<D cö Tn "S O 0 ene vereniging aan het woord 1 In Emmeloord, bij de Rabobank Noord oostpolder, beschikt personeelsvereni ging De Bankwerkers over een 'nogal' actieve sportcommissie. Het resulteerde op Goede Vrijdag in een geanimeerd zaalvoetbaltoernooi, waarbij vier dames- ploegen en acht herenteams in actie kwamen. De moderne Bosbadhal vorm de het strijdtoneel. Deelnemende ban ken waren Ommen, Naarden-Bussum, Flevoland, de combinatie Borne-Delden- Goor-Diepenheim-Markelo, Vollenhove- Blokzijl, en het Gelders Eiland uit Lobith. De organiserende bank zelf was maar liefst met vier teams vertegenwoordigd. Aan het eind van de leuke toernooidag bleek bovendien dat de Emmel- oordse dames- en herenploegen zelf alle ereplaatsen bezetten. De heerConijn, al gemeen directeur bij de Emmeloordse bank, kreeg bij de prijsuitreiking dus uit sluitend met bekende gezichten te ma ken. In de beslissende wedstrijd om de derde plaats streefde Vollenhove-Blokzijl via strafschoppen nog net de Flevolanders uit Dronten voorbij. Esdra van Wagenin- gen, een van de organisatoren, over de Emmeloordse overmacht: 'De ploeg die bij de heren ten slotte de hoofdprijs wegsleepte, heeft het anders in de voor rondes knap moeilijk gehad. Een minuut voor het einde stonden onze mannen in hun partij tegen Vollenhove-Blokzijl nog met 3-2 achter. Op het nippertje maak ten ze er toen nog een 4-3 overwinning van. Dat was knap spannend.' Bij de voorbereidingen van het zaalvoet balevenement benaderde Emmeloord in eerste instantie een aantal buurbanken. Vervolgens werd er op goed geluk con tact opgenomen met banken die men eerder ontmoette tijdens het jaarlijkse voetbaltoernooi der Rabobanken en waarvan men wist dat er een flink aantal veldvoetballers met talent rondliep. Vereniging Personeel van Rabobanken Postbus 336, 3900 AH Veenendaal Voor mij is de belangrijkste vraag bij het lezen van een sociaal jaarverslag steeds of zo'n verslag nu geschreven wordt met de bedoeling een mooi uithangbord voor de buitenwacht te ontwerpen. Of moet ik in het uitbrengen van zo'n verslag de daadwerkelijke behoefte van de onder neming zien de werknemers een inzicht te verschaffen in het gevoerde sociaal beleid? Eigenlijk is die vraagstelling rond de be doeling van een jaarverslag helemaal niet uniek voor een sociaal jaarverslag; ook bij financiële jaarverslagen hoor je dikwijls de klacht dat het verslag gra fisch dan wel een kunststukje is, maar dat de inhoud op een aantal onderdelen alleen maar een kunststukje is op het terrein van de onduidelijkheid. De opstellers van het Algemeen sociaal jaarverslag voor de Rabobankorganisatie hebben met betrekking tot het karakter van het verslag een duidelijke keuze ge maakt; niet alleen terugkijken naar wat gedaan is, maar ook aangeven hoe het in de toekomst gaat worden. Wel zeg gen de opstellers daar waarschuwend bij, dat de verwachtingen niet door de uitkomsten gedekt worden. Dat mag dan zo zijn, 't maakt toch wel een ver schil of je later kunt constateren dat de onderneming wel degelijk getracht heeft een ingeslagen weg te volgen maar door van buitenaf komende factoren in haar streven gedwarsboomd werd, of dat ze willens en wetens in strijd met haar be loften gehandeld heeft. En dus vind ik dat we dat aangegeven gevaar maar op de koop toe moeten nemen en blij moe ten zijn met deze manier van verslagleg ging. 'n Zaak die bij het lezen van dit sociaal verslag ook niet uit het oog verloren mag worden is het feit dat dit eigen lijk maar de helft van het totale verslag is; 'n algemeen gedeelte waarin welis waar veel gegevens te vinden zijn en vage intenties zijn neergelegd, maar dat zonder een aanvullend tweede gedeelte van de eigen bank niet die duidelijkheid biedt die wenselijk is. Met andere woor den, er kan in het algemeen verslag nog zo duidelijk zijn neergelegd hoe men het sociaal beleid in de komende jaren denkt te gaan voeren, als de plaatselijke bank meent een andere weg te moeten vol gen, dan heb je aan zo'n verslag natuur lijk niet erg veel. Met deze gegevens in het achterhoofd valt er op dit algemeen verslag eigenlijk niet veel aan te merken. Het is een vlot geschreven, goed leesbaar verhaal met veel soms interessante - tabellen en grafieken en een wat verstopte en soms vage visie op de toekomst. Wat dit laat ste betreft wil ik b.v. wijzen op het ge stelde onder doelstelling 3 met betrek king tot de gelijke behandeling en de ge lijke kansen voor mannen en vróuwen. De samenstellers constateren dat 'door de bank genomen' er geen onderscheid meer gemaakt wordt en alleen de se cundaire arbeidsvoorwaarden hier en daar nog wat verschillen aangeven. Maar zo constateren de samenstellers - aan het opheffen daarvan wordt hard gewerkt. Gegeven echter het feit dat er zo hard aan gewerkt wordt, was het wel wat duidelijker geweest als men ook een termijn had aangegeven waarbinnen een en ander vermoedelijk voltooid zou zijn. Een andere wat vage doelstelling betreft de werkgelegenheid. In die doelstelling wordt gesproken over een afname van de personeelsgroei die wordt nage streefd overeenkomstig de meerjarenra ming. In de hele uitwerking wordt echter met geen cijfer of woord aangegeven wat die meerjarenraming dan wel pre cies inhoudt. Zo blijven er nog wel enkele wensen. Honderden en wellicht duizenden zijn er van op de hoogte dat binnen de organi satie een discussie gaande is over de vraag of we de reizenverkoop nu wel of niet moeten voortzetten en zo ja, of deze vorm nu wel de juiste is. Maar in het ka der van de doelstellingen 1 en 7 (werk gelegenheid en medezeggenschap) had ik dan verwacht dat de onderneming meer openheid en medezeggenschap had betracht dan nu het geval is ge weest. Kennelijk heeft men zich boven dien niet gerealiseerd dat die vage ge ruchten bepaald niet motiverend zijn voor de vele personeelsleden die zich ten volle voor het produkt reizen inzet ten. Hans Koet, vice-voorzitter VPR

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1981 | | pagina 30