Een winderige septembermiddag ergens in de Kempen. Dertien koet
sen, bespannen met briesende paarden. Een bont gezelschap, uitge
dost in passende kledij, bevolkt de sjeesjes, de parkwagens en een en
kele herenjachtwagen. Het sfeertje uit de boeken van Toon Kortooms
of Antoon Coolen lijkt te herleven.
Deelnemers
nostalgische
koetsentocht:
DIK W°® Jf Wff K
Nauwkeuriger onderzoek van de passa
giers anno 1980 leert dat achter de ver
momming van al dan niet gebefte Bra
bantse boeren en grote heren een groep
Rabobankdirecteuren schuil gaat, verge
zeld van 'hunne dames'. Jawel hoor, ook
'het schortengetuig' is van de partij,
smaakvol gekleed nog wel volgens het
modebeeld van weleer. Volop schouder
manteltjes en prachtige neusdoeken
dus, maar ook eenvoudige knipmutsen
naast deftige zondagse poffers die,
zichtbaar, al het nodige hebben meege
maakt. Wijzend naar het rieten mandje
dat ze draagt, legt een opoe van middel
bare leeftijd bereidwillig uit waar de uit
drukking 'op bezoek gaan met een krom
me arm' vandaan komt. De bijbehorende
gulle gaven ontbreken echter. Het korfje
is leeg...
In 'De Poort van Brabant' te Hapert ver
zamelt het gezelschap zich kort na het
middaguur. 'Aha, wij zijn toch niet de
enige boeren, dat zie ik wel.' Er klinkt op
luchting door in de stem die het zegt. De
veertig aanwezigen hebben soms moei
te genoeg gehad de benodigde spullen
in een min of meer passende maat op te
scharrelen. Een reeks telefoontjes was
wel het minste. Soms reikte een toneel
club de helpende hand, soms ook lever
den de zolders van hulpvaardige Rabo-
bankklanten zeer bruikbare attributen
op. En toch plaatste een kenner bij het
vertrek een kritische noot: 'Maar goed,
dat die man flinke oren heeft. Anders
had je wat kunnen beleven met zo'n
hoed...'
De Hilvarenbeekse bankdirecteur Abra
hams ('Jan, je hebt voor mij toch zeker
een mak paard gevraagd?') licht namens
het bestuur van de Tilburgse directeu-