ioöpbaan 25 f\ I H (KM I Hf* doorstrommbeleid: KWESTIE VAM (DOOR) GROEIEN? leder personeelslid is erbij gebaat werk te doen wat het beste overeenkomt met zijn of haar capaciteiten. Ook een bedrijf heeft alle belang bij zulk een situatie, en vandaar misschien dat een begrip als 'doorstromingsbeleid' steeds vaker de aandacht trekt. Het is erop gericht me- dewerk(st)ers een functie te laten ver vullen die zoveel mogelijk past bij diens belangstelling en mogelijkheden. Dat daarbij ook met de (on)mogelijkheden van de Rabobankorganisatie rekening gehouden wordt, ligt voor de hand. On derstaand artikel gaat wat dieper in op de vraag wat er zoal komt kijken bij het realiseren van een effectief doorstro mingsbeleid. Als men de juiste man/vrouw (tijdig) op de juiste plaats wil hebben (zoals je bo venstaande doelstelling ook kunt om schrijven) zal men eerst moeten inventa riseren welk personeel nu al in de orga nisatie werkt. Het eerste hulpmiddel is dus een personeelsinventarisatie, waar bij alle belangrijke gegevens (bijvoor beeld gevolgde opleiding, leeftijd enz.) worden vastgelegd. Vervolgens moet er worden gekeken naar de manier waarop de huidige func tie door het personeel wordt uitgeoe fend. Informatie daarover kan het bedrijf verzamelen aan de hand van periodiek te voeren beoordelingsgesprekken. Als de mensen willen doorstromen, is het nodig te weten wat voor soort functie ze WPn- een personeelsplan nodig wordt om die bezetting van functies te verwezenlijken. Taakinhoud, niveau en onderlinge ver houding tussen de functies worden be paald door een functieclassificatie systeem; het salarissysteem regelt de beloning en ten slotte worden de vaca tures (bestaand en/of verwacht) in een vacaturesysteem ondergebracht. Tot zover de theorie van het systeem. sen, waar ze willen werken enz. Dit komt men door 'belangstellingsregistratie' te weten. Dan moet er nog een systeem komen waarmee inzicht wordt verkre gen in de doorgroeimogelijkheden naar andere functies (ofte wel: kan iemand ook wat hij graag wil?) en in de benodig de opleiding en training daarvoor. Zoiets wordt potentieelbeoordeling genoemd. Natuurlijk moet er dan ook voor dat aan vullende onderwijs een opleidingsplan komen en ten slotte worden boven staande losse feiten tot gerangschikte informatie gebundeld in een personeels registratie- en informatiesysteem. Meer nodig Dit alles is echter nog maar de ene zijde van de medaille. Niet alleen over het personeel, maar juist ook over de organi satie waarbinnen de mensen werken moet veel bekend zijn. Op basis van het beleidsplan zal er een organisatieplan nodig zijn, dat aan moet geven in welke richting de organisatie zich zal gaan ont wikkelen. Dit betreft dan allerlei aspec ten, van de grootte van de organisatie tot en met de soort dienstverlening die er verricht wordt. Is dat bekend, dan kan men de zaak theoretisch gaan beman- nen (in een formatieplan) waardoor er Stand van zaken Al met al een indrukwekkende lijst van instrumenten die samen het fundament voor een ideaal doorstromingsbeleid vormen. Helaas zijn nog niet alle instru menten ontwikkeld en/of ingevoerd. Al leen functieclassificatie, het vacature systeem, het salarissysteem en de be oordeling functievervulling zijn geheel of gedeeltelijk beschikbaar, zodat de mo gelijkheden om op grote schaal aan planmatige doorstroming te gaan doen beperkt zijn. We moeten dus met beide benen op de grond blijven staan en voor lopig roeien met de riemen die we heb ben. De geplande doorstroming zal daardoor eerst beperkt blijven tot binnen de eigen bank, vervolgens in de regio en op lan delijk niveau slechts voorzover er inzicht bestaat in open plaatsen (nu en in de na bije toekomst). Belangrijke rol Van opvallend grote betekenis bij de be staande instrumenten is de beoordeling functievervulling. Door een jaarlijkse be oordeling van de functie-uitoefening kan namelijk het hele doorstromingsproces op gang gebracht worden. In zo'n beoor- delinnsnesnrek nrnheren chef Sn mpHP-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1980 | | pagina 25