>over een onbenullig onderdeel van de waterhuishouding. 'Je hebbe gelijk; blij dat jij er benne.' Cor Beemster plaatst het zoveelste plaag stootje alvorens wat nader in te gaan op het eeuwenoude probleem van de wa terbeheersing. 'De omringdijk is gelukkig nu tot monument verklaard. Die dijk, versterkt met een massa plantaardig materiaal, was voor onze voorouders van zoveel belang dat de geestelijkheid keer op zee niet boeren. Vroeger, als het effies wat waaide, stond hier heel het spul dikwijls onder water. Dat kreeg je met zoveel onmaalbare dagen. Behalve koninklijk goedgekeurde polders had je dan ook nog eens een lading ongeregle menteerde. Later ('Je blijft hier wel pom pen') is alles overgegaan naar het water schap en kreeg je de mechanische wa terbeheersing, helemaal naar de eisen van de tijd. Maar elke centimeter regen die er valt, blijft toch betekenen dat je per hectare 100 kuub kwijt moet...' De veehouder zwijgt. Wat is er met de jaren al niet veranderd? Thuis houdt Beemster zo'n honderd stuks melkvee. Bij tegenslagen kan hij goed poestig zijn, reken maar. 'Ach, je denkt weieens te veel misschien Op zulke ogenblikken is er dan gelukkig nog de accordeon die voor wat afleiding zorgen kan. Beemster mag gerekend worden tot de agrariërs die hun zoons 'iets hebben door te ge ven'. Voor anderen echter rijst tegen hun pensioenleeftijd levensgroot het pro bleem van de bedrijfsopvolging. Beem ster schetst de veranderingen die zich in de veehouderij voltrokken: 'Als ik nu van tafel kom, hebben mijn zoons alweer minstens 30 koeien gemolken. En toch eet ik nog evenveel sneetjes als toen de hele mikmak eigenhandig gebeuren moest.' Met graagte ziet Beemster hoe tiental len koeietongen smakelijk de ene hap vers gras na de andere naar binnen wer ken. 'Je hebt ze niks te vertellen. Een koe heeft haar neus mee, denk erom. Pro beer ze maar niet iets minderwaardigs te vervoeren. Dan worden de dieren met een onrustig. Voor een beste koe is 70 kilogram vers gras per dag geen uitzon dering.' Het lot van kreukelaars legt de veehouder gedecideerd in handen van de slager. 'Er staan te grote belangen op het spel. Je kunt bijvoorbeeld goedkoper met een snelheid van 100 kilometer door Amsterdam jakkeren en bekeurd worden dan dat er bij controle penicillinesporen worden aangetroffen in je melk. Zo'n boete, dat steekt lang niet krap.' De veranderingen in het Westfriese land beperken zich geenszins tot de veehou derij. Sporadisch nog treedt de histori sche verwevenheid van 'de Woudjes' met het water enigszins aan het dag licht. De straatnaam Ganker in Nibbix- woud bijvoorbeeld vormt de volkse sa mentrekking van het woord gaan-akker. Streekkenners kunnen nog wel meer overblijfselen van zulke fameuze loop dijkjes aanwijzen. De streektaal wemelt nog van zeemans uitdrukkingen. En die drie grappige visjes dan in het vroegere gemeentewapen? De Nibbikers, niet weinig trots, verwijzen er naar. Er waren er die enkele jaren te rug bij de gemeentelijke herindeling dachten dat ze niet meer slapen konden. Inmiddels heeft de verontruste burgerij leren berusten in de realiteit, hetgeen betekent dat Nibbixwoud losgepeuterd aan wiermaaiers zelfs toestemming gaf op zondag door te werken. Geweldige lagen wier- tientallen meters dik in ver se toestand - hielden eenmaal goed sa mengeperst, het water in bedwang. Vaak ten minste. Stormvloeden uitge zonderd natuurlijk, overstromingen ook. In een oud kerkboek hebben we laatst de aantekening ontdekt dat in 1675 op 5 november de mensen in bootjes naar de kerk togen. Tot overmaat van ramp moesten half november de boeren hals- over-kop hun vee naar de hooggelegen Zwaagdijk evacueren. Moeizaam heb ben burgers Enkhuizen toen droog we ten te houden. Uit onderzoek is de kwa liteit van het eeuwenoude wier overtui gend gebleken. Nog zo goed als kuil- gras... Zorg om de waterhuishouding hebben we nog steeds. Je kent nu een

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1981 | | pagina 22