■■■■■■■■■■■Hl Geur ■HU IN HET SPIONNETJE Ruikt u dat ook? Nu snuffelt u even, maar vermoedelijk zegt u: nee, ik ruik niets. Na tuurlijk is dat dan niet helemaal juist want alle mogelijke geuren omringen ons. Hout, verf, lijm, de pas gekookte worteltjes, de bloemen in de kamer. Als ik u vraag of u ook die azijnlucht ruikt, dan is de kans groot dat u antwoordt: hé ja, wat gek, dat is me helemaal niet opge vallen. U ruikt azijn, ook al is die geur he lemaal niet aanwezig. Het is vreemd met dat ruiken. Ons reuk vermogen is het zintuig waar we ons het minst bewust van zijn, dat het minst ge traind is en dat we ook gemakkelijk iets wijs kunnen maken. Het is ook het zintuig dat we vaak maar weinig waarderen. Een tijd geleden vertelde iemand mij dat haar dochter door een ziekte niet meer kon ruiken. Ik reageerde beleefd door te zeggen dat dat erg naar was, maar diep in mijn hart zag ik dat nu niet direct als een ramp en ik begreep niet dat die moeder daar zo tragisch over deed. Ik dacht, nou, zoveel lekkers is er niet te ruiken. Loop maar eens op een warme zo mermiddag door Amsterdam en haal dan eens diep adem. Ons reukorgaan wordt dan beslist niet gestreeld. Natuurlijk, het is naar als je niets meer ruikt, maar zo vrese lijk leek mij dat toch niet. Ik zou snel tot andere gedachten komen en ontdekken dat het buitengewoon deprime rend is om niet te kunnen ruiken. Kort na het gesprek met die moeder kreeg ik name lijk een uitnodiging voor een Geursymposi- um, dat eind maart in Utrecht werd gehou den. Ik vroeg mij af hoe je nu een hele dag van tien tot vier over geur en ruiken zou kunnen praten. Eerlijk gezegd intrigeerde me dat zo dat ik me die dag vrij maakte en me met zeer veel anderen in het onderwerp verdiepte. Het was nog vroeg toen ik binnenkwam en samen met een collega dronk ik een kopje koffie, waar we natuurlijk eerst demonstra tief aan roken. Toen gingen we naar de grote zaal en keken naar al die mensen die kennelijk meer informatie over ruiken wil den hebben. Opeens zei mijn collega: 'Aardig idee hè, ze brengen een parfumgeur in de zaal. Erg toepasselijk. Ruik je wel, een hele wolk. Dat gaat zeker via de airconditioning.' Ik snoof intens en rook het ook. Een heerlijke bloemengeur verspreidde zich door de 1 O zaal. Dat dacht ik ten minste. Toen ik in de pauze aan een van de organisatoren vroeg hoe ze dat voor elkaar kregen, keek hij me Mien Holthuizen heel verbaasd aan. 'Een bloemengeur? Nee, daar is geen sprake van want je kunt die geur wel in de zaal krijgen, maar hoe krijg je die er weer uit? Als je een hele dag in een parfumgeur moet zitten is dat hele maal niet plezierig.' Pure verbeelding dus. Wat kun je elkaar toch veel aanpraten. De hooggeleerde sprekers en mensen uit de praktijk hebben me wel overtuigd van het belang van ons reukvermogen. Ruiken kan zelfs je leven redden. Iemand ruikt een brandlucht. Hij zal onmiddellijk gaan kij ken waar die vandaan komt. Giftige stoffen kun je vaak ruiken, behalve de sluipmoor denaar koolmonoxyde. Een onplezierige geur of de afwezigheid van geur kan aan een bepaald produkt sterk afbreuk doen. Nooit zal ik vergeten dat ik tijdens een reis naar het zuiden van Frankrijk in een beroemde rozenkwekerij een bos schitterende rozen aangeboden kreeg. Ik was enorm verrast. Nog zelden had ik zulke prachtige rozen gezien en ik deed wat iedere vrouw in zo'n geval doet, ik boog me over de rozen en met dichte ogen snoof ik. Ik verwachtte een heerlijke zoete rozengeur, maar ik had net zo goed aan plastic bloemen kunnen ruiken want de rozen roken naar niets. Ik sprak er mijn verwondering over uit. 