Wiener voor ene vereniging aan het woord Het was een drukte van jewelste in de bejaardensoos 'Baanveger' te Ermelo. Ruim 200 bejaarden bezochten daar op 4 maart een vakantiebeurs. Natuurlijk was ook de Rabobank vertegenwoor digd. Jazeker, de Rabobank en niet het Oostenrijks Verkeersbureau, zoals velen eerst dachten. De dames Van Capelle en Ten Heggeler, beiden werkzaam op de afdeling reizen, onthaalden de bejaarde bezoekers op een aardig praatje, wijn en apfelstrudel. Zij hadden zich in schone Oostenrijkse kledij gestoken. Voor de heer Ansums, ook werkzaam op de afde ling reizen, kon men geen zeemleren Ti- roler broekje vinden. Hij stond daarom in de speciale 'Canadastand'. 'Een geweldig succes,' meldt Els van Ca pelle. 'Een heel leuk en goed initiatief van het bejaardenwerk om bejaarden te stimuleren ook eens of weer op vakantie te gaan, waar we van harte aan hebben meegedaan. Wij hadden een reisaanbie- ding naar Wenen. De reis is al bijna vol geboekt. Maar ook voor Canada was veel belangstelling. Veel bejaarden wil len toch nog eens daar familie gaan op zoeken.' De afdeling Reizen van de Rabobank Er melo timmert op alle mogelijke manie ren aan de weg. 'Regelmatig houden we info-avonden, we hebben plezierige con tacten met verschillende personeelsver enigingen en de winkeliersvereniging.' Mede dank zij deze activiteiten is de bank niet alleen het grootste reisbureau van Ermelo maar ook één van de groot ste binnen de Rabobankorganisatie. Els van Capelle: 'Toen we in 1975 startten hadden we een omzet van 230 000 gul den. Vorig jaar al van 1,2 miljoen.' Vereniging Personeel van Rabobanken Postbus 336,3900 AH Veenendaal De mogelijkheid voor de werknemers om invloed uit te oefenen op de besluit vorming in de bedrijven is een zaak die de laatste jaren in het middelpunt van de belangstelling staat. Een van de instrumenten die gestalte moet geven aan dat verlangen van de werknemers om invloed uit te oefenen op het beleid van het bedrijf is de onder nemingsraad. Een orgaan dat inmiddels ook bij een 20-tal Rabobanken zijn intre de heeft gedaan. De installatie van een ondernemings raad is op zich natuurlijk nog geen ga rantie dat het ziekteverzuim drastisch zal dalen of de betrokkenheid zal toenemen. Nee, als het zo simpel was en als de voordelen voor iedereen zo voor het op rapen lagen, zou er waarschijnlijk geen wet op de ondernemingsraden nodig zijn geweest. Trouwens, zelfs die wet biedt nog geen garantie dat werkgevers zich daar altijd aan houden en daar zijn - he laas moet ik zeggen - ook in onze orga nisatie voorbeelden van. Nog moeilijker wordt het als je de vraag voorgelegd krijgt welke de meest wenselijke medezeggenschapsstructuur binnen de Rabobankorganisatie kan zijn in het kader van de wet op de onderne mingsraden. Want dan krijgen we te maken met bijna 1000 zelfstandige ban ken en de Rabobank Nederland waarvan een aantal banken reeds een onderne mingsraad heeft, andere er wellicht bin nenkort een dienen in te stellen indien de voorstellen tot wetswijziging aange nomen worden en banken die er waar schijnlijk nooit een behoeven in te stel len. In de maand februari heeft de Commis sie Arbeidsverhoudingen - een commis sie die zich met een aantal medezeggen- schapsvraagstukken en arbeidsverhou dingen bezighoudt - een aantal hoorzit tingen gehouden ten einde van zoveel mogelijk geledingen uit onze organisatie te vernemen hoe men zich deze mede- zeggenschapstructuur voorstelt. Ook de VPR heeft haar gedachten daar naar voren gebracht, waarbij wij ons voorstander betoond hebben voor het instellen van een centrale onderne mingsraad. Het instellen van zo'n cen trale ondernemingsraad acht de VPR noodzakelijk omdat de werknemers zo dicht mogelijk bij het centrum van de besluitvorming dienen te zitten. En ook al gaan dan veel besluiten in de vorm van adviezen naar de plaatselijke ban ken, het zal duidelijk zijn dat de praktijk leert dat die voorstellen of adviezen on verkort overgenomen dienen te worden. Trouwens het zou onwerkbaar zijn in dien allerlei ontwikkelingen en voorstel len die een uniforme uitvoering vereisen (ik denk b.v. aan het pensioenreglement, de functieclassificatie, de ziektekosten verzekering, de bedrijfsgezondheidszorg enz.) steeds ter advisering aan 100 of meer zelfstandige ondernemingsraden zouden moeten worden voorgelegd, al thans indien je die ondernemingsraden de vrijheid wilt toestaan wijzigingen in de voorstellen aan te brengen. Het tot stand komen en functioneren van zo'n centrale ondernemingsraad wil len we overigens steeds toetsen aan twee uitgangspunten. 1 leder personeelslid binnen onze orga nisatie moet zich vertegenwoordigd we ten door de centrale ondernemingsraad en dient invloed uit te kunnen oefenen op de samenstelling ervan. 2 De besluitvorming dient zo dicht mo gelijk bij de basis plaats te vinden. Tegen deze totale achtergrond bezien ben ik (maar dat is dan mijn persoonlijke mening) er dan ook geen voorstander van dat er een duidelijke relatie gaat ontstaan tussen Raboband en een even tuele centrale ondernemingsraad in de zin dat Raboband de spreekbuis van de centrale ondernemingsraad gaat wor den. (Ik beantwoord hiermee dan de vraag van de heer Haverkamp in zijn re dactionele kolom van het februarinum mer.) De COR dient zich zo onafhankelijk mogelijk op te stellen en zal zich naar de personeelsleden toe zo herkenbaar mo gelijk en dus liefst ook met een eigen ge zicht moeten presenteren. Dat zal een duidelijke betrokkenheid tussen COR (verantwoording afleggen) en perso neelsleden (vertegenwoordigd weten) ten goede komen. Deze mening wil overigens niet zeggen dat Raboband op eigen wijze en wan neer dat wenselijk lijkt, geen aandacht zou mogen besteden aan de centrale on dernemingsraad. Hans Koet, vice-voorzitter VPR

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1981 | | pagina 34