28
Hoe zou het komen dat binnen de Nederlandse taal het dialect
amper in tel is? Neem een begrip als 'algemeen beschaafd
Nederlands'. Ruimte voor gelijkwaardigheid ontbreekt
absoluut. De superioriteit ligt er duimendik bovenop.
MTTEWAAD
OPGEPOETST
IN DIALECT
ophalen zijn. De auteur zelf, dat is gek
genoeg zijn noodlot, geniet slechts ge
ringe bekendheid. Daarentegen roept
een tekening waarop de twee ondeu
gende hoofdfiguren uit het verhaal Max
und Moritz staan afgebeeld, ogenblikke
lijk bij menigeen tal van dierbare jeugd
herinneringen op. Maar natuurlijk, wie
heeft dat verhaal nou niet gelezen?
ledereen toch zeker.
Busch zelf, lang geen gemakkelijk heer,
zou de verwarring vast niet onprettig
hebben gevonden. Wie was deze man
dan, wiens werk je naast het kookboek
en de bijbel zowat in ieder Duits huisge
zin aantrof? Geboren in de omgeving
van Hannover in een tijd toen kinderen
nog veelvuldig groot werden geslagen,
brak hij een ingenieursstudie voortijdig
af om lessen te gaan volgen aan de
kunstacademies van Düsseldorf, Ant
werpen en München. Het geestelijke kli
maat daar bleek een vruchtbare voe
dingsbodem voor later werk. Weldra
verwierf Busch faam als sarcastisch
spotter. Zijn virtuoze tekenstijl in combi
natie met gevatte teksten van zijn hand,
bezorgde hem in bepaalde kringen ook
een gevreesde reputatie. Men zag hem
als vertegenwoordiger van het kwaad,
een regelrechte booswicht. Vooral de
geestelijkheid nam hij herhaaldelijk ge
nadeloos op de hak.
In Max und Moritz (voor het eerst in
^6^gepubliceei^H<on^d^rani^veiv
middels allang deel uit van het gezel
schap der onsterfelijken - onder de
kunstenaars.
Jan Klompsma, voorheen medewerker
aan de Regionale omroep Noord en de
VPRO-radio, beheert alweer sinds een
aantal jaren het Rabobankkantoor op
Schiermonnikoog. Belangstelling voor
de eigen streek en derhalve voor de ei
gen taal lijken hem aangeboren. In het
verleden leidde het al eens tot een dia
lectbewerking van Theodor Storms 'Der
Schimmelreiter', uitgezonden via de ra
dio. En nu is daar dus 'Max en Maurits-
zeuven maalstreken van twei deugenai-
ten'. Een eerste poging de ondertitel te
vertalen lijdt meteen al schipbreuk. 'Ze
ven schelmenstreken van twee belha
mels', is aardig geprobeerd, maar vast
geen schot in de roos. Zo gaat het bij ie
dere nieuwe aanzet de betekenis van be
paalde geestige woordvondsten uit de
tekstbewerking weer te geven. Ergens
halverwege het verhaal met zijn zeven
episodes ontmoeten we een school
meester-organist die 'mit gevuil en mit
veul wil/'t Kerkvolk mooi aan 't zingen
hil'. Hoe kernachtig ook, de formulering
heeft een aanzienlijke reikwijdte.
Vraag mensen naar werk van Wilhelm
Busch (1832-1908) en het resultaat zal
nogaleenseennj^zeqgen^choude^^
cn do ar schut g—
ÏtS- boven tou.
Graag of niet, de streektaalgebruiker
zal onder de gegeven omstandigheden
altijd wel vrede moeten hebben met
een Assepoestersrol. Aangezien de
buitenwacht hem namelijk niet ver
staat, ontbreken de mogelijkheden om
te bewijzen dat het voor de doorsnee
ABN-spreker ook maar behelpen is in
vergelijking tot de rijke woordenschat
waaruit menig dialect is opgebouwd.
Voor geoefende gebruikers is het een
bron vol onvermoede mogelijkheden.
Desondanks valt ook in de toekomst
nauwelijks te verwachten dat er met
meer dan welwillende belangstelling zal
worden gekeken naar propaganda-acti-
viteiten zoals Friesland die onderneemt
voor de eigen taal. Ginds gebeurt het
nog met een zeker fanatisme. Andere
streken timmeren liever niet opzienba
rend aan de weg. Groningen is er een
treffend voorbeeld van. Ongemerkt heeft
daar de uitgeverij Stabo/AII Round (Oos-
terweg 68) niettemin een indrukwek
kend fonds opgebouwd met een duide
lijk accent op de Noordnederlandse dia
lecten.
Ook de behandelde onderwerpen heb
ben nogal eens een streekeigen karak
ter. Bij de opmerkelijkste resultaten van
de laatste tijd mag zeker niet onge
noemd blijven de bewerking die Jan
Klompsma in het Hogelandster Gronings
maakte van Max und Moritz, misschien
wel het meest befaamde stripverhaal
dat ooit voor de jeugd geschreven werd.
Het behoort tot de klassieken uit de
volksliteratuur. In meer dan 30 talen ver
spreid vonden de geesteskinderen van
de schilder-schrijver Wilhelm Busch hun
weg over de hele wereld. Hijzelf, gevierd
en verguisd tijdens zijn leven, maakt in-