V
kouden f
LATEtt WE
HET KORT
8
Informeren
gaan blazen. Een COR kan geen onder
onsje zijn waar een kleine bank niet aan
te pas komt.'
- Echt contact met de achterban lijkt
niettemin moeilijk te verwezenlijken.
MERTENS: 'We moeten volgens mij een
ding duidelijk voorop stellen: laat ons
oppassen voor een bureaucratisch net
werk van inspraakorganisaties. Dat is
niet bevredigend, niet werkbaar ook en
niet slagvaardig. Een heel bouwwerk van
inspraakclubs voldoet niet in een massa
le organisatie als de onze. Dat roept
maar frustraties op. Zoek dan liever naar
een niet te ingewikkelde totstandkoming
van een COR. Om te zien dat zoiets kan,
behoeven we maar te kijken naar het be
stuur van ons pensioenfonds. Daar wor
den toch ook zou ik zeggen, besluiten
genomen die niet zonder enig belang
zijn. Ik geef grif toe, de verkiezingen voor
zo'n bestuur zijn voor een COR onbruik
baar, te simpel. Van echt contact met de
achterban is op pensioengebied geen
sprake. Maar evenmin zijn me klachten
over de gang van zaken bekend.'
Commissievoorzitter Mertens vraagt
zich af in hoeverre het reëel is van een
COR-lid te verwachten dat hij min of
meer verantwoording aflegt. Wel lijkt
het hem mogelijk dat zo'n afgevaardigde
in zijn district met belangstellenden in
formatiebijeenkomsten belegt waar men
met suggesties en ideeën voor de draad
kan komen.
- Wanneer denkt de Commissie Ar
beidsverhoudingen haar bevindingen
plus de aanbevelingen te kunnen pre
senteren aan de buitenwacht?
MERTENS: 'We hebben inmiddels dus
die eerste serie hoorzittingen achter de
rug. Volgens plan gaan we nu werken
aan een soort blauwdruk voor de toe
komstige situatie. Daarin stellen we dan
een mogelijke opzet voor, inclusief werk
wijze, organisatie. Dat geheel leggen we
alle betrokkenen dan voor, zodat ze nog
maals hun visie kunnen geven. Er komt
nog heel wat bij kijken. Zeker waar het
de bevoegdheden betreft van een even
tuele COR zijn er waterdichte afspraken
vereist. Je moet conflictsituaties en
competentiekwesties zien te voorko
men, alle consequenties goed afwegen.
De bedoeling is dit najaar ons rapport uit
te brengen. Zoals gebruikelijk bieden we
het aan via de Centrale Kringvergade
ring, waarna nog deze herfst de leden
van alle kringvergaderingen hun menin
gen kunnen geven.'