ïlf A 0KTo6E<? 'do RABgODSE UITGELEZEN Hoe noodlijdend is het bestaan van een personeelsblad? Deze vraag dringt zich onwillekeurig op bij het aanschouwen van de grote stapel per soneelsbladen, die thans mijn bureau (ont)siert. De oogst is niet gering. Sinds het verschijnen van de laatste aflevering van de rubriek UIT-gelezen, in het juninummer van Raboband, hebben meer dan vijftig exemplaren van talloze personeelsbladen de bure len van de Raboband bereikt. Som mige zijn zeer professioneel uitge voerd, in offsetdruk en verluchtigd met foto's. Andere zijn wat slordig gesten cild. Het ene blad vergast de lezer op uitgebreide, informatieve artikelen, het andere tracht slechts tot vermaak te dienen. Gezien de aantallen zou je kunnen stellen dat het personeels- bladenbedrijf best floreert. Aan de andere kant stemt het lezen van de redactionele voorwoorden je wel eens tot nadenken. Met de regel maat van de klok roepen de redacties de lezers op om kopij te leveren en res pons te geven op hun werk. Zij doen dit smekend, vermanend, woedend. Je zou hieruit kunnen opmaken dat het personeel van de plaatselijke Rabo- banken niet overloopt van schrijflus- tigheid. Desondanks weten de redac tieleden met hun nimmer aflatend en thousiasme steeds weer op min of meer regelmatige tijden een produkt van de persen te laten rollen. Dat zij niet vergeten de redactie van Rabo band het resultaat van hun noeste ijver toe te sturen, doet ons deugd en vreugd. De afgelopen tijd zijn er enige nieuwe lo ten aan de personeelsbladenboom geko men. In Sneek verscheen in juni van het vorige jaar het eerste nummer van Rabsodie. Stormachtige ontwikkelingen vonden plaats, daar in het hoge Noor den. Bestond het eerste nummer nog slechts uit vier pagina's, het vierde num mer in december bevatte reeds 16 blad zijden. Rabsodie heeft hiermee zijn be staansrecht bewezen. Ook in Voorschoten heeft men zijn eigen blad. Sinds juni 1980 verschijnt hier op onregelmatige tijden De Onderzoeker. De naam van het blad werd verzonnen door Marianne Kooreman, die hiermee de eerste prijs won in een door de redac tie uitgeschreven prijsvraag. Overigens was de keus niet moeilijk. Er waren slechts twee inzendingen. De redactie van De Onderzoeker is hele maal niet te spreken over haar blad. 'Het is geen wolk van een baby. Eerder leidt het een kwijnend bestaan.' Oorzaak: geen kopij. De derde boreling, die het levenslicht zag, is OZO 3544, het personeelsblad van de Rabobank Pijnacker. OZO bete kent zoiets als Oranje Zal Overwinnen of Oranje Zwart Oranje hetgeen iets met sportkleuren te maken heeft. 3544 is de bankcode. Logisch, hè? mogelijkheden. Je kunt er opklimmen van krantenjongen tot krantenmagnaat, ledereen heeft hierover ongetwijfeld wel eens een wild en aangrijpend verhaal gelezen of gehoord. Minder bekend is het, dat Amerika ook een land is waar prachtige postzegels worden geproduceerd. Verzamelaars worden week om het hart wanneer zij Amerikaanse exemplaren onder ogen Het zijn echter niet alleen vreugdekreten die ons vanuit de plaatselijke bankpers- wereld bereiken. Zo nu en dan vernemen wij ook treurenswaardige zaken. Bijvoor beeld dat Ruud, Jos en Adri er mee stop pen. Zij balen en hebben zich als redac tie opgeheven. Genietje, het huisorgaan van de Rabobank in Hoorn zal in den vervolge worden verzorgd door de afde ling Algemene Zaken. De redactie was gedemotiveerd geraakt door gebrek aan spontane reacties op de vele verzoeken die zij in de loop der tijd aan het lezers volk had gericht. In Amstelveen was het feest. Daar be stond Balans tien jaar. In een schitte rend uitgevoerde jubileumuitgave werd dit heuglijke feit herdacht. Balans maak te de balans op en liet alle verschenen nummers eens de revue passeren, 'een bonte kaleidoscoop van feiten en ge beurtenissen, van fantasieën ook, afwis selend als het leven zelf, zoals de redac tie het poëtisch beschrijft. Een stukje ge schiedschrijving dus. Wist u dat nummer 33 van Balans zéér zeldzaam is, omdat het in een oplage van slechts één is ver schenen? Amerika is het land van de ongekende krijgen. Zij hebben er veel voor over om deze schone postzegels in hun verzamel- boek te krijgen. Ja, zij schromen niet deze kleinoden van andermans brieven te scheuren. Ook onder het personeel van de Rabo bank in Alphen aan den Rijn bevinden zich verwoede filatelisten, die de verlei ding niet kunnen weerstaan zich op deze manier de in hun verzameling ontbre kende postzegels toe te eigenen. De heer Van den Boogaard maakte zich hierover een beetje boos en schreef een ingezonden brief naar Rabarber, het blad van de Rabobank Alphen aan den Rijn. Toch mag de heer Van den Boo gaard zich nog gelukkig prijzen. Hij ont ving ten minste nog een brief, zij het zonder postzegel. Neen, dan hebben wij veel meer te doen met de heer J. A. de Groot, cliënt van de Rabobank Sloten-Badhoevedorp. Deze ontving aldus de Bankwerker in het ge heel geen post van zijn bank. De adres sering was dan ook wel een beetje vreemd. Hij woonde volgens de compu ter aan de Zie Dossiers in 1170 AD Na zenden, Waaruit blijkt, dat computers ook maar mensen zijn. De postkamer, die tot heel Veel in staat is, zond de brief als 'onbestelbaar' naar de betreffende afdeling terug.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1981 | | pagina 28