In het dagelijks leven is Roelof Kliphuis werkzaam bij de Rabobank Vries in Drenthe. Zijn vrouw Janneke bestiert het huishouden, be staande uit man, drie kinderen en enkele huisdieren. Daarbij zijn ze ook contactpersonen voor Groningen en Drenthe van 'De Vreugde zaaiers'. Een bezigheid, die veel van hun (vrije) tijd vergt. Holland is een sprookjesland De Vreugdezaaiers. Janneke vindt het een beetje rare naam. "t Is Belgisch, vandaar. In het Engels is het 'The Joy- Sowers' en in het Frans 'Les Semeurs de Joie'. Dat klinkt heel anders! In het Nederlands komt het altijd een beetje raar over.Daarom gebruiken we de naam ook alleen maar als het echt no dig is.' De Vreugdezaaiers. Een organisatie die in 1958 is opgericht door de Belgische pater René Delooz, die zich onder ande re inzet voor de minderbedeelde Noord- afrikaanse kinderen uit de grauwe wij ken van Parijs. De leiding is nog steeds in handen van de nu 68-jarige pater. In Parijs werkt zuster Irma, terwijl op het hoofdkantoor te Gent vier mensen full time de administratie van de Vreugde zaaiers verzorgen. Voor het grootste deel drijft de organisatie echter op de talloze vrij willigers, verspreid over België en Nederland. Roel en Janneke uit het Drentse Vries zijn twee van die vrijwilligers. Maar wat kunnen zij in het noorden van Nederland nu daadwerkelijk doen voor Algerijnse, Marokkaanse en Tunesische kinderen uit Parijs? 'Hen een paar weekjes een fijne vakantie in Nederland aanbieden,' zegt Janneke. 'Die kinderen, die hier komen, wonen in Parijs echt-heel beroerd, met z'n tienen op een klein flatje, buiten een ongezonde lucht met al dat drukke ver keer. Ze vinden het hier heerlijk. Na twee weken van gezonde rust en de buiten lucht te hebben genoten, lekker op tijd naar bed te zijn gegaan en goed te heb ben gegeten, zijn ze weer helemaal bo ven Jan.' Janneke weet waar ze over praat. Ze is samen met haar man - 'hij doet de zaak jes en ik doe de praatjes' - al zes jaar contactpersoon voor de Vreugdezaaiers in de regio Groningen/Drenthe. Uit dien hoofde reist zij één keer per twee maanden naar Parijs om een groep kinderen, die een paar weken op vakantie naar België en Nederland gaan, op te halen. Met eigen ogen kan zij steeds weer waarnemen hoe erbarmelijk de huisves ting is van deze Noordafrikaanse gastar beiders, hoe groot de werkeloosheid en discriminatie en hoe hoog de geestelijke en financiële nood onder deze mensen is. 'In Parijs bekijkt zuster Irma in samen werking met de Sociale Dienst welke kinderen in aanmerking komen voor een paar weken vakantie. Daarvoor kunnen duizend en één redenen zijn. Slechte woonomstandigheden, slechte gezond heid van het kind of de moeder. Noem maar op. Maar het is wél zo,' zegt Jan neke, 'dat het elk kind dat hier komt ont breekt aan rust, regelmaat en goede voeding, ook al komt het uit een goed gezin.' De leeftijden van de kinderen variëren sterk, van enkele maanden tot 15 jaar, evenals de perioden van vakantie. Jan neke: "Wij kregen een paar jaar geleden een jongetje, dat toen net een jaar was. Hij is nu vier jaar en komt elk jaar voor drie maanden. Voor oudere kinderen is de periode natuurlijk korter in verband met de school. Deze kinderen komen in de zomervakantie een paar weken en met kerst vaak veertien dagen.' Tegen woordig komen er zo'n 3000 kinderen in de zomer naar Nederland en België. Met Kerstmis zijn er zo'n 900 koters in Ne derland te gast geweest, terwijl er in de wintermaanden ook nog een 'drie- maandsgroep' van 400 kinderen is gear riveerd.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1981 | | pagina 8