t
22
zoal mee ziet geconfronteerd, maakt
bankdirecteur Veenstra met graagte een
plek in diens dagprogramma vrij. 'De be
zetting van 40 personeelsleden,' zo stelt
hij, 'kan normaal het verhaal goed aan.'
Gedurende het echte seizoen echter is er
dringend versterking van 8 a 10 hulp
krachten nodig. Men recruteert ze uit de
hoogste klassen van middelbare school
of pedagogische academie. Aan belang
stelling geen gebrek. Na een eerste jaar
zijn er altijd wel verzoekjes om 's jaars
daarna weer mee te mogen draaien. On
der de aangeworven categorie school
verlaters blijkt het aantal potentiële ge
gadigden voor een vaste baan bij de
bank vrij groot. De extra personeelsbe
zetting maakt het de vaste personeelsle
den mogelijk ook een beetje op geschik
te tijden van wat vakantie te genieten.
Maar het is vooral toch de publieke toe
loop die in het seizoen constant extra in
zet vergt. Bankdirecteur Veenstra: 'De
eigen bevolking is dan zo druk in de
weer met de vakantiegangers dat be
paalde sectoren van ons bankbedrijf na
genoeg stil liggen. De kredietverlening,
het reisgebeuren etc. Onze reisbalie in
Den Burg wordt dus afgestemd op de
toeristenstroom. Je wilt de vaste klant
immers zo min mogelijk last laten onder
vinden van de extra drukte.
Andersom is het voor de vakantieganger
van belang te kunnen rekenen op ons
dienstbetoon.'
Boerenzondag
Terwijl gedurende het winterseizoen een
beheerder en een medewerkster geza
menlijk het werk wel af kunnen op de vijf
Texelse bankkantoren buiten Den Burg,
draait in De Koog gedurende het topsei-
zoen een kantoor dat in menige stads
wijk niet zou misstaan, elke ochtend per
manent met drie hulpkrachten plus be
heerder. Tweemaal wekelijks kan men
dan ook in de overige plaatsen voor
bankzaken terecht. Op maandagen - in
de Texelse volksmond boerenzondag ge
heten- als in Den Burg (schapen)markt
gehouden wordt kan het dorpscentrum
een vergelijking met de Kalverstraat van
weleer glansrijk doorstaan. Enkele cij
fers: op maandagochtend (tijdens de op
tocht van de lege portemonnees, grapt
de bankbevolking) krijgt het kantoor Den
Burg een derde van de totale weekpro-
duktie te verwerken. Naar schatting be
treft het 3500 mutaties op zo'n dag, het
is geen uitzondering als er meer dan
1000 betaal- en eurocheques ingewis
seld en verwerkt dienen te worden. Han
Pastoor: 'Een categorie apart vormen de
Duitsers. De Duitser dringt voor, dat
hoort bij het type, het is hem eigen. Is hij
eenmaal tot de balie doorgedrongen dan
heeft hij alle tijd van de wereld voor je.
We hebben het eens tijdens de drukte
van de schapenmarkt meegemaakt dat
zo'n lawaaierige Duitser door een paar
potige veehouders resoluut in de kraag
werd gevat. Die maken daar absoluut
geen punt van. Jij moet gewoon even
wachten tot het je beurt is, was het
enige begeleidende commentaar.'
Het kantoor De Koog maakt in de zo
mermaanden melding van zo'n 350 kas
handelingen per ochtend. Er wordt bij-
verteld: 'De tijd datje eerst een stel sla
pers moest verwijderen alvorens de deur
open kon, hebben we gelukkig gehad.
Maar een uitpuilend kantoor is geen uit
zondering. Soms moet er omstreeks het
middaguur echt iemand bij de deur op
wacht staan en laatkomers de toegang
ontzeggen. Anders zit je er vast en zeker
tot 3 uur 's middags. Als beheerder daar
kun je gewoon voorspellen of het kan
toor bestormd zal worden of dat er kans
op een dagje met aardige spreiding van
de publieke belangstelling bestaat. Wij
zijn daar afhankelijk van het zonnetje.
Campinggasten namelijk willen graag
genieten van elk straaltje zon.'
t
-T V
(On)nodige drukte
Onder die vakantiegangers, hoe kan het
anders, is een aanzienlijke schare Rabo-
bankcliënten. Hun aanwezigheid resul
teert in de nodige en soms ook in onno
dige bedrijvigheid voor de collega's op
Texel. Vanuit hun praktijkervaring bezien
ze met gemengde gevoelens de gang
van zaken die 'de overkant' kennelijk als
gebruikelijk ervaart, althans hier en daar.
Dat laatste wordt erom misverstanden
te voorkomen meteen nadrukkelijk aan
toegevoegd. Veentra: 'Wij moeten
deze winkel open houden en we
proberen zoveel mogelijk prachtig en
prima op te lossen. Wij zijn - dat klopt
toch, zeker? - mede een stuk gezicht
van onze organisatie. Als hier dus toeris
ten komen dan ligt de zorg voor hen er
als opdracht aan ons. Inclusief alle extra
inspanning, en ofschoon we best buiten
die toeristische klant zouden kunnen.'
Uit het volgende betoog wordt duidelijk
hoezeer het moeite kost onder alle om
standigheden te leven naar het motto:
een argeloze cliënt mag nooit de dupe
worden. Er bestaan toch wel ernstige
bedenkingen tegen de (incidenteel)
heersende mentaliteit van collega-ban
ken die hun klanten op vakantie sturen
met het advies: 'Als je geld tekort komt,
stap je maar naar de plaatselijke bank
ginds. Dan bellen ze van daaruit wel effe
met ons...' Waarom niet wat meer be
grip voor onze situatie, zo vraagt Veen
stra zich af. En meewarig het hoofd
schuddend: 'Ja, ja, het is toch wat.
Schatrijk worden we er nog eens een
keer van. Het vorstelijk bedrag van 4,50
gulden per 'belklant' is ons nu al in het
vooruitzicht gesteld wegens dat onder
linge dienstbetoon. Neem alleen al eens
het tijdverlies. Terwijl elke chequehan
deling of het omwisselen van vreemde
valuta eenvoudig secondenwerk blijft.'
Belklanten
Uit zijn woorden spreekt onmacht, een
zekere frustratie ook. Waarom proberen
collega-banken hun publiek niet te be
wegen tot een intensief gebruik van be
taal- of eurocheques. Veentra: 'Stuur je
klant toch bewust op reis. De meeste
banken beseffen niet wat de consequen
ties voor ons zijn van het begrip onder
ling dienstbetoon.' Zelfs maakt men het
mee dat Rabobankklanten geld van hun
rekening op komen nemen terwijl ze hun
betaalcheques op zak hebben. Veentra:
'Collega's zijn natuurlijk altijd helemaal
welkom bij ons, al kunnen wij natuurlijk
zoiets niet aan hun neus zien. Daar kijkt
de een of ander weieens raar van op
wanneer het personeel hem op basis
van de gegeven instructies gewoon for
meel behandelen wil.'
Het is een geluid dat we aansluitend uit
de personeelsrijen nog eens in diverse
varianten te beluisteren krijgen: 'Je krijgt
vaak de meest extreme reacties, en dat
bij de extra spanning waaronder je toch
al werkt. Vragen als 'Is de legitimatie
goed?' of 'Is dat te wisselen papier
echt?' houden je toch bezig. En bij dat
alles krijg je dan nog de onbekende geld-
vragers die op de beginvraag 'Mag ik
dan uw pasje even?', verbaasd uitroepen: