Beeldje krijgt
doopnaam
ue zere pieK Komt weer eens dioot. uat aacnt ik,
toen we onlangs een bijeenkomst met onze cor
respondenten hadden. Daar hoor je in een pret
tige sfeer nog eens iets, watje langs 'officiële
kanalen' moeilijk bereikt. Zo het verhaal over die
medewerker, die een andere functie kreeg, waar
door hij met automatisering in aanraking kwam.
De man wilde zich - zeer lofwaardig - daarover
wat breder oriënteren. Of het nu over KTS of
over KIK ging weet ik niet, maar de man had en
kreeg geen informatie. Hij snuffelde er zelfs een
paar jaargangen van het maandblad 'Rabobank'
op door, maar ook daar vond hij natuurlijk niet
het meer specifieke dat hij zocht.
Toch is dit specifieke er 'ergens' volop. Ik denk
bijvoorbeeld aan de aparte 'automatiserings
nummers' van In Formatie. Er komt trouwens
vrijwel dagelijks een stroom van wetenswaar
digheden bij iedere bank binnen, op allerlei ter
reinen. Teveel zelfs, zeggen sommigen die het
maar moeten verwerken.
Maar nu dat zere been. Vrijwel algemeen bleek
de klacht, dat die informatie onvoldoende door
stroomt naar de personeelsleden. Te vaak, zo
hoorde je zeggen, blijven thans nog feiten en za
ken ergens 'onderweg' steken bij bestuur, direc
teur of staf van een bank. En dat moest toch niet
zo zijnTerecht opgemerkt, want het is frustre
rend als je je interesse niet kunt bevredigen.
Daarbij werd echter ook duidelijk gezegd, dat
zo'n achterhouden van informatie zelden een
kwestie van onwil is. De fout is alleen, dat ie
mand gewoonlijk alleen maar doorgeeft, wat hij
zélf voor een ander belangrijk acht en zich daar
bij niet realiseert, dat die anderen ook voor de
'achtergehouden' informatie wel degelijk be
langstelling hebben.
De informatieontvangers onder ons zouden zich
inderdaad veel meer bewust moeten afvragen of
ze hun informatiebezit niet met anderen moeten
delen, omdat die er ook best wat aan kunnen
hebben. Aan dat 'kunnen' hoefje niet gauw te
twijfelen. Het is altijd beter informatiedoorgever
te zijn dan bureaula- of prullenbakkenvuller! Na
tuurlijk doet niemand bewust iets waardevols in
zo'n prullenbak belanden, het gaat er daarbij ech
ter om eerst even te bedenken dat zo'n stuk ook
de gezonde belangstelling van je medewerkers
kan hebben.
Wie de schoen past trekke hem aanNiemand
hoeft dat pijn te doen - tenzij hij onwillig is -
want eerlijk gezegd past die schoen op z'n tijd
ons allemaal. Het kan geen kwaad, dat ook eens
van een ander te horen.
Er is nog een spijker, die een flinke tik verdient.
Want de liefde mag niet van één kant komen.
Uit mijn eigen tijd bij de vroegere Utrechtse
Centrale Bank herinner ik me dat daar ook weer
eens ontevredenheid ontstond over het gebrek
kige doorstromen van informatie. We hadden er
zelfs een gesprek over met de directie. Ir. J. S.
Keijser, de toenmalige directeur, zegde royaal
alle medewerking toe. maar hij zei ook: 'Jullie
moeten er vooral ook zelf achterheen zitten, blijf
niet zitten wachten tot een ander je iets komt
vertellen, vréég ernaar, ga ernaar op zoek en doe
je mond openZó kom je er achter en zó komen
wij, als we het vergeten zouden zijn, ook te we
ten wat jullie wensen.'
