Moeilijke woorden Heel Nederland gebruikt steeds meer moeilijke woorden. We zien en horen het dagelijks. Op de televisie en in de krant. Aanhoudend hebben ze het over struc tuurverschillen, polarisatie, normalisatie, centraal akkoord en vals akkoord, radio grafisch en radio-actief, commercieel, reëel justitieel en industrieel, parlemen tariërs, proletariërs en agrariërs, ade quaat en nog erger kwaad. Onze grootste bank van Nederland zou natuurlijk wel als zeer stom en dus voor het publiek onbetrouwbaar op de markt komen, als zij hieraan niet meedeed. Door b.v. deposito te zeggen in plaats van: mooi frotje geld. En door in plaats van geregeld 'periodiek' te zeggen. Dat laatste ook weer niet in alle gevallen. Want hebt ge wel eens gehoord, dat men op een bank zei: Mijnheer Kamele- mans behoort tot onze periodiek zatte klanten. Trouwens: we versturen ook geen brieven. Nee, we voeren corres pondentie. Bij het aanhoren van de laatstgenoemde term schijnt een veehouder eens opge merkt te hebben: Ik voer nooit corres pondentie. Wel gehakselde mais. Hier mee zij duidelijk bewezen, dat het ge bruiken van moeilijke woorden de kan sen op vergissingen niet zonder meer in damt. Integendeel soms. Waarom gebruiken we dan toch gere geld woorden, die onze voorvaderen hoogstwaarschijnlijk slechts uitspraken tijdens onmatige fuiven of in koortsdro men? Het antwoord zal ons nimmer worden aangereikt. Evenmin als de vraag, waarom men er in tweede instan tie regelmatig toe over schijnt te moeten gaan, de tongverstuikende termen af te korten. Rest ons slechts te snuffelen in al onze vakbladen, werkinstructies, no tulen, verslagen, circulaires, resumés en cursussen. Trachten we van hetgeen we hierin allemaal lezen eens een sprookje te vertellen, waarbij de doelstelling is, zo veel mogelijk moeilijke woorden te ge bruiken. Zonder de mening uit te dragen, hierin te slagen zou het onderstaande de inhoud kunnen worden van zulk een sprookje. Er was eens... een Etap-machine. Deze machine fungeerde lange tijd als input- medium op diverse Rabobanken, die zich de aanschaf ervan budgettair en uit ergonomisch oogpunt konden en wilden permitteren. Velen verklaarden dat een meer adequaat inputmedium tot de uto pieën behoorde. Nu was dat niet erg, want onze organisatie kampte in die da gen wel vaker met structureel utopische problematieken. Maar intelligente sy steemmanagers die deze ontwikkelingen al jaren te voren prognotiseerden, gaven een trendbeleid door het extrapoleren van elke door hen statistisch vastgestel de modificatie in de correlatie tussen de op zichzelf staande units. Dus nu begrijpt iedereen ook, waarom het allemaal geen ene moer gaf. Dat van die utopische problematieken. Op zekere dag ontwaakte midden over dag een analytisch ingestelde employé met veel oog voor het summiere detail. Hij lanceerde het idee te gaan katé-es- sen. Want in die dagen had men ter cen trale bank de nodige overlegstructuren. Die overlegstructuren zorgden trouw voor een efficiënte werking door iedere week op vrijdagmiddag het weekend te gemoet te vergaderen. En vergaderen zonder agenda, dat is nu te enen male hetzelfde als een toilet gebruiken met een kapotte waterspoeling. Dat wordt een braswerk. Om nu voor een zekere vrijdagmiddag een fatsoenlijk ogende en middagvullen- de agenda te creëren, werd naast de ge bruikelijke punten Opening, Evaluatie vorige notulen, Mogelijkheden scheppen van nieuwe probleemstellingen, Brain storming en Sluiting het punt 6 Katé-es toegevoegd. Na het uitreiken van de ver gaderagenda krabde alleman, die punt 6 las, zich eens achter het oor, over de neus en soms over lichaamsdelen, die we verder onvernoemd laten. Waarna alle krabbers en krabsters onder elkaar een informeel overleg openden en na een halve dag van model-vooroverleg het moede hoofd in de schoot legden. Maar 's anderendaags, wie schetst de verbazing, toen bij punt 6 in de vergade ring een systeemprogrammeur een be kende knetterblauwe map op de confe rentietafel kwakte, waarin exact vastge legd (niet geschreven dus) was een con cept-planning van het inhoudelijke van Katé-es, ofwel Key-to-Storage. Voor en kele spiritueel gesjeesde toehoorders ter verklaring: Key-to-Storage was alleen maar een moeilijk woord dat betekende Sleutel naar Geheugen. En dat nu, mijne heren, wou niks anders zeggen dan het geen gelimiteerd beschreven stond in het aan de orde zijnde conceptplan, te verdelen in testfasen, implementatiefa sen, evaluatiefasen en configuratiesa menstellingen. En we mogen toch aannemen, mijnheer de Voorzitter, Dames en Heren, dat elke rechtgeaarde employé geen verdergaan de explicatie nodig heeft ter ondersteu ning van de door mij expliciet gepous seerde opinie. Snappen jullie het nu nog? Fijn, dan zul len jullie ook wel snappen, waarom in de toen komende jaren vele aangesloten banken changeerden naar het hiervoor geïntroduceerde veredeld inputmedium. Op een enkele - heel domme bank, daar zeiden ze: 'Laat ze maar komen met hun computerbras. Want daar snappen wij toch de ballen niet van.' Trouwens, dat laatste kan en mag nooit hardop ge zegd worden tegen de implementerende lieden. Wij hebben schrik, dat ze dan de geleerde koppen zullen schudden bij deze alledaagse uitdrukkingen. Beter is, te zijner tijd schriftelijk mede te delen, dat het hele geautomatiseer en al wat d'r omheen zweeft onze specifieke ratio nele intelligentie te boven gaat. 't Is maar dat ge 't begrijpt. Volgend jaar gaan ze een extra hoofd stukje toevoegen aan de Secundaire Ar beidsvoorwaarden. Dit extra hoofdstukje zal getiteld zijn: 'Tegemoetkoming in de aanschaf van de meest up-to-date 26- delige encyclopedie.' Om al dat koeter waals te kunnen navlooien op de werk plek. Het sprookje zal dan besloten worden met de woorden: 'En na het invoegen van dit hoofdstukje in onze bundel Se cundaire Arbeidsvoorwaarden leefden we nog lang en gelukkig.' De Knipbeurs

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1981 | | pagina 6