N 14 een konijn voor hem. Van wat anderen aan vakantiereizen uitgeven, daar kan ik mijn paarden voor houden en daar heb ik dan het hele jaar door plezier aan. Hoe vaak niet gebeurt het dat we 's avonds nog gauw even inspannen? De kaarskes in de koetslantaarns ontsteken en dan een rit bij volle maan over de bospaden. Geloof me, niks mooiers bestaat er als dat.' Dan gaat het huiswaarts. Koetsiers ge ven hun paarden tijdens die slotetappe nog een laatste keer de vrije teugel. Het heimwee voor mijn part naar een vervlo gen tijd,' bekent een passagier spontaan. Een onstuitbare lofzang op het onvolpre zen tijdperk van voor-de-auto begint. Karavaanleider Tijssen na een poos waarschuwend: 'We gaan gereed ma ken.' Hij wil onderweg nog ergens uit spannen. Het wordt een pleisterplaats net voorbij de Belgische grens. Daar wachten de boterhammen met zult, de koffie en de dansvloer. Het machtige mechanische orgel van de Antwerpse gebroeders De Cap davert en dreunt. Een orgie van geluid en licht. Rood, geel blauw, rose. Piet Tijssen, de stuwende kracht achter dit uitstapje en zelf ver woed paardenliefhebber, ploft ook even aan één van de tafeltjes neer en infor meert bezorgd of we denken dat ieder een zich een weinig amuseert. 'De meesten zal het toch meegevallen zijn; 'nen schonen dag, niet dan?' De schaar se thuisblijvers hadden ongelijk, stellen we tevreden vast. Jan Abrahams be aamt het volmondig. 'Jazeker. Zo'n tochtje is onvergetelijk en ik verwacht dat het de meesten nog lang zal heu gen.' Tijssen glundert trots. Had hij het de bestuursleden al niet voorspeld? 'Ge moedelijkheid da's iets wat je hier nog wel aantreft onder de mensen. Het leven is toch vaak al zo weinig. Een beetje ple zier, dat is tóch zeker het enige wat een arm mens tekort komt? Het zijn dikwijls maar kleine dingen. De veearts houdt mijn paarden bij. Daar hoor ik nooit wat van. Omgekeerd komt hij op z'n tijd bij ■yuMAAfa ï- -u gaat hard. Passeermanoeuvres op volle snelheid. 'Zonder stukken' dokkert bij het vallen van de avond onze karavaan dan weer over Hapertse straatkeien. Moe maar voldaan, zoals dat heet, scha ren de leden van het reisgezelschap zich alvast voor een glaasje rond de borrelta fel. De eerste heldhaftige verhalen laten niet lang op zich wachten. Piet Tijssen ontbreekt. 'Eerst even het perd uitspan nen en verzorgen.' Een echte paarden liefhebber, inderdaad.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1980 | | pagina 14