'Ja, wat wilt u,' reageerde de kweker. 'We proberen steeds mooiere rozen te kweken, ieder jaar aparter, maar dat gaat wel ten koste van de geur.' De rozen bleven mooi, maar een belangrijk deel van het genot was verdwenen. We zijn van mening dat we sexueel aan trekkelijker zijn als we ons met een bij onze persoonlijkheid passend geurtje om ringen. Vrouwen geven kapitalen uit voor een flesje met geur. Goede parfum is erg duur, maar dat lijkt niet meer zo vreemd als we weten dat de parfumeur in zijn geur- compositie ongeveer drieduizend verschil lende grondstoffen verwerkt. Duur, maar toch is de vraag erg groot. De reukstoffen- en cosmetica-industrie in de Verenigde Staten had in 1977 een omzet van een miljard dollar en dan vooral wat betreft geurige produkten voor de vrouw. In Frankrijk was de omzet in datzelfde jaar 1,3 miljard dollar. Daar zijn trouwens ook de 'geur'-bestrijders bij, de deodorants. Nu mannen in deze tijd ook van reukstoffen gebruik gaan maken, zal die omzet nog wel stijgen. Het is vreemd, maar we beseffen helemaal niet dat we de hele dag geuren ruiken. Her innert u zich nog wat u vandaag al zo gero ken hebt? U weet wel wat u gehoord, ge zien en geproefd hebt. Maar geroken we hebben ons vermogen bewust te ruiken voor een deel verloren. Toch wordt er door de commercie voor een groot deel gespeculeerd op ons vaak onbe wust vermogen tot ruiken. Waspoeder heeft een geur, die de illusie van 'wit' op roept. Als we boenwas ruiken, zeggen we: wat ruikt het hier schoon. Ik was in Engeland eens in een kleine bak kerswinkel. Het was geen warme bakker, het brood kwam van de fabriek. Maar de man vertelde me dat hij een spuitbus had waarmee hij 's morgens even de pui en het interieur van zijn winkel bespoot. Een heerlijke geur van vers brood lokte de men sen naar binnen. Nep, natuurlijk, maar de neus wil ook wat. Ook al zijn we ons dat dan niet meer be wust, geuren spelen een belangrijke rol in ons leven. En niet alleen bij ons, ook dieren hebben de geur ingebouwd in hun leefpa troon. Als u met vakantie bent geweest en u hebt uw hond meegenomen, dan zal hij bij thuiskomst onmiddellijk zijn eigen terri torium afbakenen door overal plasjes te doen. Andere honden weten dan dat ze in overtreding zijn als ze binnen zijn afbake ning komen. Vrouwtjes van bepaalde vlindersoorten scheiden een geurstof af, die de mannetjes van dezelfde soort over een afstand van twintig kilometer naar haar toe lokken. Op het symposium hoorde ik een nogal on smakelijk verhaal, dat toch heel opmerke lijk is. Er zijn nogal wat mensen die de geur van hun eigen uitwerpselen en urine zeer wel kunnen waarderen. En of u het ge looft of niet, in bijna alle soorten parfums komt een vleug van die luchtjes voor. Hoewel we ons reukorgaan wat hebben la ten verkommeren, het vermogen tot ruiken behoort bij ons mens-zijn. Geuren omrin gen ons, goede en slechte, maar we kunnen ze vaak nauwelijks onderscheiden. Velen van ons proberen in deze tijd wat be wuster te leven. Sedert het Utrechtse Geur- symposium zal menigeen overtuigd zijn dat het bewust ruiken daar een belangrijke bijdrage aan zal kunnen geven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1980 | | pagina 18