Actief zijn van beide kanten, dat is het. Als de
ene kant het hoe dan ook laat zitten, kun je met
een beetje vrijmoedige eigen 'nieuwsgaring' een
heel eind komen en zelfs die ene kant tot beter
schap bewegen. Ik ben er van overtuigd, dat de
meeste informatiebezitters zich daardoor tot een
betere verspreiding van 'nieuws' gestimuleerd
zullen voelen. Neem de proef op de somJ R H
'Je moet toch wat doen,' zeggen ze laconiek bij de Rabobank in Hoensbroek. Het
gaat over een opmerkelijk beeldje, ontstaan door toedoen van de Limburgse kunste
naar Frans Carlier. Hij vervaardigde het in opdracht van de bank toen die zoals het
heet 'een gebaar' wilde maken bij de opening van een nieuw bankkantoor aan de
Ganzenweide in Heerlerheide. Tot zover niets bijzonders, ledereen reageerde en
thousiast en voor afdrukken van een tekening waarop het monumentje stond afge
beeld, bestond veel meer dan bevredigende belangstelling.
Maar zie, de bronzen afbeelding van die
vrouwspersoon uit vroeger tijden stond
nauwelijks op haar sokkel gemetseld, of
er kwam in Heerlerheide een merkwaar
dig proces op gang. Vooral inwoners
vanaf middelbare leeftijd begonnen met
steeds meer stelligheid te beweren dat
ze wisten door welke lokale historische
figuur de beeldhouwer zich bij diens
werk had laten inspireren. Men meende
het type van de marktvrouw te herken
nen en weer later ging het herkennings
proces nog een stapje verder, ledereen
sprak over 'het eiervruike'. Het zorgelijk
kijkende vrouwtje met haar manden vol
eieren en die krachtige werkhanden
groeide uit tot een waar symbool van de
handelsgeest der plaatselijke bevolking.
Het bracht directie en medewerkers van
de Hoensbroekse Rabobank op de ge
dachte dat er eigenlijk best eens een
echte doopnaam voor 'Het eiervruike'
mocht komen. Het denkbeeld er een
prijsvraag aan te verbinden was daarna
gauw genoeg gerealiseerd. Voor de be
kroonde inzending werd een meerdaag
se reis voor twee personen naar Parijs in
het verschiet gesteld. Reacties lieten
niet lang op zich wachten. Er kwamen bij
de bank tientallen inzendingen en sug
gesties binnen, dikwijls voorzien van uit
gebreide (historische) toelichtingen en
verklaringen. Sommige deelnemers her
innerden zich uit hun jeugd nog levendig
de betekenis van Heerlerheide als han
delscentrum. Er werd flink in eieren en
boter gehandeld. Vrouwen die met een
korf eieren ventend van deur tot deur
gingen behoorden destijds tot het ge
bruikelijke straatbeeld. Ook op marktda
gen stapte menig eiervruike door de
straten. Een flink aantal onder de inzen
ders was er zelfs rotsvast van overtuigd
dat de bronzen vrouw nabij het Rabo-
bankkantoor niemand anders kon zijn
dan 't Keppe-An, in gangbaar Neder
lands Anna, echtgenote van Caspar. De
dialectsprekers verbasterden de man
nennaam zonder scrupules tot Kep(pe).
Lang hoefde de jury dus niet te wikken
en te wegen alvorens men met de uit
slag in de openbaarheid trad. De stem
des volks kreeg gehoor en voor een van
de meest bekende volksfiguren beteken
de het tegelijk een onverwacht eerbe
toon.
Intussen is wel gebleken dat de aanwe
zigheid van het monument aan de Gan
zenweide niet alleen inspirerend werkt
op de omgeving. Kennelijk heeft het
standbeeldje hier en daar ook destruc
tieve gedachten weten op te roepen,
want onder bescherming van het nach
telijk donker hebben onbekende vanda
len het kunstwerk van z'n sokkel ge
haald. Buurtbewoners waarschuwden
echter prompt de politie die korte tijd la
ter de bronzen marktkoopvrouw weer
vrijwel ongedeerd in de omgeving aan
trof. 'Een lolligheidje. Vermoedelijk niet
meer dan kwajongenswerk,' aldus een
zegsman.