VlESBun VOOR sollicitanten Geen strijd tussen goed en kwaad, maar gezond in- en verkoopspel De markt verkennen 'Het is een boekje met de basics, de meest fundamentele zaken over het sol liciteren. Er staan wetmatigheden in, die voor iedereen gelden,' zegt de auteur Frans Claessens. Hoewel hij het wel be wust voor de groep schoolverlaters heeft geschreven, meent Claessens toch dat het boekje zeer de moeite waard is voor iedereen die in een sollicitatieprocedure gewikkeld raakt. Als voorbeelden noemt Claessens de informatie die hij verstrekt over de psychologische tests en over het opstellen van een CV (curriculum vitae). Uit het tijdstip van verschijnen blijkt ech ter wel dat het speciaal voor - toekom- stige - schoolverlaters is bedoeld. Claes sens: 'Nu, zo vanaf Pasen is het een goe de tijd om naast je studie de markt al vast te verkennen. Je moet proberen de krenten eruit te halen, voordat iedereen zich op de markt stort.' Toch erkent hij dat het moeilijk is om tijdens je eind examen al te gaan solliciteren: 'Ik dacht indertijd zelf ook: Laat ik nou eerst maar examen doen, ik kan er niets meer bij hebben.' Dat is volgens Claessens een verkeerde gedachtengang: 'Als je in sep tember aan de slag gaat, dan zit je er ei genlijk al naast. De leuke vacatures zijn dan al uitverkocht en de werkgever denkt al gauw: o, die is overgebleven. Wat moet ik ermee?' Toch moet iemand die vroegtijdig begint met solliciteren zich geen illusies maken snel aan de slag te kunnen. 'In het begin van het boekje sla ik ook een soort alarmtoon aan. Je zult je in toenemende mate moeten inspannen,' zegt Claes sens, die in dit verband een uitspraak van een Amerikaan, John P. Robertson aanhaalt: 'Europeanen zijn enorm ver wend. Tot 1973, de oliecrisis, kon je 's nachts om 12 uur in bed tegen je vrouw fluisteren dat je er aan dacht om van baan te veranderen en de volgende dag viel deze baan je al in de schoot. Dat is nu niet meer zo. Er moet voor geknokt worden. Je moet initiatieven nemen en daarin hebben de Nederlanders een enorme achterstand.' Het is echter niet alleen knokken gebla zen tegenwoordig. Je moet ook over een flinke dosis incasseringsvermogen be schikken en niet al te snel ontmoedigd raken. Claessens gebruikt een aardige vergelijking: 'Neem een computerverko per. Als deze man twee of drie compu ters per jaar verkoopt, dan heeft hij goed werk gedaan. Hij weet dat hij daarvoor aan honderden deuren moet aanklop pen. Evenzo goed blijft hij er vrolijk on der. Een computer is duur en moet maar net in de organisatie passen. Net zo is het met een werknemer, dat is een duur goed. Hij moet een salaris hebben en er moet heel wat gebeuren wil hij ontsla gen worden. Ook een werknemer is net als een computer een hele investering. Daarom, als je bij drie mislukte sollicita ties al gaat denken dat je niet goed bent, dan besef je niet dat het een delicate en moeilijke dienstverlening is die je in je eigen persoon aanbiedt.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1981 | | pagina 4