raboband
tweemaandelijks orgaan jaargang 6 nummer 5
voor het personeel oktober 1980
van de Rabobanken
Redactieraad
mr. Jan R. Haverkamp, voorzitter
(Centrale Rabobank)*
drs. Jan G. A. Dorresteijn, plv. voorzitter
(Centrale Rabobank)
Ben J. M. M. Bartholomeus (Pey-Mariahoop)
Tryntsje de Boer (Sneek)
Jan H. Derene (Oud-Gastel)
Yvonne Hanter (Hengelo-O.)
Sievert Hekman (Baflo)
Christoph E. G. ten Houte de Lange (Zeist)
Joop Keuning (Renkum)
Janny Venema (Stadskanaal)
Huibert Zuur (Gouda)"
leden hoofdredactie
Redactie:
Wim G. M. Aerts
Bureauredactie:
Karei de Mol
Redactieadres:
Postbus 8098
3503 SE Utrecht
telefoon (030) 36 23 96
of 36 28 94
Abonnementen
administratie:
telefoon (030) 36 26 91
Vormgeving:
Herman Jonkman
Sierd Loman (Studio
Hoonte-Holland)
Correspondenten:
Jo Boesewinkel (Someren)
Frans Broos (Helmond)
Johan Hegeman (Hellendoorn-Nijverdal)
Frans v. Hoof (Valkenswaard)
Theo ter Horst (Bodegraven)
Arie den Hoed (Culemborg)
Rene Kuzee (Bergambacht)
Ruud van Nistelrode (Veldhoven)
Fred Tuurenhout (Schipluiden)
Huub Vanhommerig (Kerkrade)
Piet Verschoof (Tilburg)
Bert Westra (Voorschoten)
Henk de Wolf (Amstelveen)
Uitgave:
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank b.a.
Fotografie:
Wim Aerts
Cito-Press (pag. 6)
Dirk Ketting (pag. 5)
Guy van Grinsven (pag. 6)
Tekeningen:
Arend van Dam
Henk Gijsbers
Herman Jonkman
Druk:
Hoonte-Holland,
Utrecht
Enkele weken 'in de lappenmand' heb
ben me goed gedaan. Mij niet alleen,
trouwens.
Ook voor mijn omgeving heeft die perio
de heilzaam gewerkt.
Ik ben minder onmisbaar gebleken dan
ik dacht te zijn.
Misschien hoopte ik ook alleen maar,
dat het zo was.
Thuis hebben ze weer eens ervaren, dat
ze zonder mij ook heel wat 'mans' zijn.
Op kantoor hebben ze het helemaal ge
makkelijk zonder mij kunnen stellen.
De eerste assistent knapte alles op en
doet dat nog.
Alle andere medewerkers en -sters heb
ben er een schepje bovenop gedaan.
Zodoende heeft praktisch geen van de
cliënten hoeven te merken, dat de eigen
lijke baas feitelijk ontbrak.
Hij wordt niet of nauwelijks gemist.
Toen ik letterlijk lopend patiënt was ge
worden, toen ik ze in de straat ging te
genkomen op tijden waarop werkende
mensen plegen te werken, toen gingen
ze me op de bank missen, de cliënten.
Toen kwamen ze erachter, dat ze me op
kantoor al zo lang niet gezien hadden.
Zo gaat dat.
Of je ook opvalt...
Of ze je ook kunnen missen...
Een goede les was het, dat wel.
Verder is er niets aan de hand.
Na een paar maanden, na mijn herstel
keer ik gewoon op kantoor terug, op
mijn eigen vertrouwde plaats.
Zo gaat dat, in mijn geval.
Ik heb dan wel te doen met mensen, die
dat niet gegeven is, zo'n terugkeer.
Mensen, die ook voor langere tijd bui
tenspel zijn gezet om medische redenen
of om een andere reden, en die niet op
hun oude plaats kunnen terugkeren of
voor wie helemaal geen terugkeer mo
gelijk is.
Wanneer je, als bestuur of als directeur,
vaststelt dat het met een medewerker of
medewerkster in je organisatie niet lan
ger meer gaat, neem je dan ook een ge
weldig ingrijpende beslissing als je be
sluit de betrokkene het nog langer deel
nemen in je bedrijf op te zeggen, buiten
spel te zetten.
Dat kan ingrijpend zijn, geweldig ingrij
pend!
En zo'n besluit wordt soms schijnbaar zo
gemakkelijk genomen...
H. J. J. Reintjes, alg. voorzitter VDR
Vereniging Directeuren van Rabobanken
Postbus 318, 5201 AH Den Bosch
Wat sta je er overigens ook figuurlijk
gauw helemaal buiten als je zo'n twee
maanden of iets langer buiten het bedrijf
hebt gestaan of gelegen.
Je ziet dan de dagelijkse post niet, de
circulaires, de verslagen, de vacatures
enz.
Je krijgt dan de geregelde telefoontjes
niet;
je neemt dan niet deel aan vergaderin
gen;
je ontmoet geen collega's.
Dat is echter allemaal nog niets vergele
ken bij het niet meer deelnemen aan het
leven op kantoor, aan de communicatie
daar ter plaatse en het contact met de
beheerders.
Je hebt geen weet meer van wat er
voorvalt.
En alles gaat door.
Dat betreft niet alleen het werk op kan
toor, dat slaat ook op het advieswerk in
commissies, dat heeft te maken met het
schoolbestuur en met het bestuur van
de fanfare, met het hele reilen en zeilen
in het dorp.
Wat sta je er gauw helemaal naast I
Wat gaat dat vlug!
Die les heb ik ook geleerd.