<0>
Boeken
In het spionnetie
Onlangs kwam ik in een van onze universi
teitssteden langs een wetenschappelijke
boekhandel. Niet dat ik daar nu zo veel te
zoeken had, maar het was puur mijn ver
slaafdheid aan boeken die me daar naar
binnen deed gaan, het gevoel van je-kunt-
nooit-weten.
Hoewel de inhoud van vrijwel alle boeken
mijn eenvoudige petje volledig te boven
ging, rommelde ik wat rond in een afdeling
die een heel klein beetje in mijn kader pas
te. Ik neusde wat rond en bladerde in een
boek toen iemand naast me zei: 'Dat is ook
een aflopende zaak.'
danks het feit dat de schrijver er heel wei
nig aan verdient duur en daarom wordt er
steeds meer met syllabi, met samenvattin
gen, gewerkt.' 'Maar studieboeken worden
toch vaak in een andere taal geschreven
voor een groter bereik?' informeerde ik.
'Jawel, maar in mijn vak, rechten, kan dat
niet. Ieder land heeft zijn eigen recht,' zei
hij.
Even later liep ik in een druilige regen en
dacht aan al die voor mij totaal onbegrijpe
lijke nieuwe media, databank, teletekst en
hoe ze allemaal heten en straks krijgen we
misschien elektronische post en een elek
tronisch betalingsverkeer.
Toen ik kort geleden een documentaire
voor de radio gemaakt had ging ik op zoek
naar wat geschikte muziek die als omlijs
ting zou kunnen dienen. Op de platenafde-
ling van de omroep legde ik uit wat ik zo
Naast me stond een broodmagere jonge
man van een jaar of vijfentwintig. Hij keek
me door zijn ziekenfondsbrilletje, dat op
een wat al te groot uitgevallen neus stond,
zorgelijk aan. 'Wat is een aflopende zaak?'
vroeg ik niet erg belangstellend. 'Nou, die
studieboeken,' zei hij. 'Hoezo? Gaat deze
zaak weg?' Hij keek me aan alsof ik een
onnozel kind was en legde geduldig uit:
'Nee, de boeken gaan weg. Nog even en
alle kennisoverdracht zal elektronisch
gaan. U hoeft geen encyclopedie meer te
kopen want straks hoeft u alleen maar een
knop in te drukken en op het televisie
scherm in uw huiskamer verschijnt alles
wat u weten wilt. Het terrein van de data
bank breidt zich snel uit en misschien
duurt het niet zo lang meer of we hebben
allemaal een huiscomputer.'
'Dat houdt in dat boeken museumstukken
worden?' vroeg ik geschrokken. 'Studie
boeken wel, ja. Niemand zal straks meer
een studieboek schrijven, dat zal overbodig
zijn. Trouwens afgezien van de elektroni
sche middelen is het bijna een onmogelijke
zaak een studieboek te schrijven. Wat
brengt dat nu op in verhouding tot de geïn-
117 vesteerde tijd en moeite. Boeken zijn on-
ongeveer zocht. Een meisje goochelde wat
en op het televisiescherm voor haar ver
scheen een selectie van geschikte muziek.
Voor mij, uiterst ontechnisch mens, is dat
niet te begrijpen.
Op de stations hebben ze ook al van die
verbijsterende apparaten. Vroeger kreeg je
een praktisch en degelijk kaartje van echt
karton. Aan de kleur kon je zien of je twee
de of eerste klas reisde. Nu komt er een in
gewikkeld televisietoestel aan te pas waar
uit een wit papiertje komt dat je tussen
allerlei andere papiertjes onmiddellijk kwijt
bent.
Toen ik onlangs omdat ik in de trein wilde
werken eerste klas wilde reizen, zei de con
ducteur kortaf: 'U zit hier eerste klas' en
hij keek geërgerd naar het vodje papier.
'Ja, dat is ook de bedoeling, daar heb ik
ook om gevraagd,' bevestigde ik. 'U moet
gaan verzitten of bijbetalen,' beval hij. Dat
heb je nu van die enge apparaten, ze geven
je niet waar je om vraagt.
Maar goed, dat is nog tot daar aan toe,
maar ik moet er niet aan denken dat boe
ken echt zouden verdwijnen. Om te stude
ren heb je toch wel wat meer nodig dan een
groot aantal onpersoonlijke gegevens. En
wat moet er terecht komen van de talrijke
boekengekken die ons land telt? Hoeveel
mensen zijn er die altijd op zoek zijn? Eer-
stedrukkenverzamelaars, lieden die nu juist
boeken willen hebben van schrijvers van
wie het werk niet meer herdrukt wordt.
Wat is er heerlijker dan in een antiquariaat
of op een verkoping rond te snuffelen? Als
boeken verdwijnen kan dat niet meer want
dan staan alle overgebleven boeken in mu
sea. Maar laten we hopen dat literatuur on
vatbaar is voor die elektronische breinen,
die kennelijk moeten bijdragen tot het ge
luk der mensheid.
Wat betekenen boeken eigenlijk in het le
ven van een mens? Toch heel wat meer
dan een aantal gedrukte vellen, omvat door
een al of niet fraaie band. wat is het een ge
not als een lang verwacht boek van een be
wonderde schrijver eindelijk uitkomt en is
het geen pure verrukking als je in een on
aanzienlijk rommelwinkeltje opeens een
deel van een medische encyclopedie uit
1739 vindt, in duidelijke, zij het achttien -
de-eeuwse taal, gericht op de gewone
mens. Wat is er troostrijker voor een mens
in moeilijkheden of verdriet dan in een ka
mer te zijn, omringd door boeken?
Behoort u misschien ook tot de groep ver
slaafden die altijd weer te veel geld zal uit
geven aan boeken? Voor mij is iedere
boekwinkel een gevaar. Als ik in een mij
onbekende stad loop en ik passeer en boek
winkel dan ben ik al binnen voor ik het
besef. Met de huichelachtige vraag 'mag ik
even rondkijken' voel ik het genot al over
me komen. Onafhankelijk van mijn finan
ciële mogelijkheden kom ik er straks uit
met een groot of klein, maar meestal een
heel groot en zwaar pak onder mijn arm.
Literatuur, boeken over je hobby, boeken
over onderwerpen waarin je je al lang eens
had willen verdiepen. Er is geen reclame
slogan die precies de verrukking weergeeft
van de boekverslaafde die een exemplaar
vindt waarnaar hij al jaren zoekt.
En zouden dat nu museumstukken wor
den? Zouden we straks echt inplaats van
een studieboek door te werken alleen maar
op een knop moeten drukken om de kille
gegevens van het scherm te lezen? Nee,
nee, probeert u me maar niet uit te leggen
hoe het allemaal zit. Ik ben doodsbang
voor alle computerachtigen. U zegt dat ik
er totaal niets van begrijp. U hebt gelijk,
ook zonder dat de computer die informatie
over mij aanreikt.
Mien Holthuizen