x
Mê&êm
r r-"
ze aan die routes komen,' zegt Jan vol
bewondering voor de organisatie, 'een
normaal nuchter denkend mens zou
nooit die paadjes hebben ontdekt.' Mod
derige karresporen dwars door weilan
den, smalle stijle bergweggetjes, waar in
de wijde omtrekt geen huis, geen mens,
helemaal niets te ontdekken valt. 'Rim-
boewerk,' noemt Jan dat.
Waarom doet Jan Schepers het? Een
prestatiedrang, die hij in zijn werk niet
kan uiten? Een frustratie? Niets daarvan.
Hij vindt dat'ie een prima baan heeft.
Negen jaar lang werkt hij al bij onze
organisatie en heeft het er best naar zijn
zin. Een klein kantoor, gezellige mensen,
veel contact met de cliënten en vooral:
buiten, op het platteland. Daar ligt het
niet aan. Nee, gewoon een hobby. Hij is
een fanatiek liefhebber van alles wat
zich maar op twee of meer wielen moto
risch kan voortbewegen; is te vinden op
de tribunes bij de TT-motorraces te As
sen als bij de Formule-l-wedstrijden op
het circuit van Zandvoort. Maar het liefst
presteert hij natuurlijk zelf iets achter het
stuur. 'Ach, in het dagelijks verkeer zijn
we ook niet zulke zachte rijders,' zegt
Jan laconiek.
Plankgas
Zo staat het duo Jan Jan enkele we
ken voor de start van de Tienlandentocht
te poetsen en te schuren aan de grote
groene BMW van Jan Tyert. De BMW
ondergaat een ware metamorfose. In
felle kleuren rood, wit en blauw gespo
ten, beplakt met vele soorten stickers
verschijnt de auto aan de start in Hellen-
doorn. Gereed om de strijd aan te binden
met 59 andere equipes, allemaal ama
teurs. Een bonte stoet van auto's, een
voudige, 'langzame'Japanners en super
snelle en dure sportwagens.
Vanuit Hellendoorn gaat het 's nachts
razendsnel richting Oostenrijk. Geen
rust, geen stop. Op tijd in Salzburg zijn.
Daar begint 's morgens om vijf uur een
klassementsproef: een snelheidswed
strijd op de Salzburgerring, gevolgd door
een behendigheidsrit. Geen tijd om bij te
komen. De tocht gaat verder. 'Dan be
gint echt het kleinere werk,' zegt Jan.
Door de Oostenrijkse Alpen. Stijgen en
t
I
Z
dalen, over weggetjes, waar nauwelijks
een auto kan rijden, bedekt met modder,
grint en gruis, ja zelfs af en toe nog
sneeuw en ijs.
Als het enigszins mogelijk is: plank gas.
Uiterst geconcentreerd rijden en kaart
lezen. Soms even van plaats verwisse
len. De route is beschreven door middel
van foto's. Dat is uitkijken geblazen.
Even niet goed opletten en je passeert
een kruising waar je linksaf of rechtsaf
had moeten slaan. Dat betekent tijdver
lies, strafpunten. Onderweg controle
posten. Snel een stempeltje halen en
weer verder. Af en toe even stoppen om
het antwoord te vinden op de in de rou
tebeschrijving gestelde vragen. 'Welk
jaartal staat er op deze brug?', 'Wat be
tekent dit standbeeld?'. Door de vele
controleposten en de vragen die beant
woord moeten worden is het onmogelijk
een kortere route te kiezen, 's Avonds
weer terug in Raurig, dicht bij Salzburg.
Jan Jan zijn op tijd, gelukkig. Nu weer
twee klassementsproeven. Een wedstrijd
hardrijden. Niet op een mooie racebaan,
maar over een klein bergpaadje. Gevolgd
door 'het nemen van een bergpas', 6,5
kilometer lang, een stijgingspercentage
van 28.
Dat is de laatste proef. Jan Schepers en
zijn maat hebben het uitstekend gedaan:
ze eindigen in dit klassement als twee
de. Maar nu het algemeen klassement
nog.
Na een korte nachtrust gaat het verder;
de Oostenrijkse bergen en dalen weer in,
via Italië naar Joegoslavië en weer terug
naar Raurig. Moe maar voldaan, want er
zijn gelukkig geen problemen geweest in
Italië en Joegoslavië. 'Daar moetje het
rustig aan doen,' zegt Jan. 'Als je er een
ongeluk krijgt en ze zien aan het regi
stratiebord dat je aan een soort ralley
meedoet, dan zit je onmiddellijk achter
de tralies, ledereen wordt dan ook op
het hart gedrukt om, wanneer hij een