken. Aangezien het niet gebruikelijk is
een sociale circulaire aan te heffen met de
zin: 'Gehoord de ASBR - waarbij ons is dui
delijk geworden dat partijen het niet met el
kaar eens zijn geworden adviseert de Raad
van Beheer...', betekent deze werkwijze dat
de adviezen, de een wat meer dan de ander,
toch het resultaat zijn van een compromis,
waarbij de stemmen van de bestuursleden
de neiging hebben nog al eens zwaar op het
compromis te rusten.
Hierin wijkt een college als het onderhavige
dan ook sterk af van een ondernemingsraad.
Bij een ondernemingsraad zijn het alleen de
medewerk(st)ers die hun standpunt formule
ren eh dat kenbaar maken, het bestuur c.q.
de directie kan een volledig afwijkend stand
punt hebben. Bovendien - en dat zal de inge
wijden onder u duidelijk zijn - hebben onder
nemingsraden ook veel meer bevoegdheden
dan de ASBR. 'n Zwakke positie dus voor de
personeelsleden van de aangesloten banken,
zeker wanneer men die positie vergelijkt met
die van de personeelsleden van Rabobank
Nederland. (Zij hebben met ca. 4000 perso
neelsleden via hun Ondernemingsraad veel
meer mogelijkheden direct invloed uit te
oefenen op het totale sociaal beleid, dan de
3 personeelsleden namens 17 000 perso
neelsleden van de aangesloten banken dat
hebben via de ASBR.)
't Is dan ook om die reden en om reden dat
de huidige constructie te veel onduidelijkhe
den en beperkingen met zich meebrengt, dat
we mét de Commissie Arbeidsverhoudingen
van mening zijn, dat het instellen van een
Centrale Ondernemingsraad de beste oplos
sing biedt.
En, om maar meteen te bewijzen hoe moei
lijk het is om in de ASBR alle partijen steeds
onder een noemer te brengen: stelt men
deze vraag in de ASBR aan de orde, dan is
een verdeeld advies het onherroepelijke re
sultaat, omdat de directeuren het volledig
met ons oneens zijn en - aldus een van hun
argumenten - vinden dat je niet te veel soci
ale bevoegdheden bij een Centrale Onderne
mingsraad moet leggen, maar dit veel beter
op 1000 verschillende plaatsen en op infor
mele wijze kunt regelen (hoe er dan op
hoofdpunten nog van een enigszins gehar
moniseerd sociaal beleid sprake kan zijn,
wordt in het midden gelaten).
O ja, voor ik het vergeet - en ik mag dat be
slist niet vergeten, want het was de aanlei
ding tot dit stukje - de ASBR heeft beslist
niet geadviseerd de definitie van ambulante
medewerk(st)ers in het kader van de auto
kostenvergoeding te beperken, door daar de
bepaling aan te verbinden dat hij of zij dan
ook nog ten minste 10 000 km per jaar voor
de bank dient te rijden.
Hoe die toelichting dan toch in de bewuste
circulaire 1 3/368 te voorschijn kon komen,
zal u na het lezen van deze uiteenzetting ho
pelijk duidelijk zijn.
Hans Koet. vice-voorzitter VPR