Geen grote problemen bij invoering KTS 18 Voor het onderzoek naar de praktische aspecten van de invoering van KTS bij de proefbanken zijn enkele projectgroepen geformeerd voor de onderscheiden deelaspecten van het totale project. Zo is een projectgroep werkzaam geweest die de soci ale en organisatorische aspecten van de invoering van KTS heeft onderzocht. Van deze projectgroep maakte de al eerder genoemde werkgroep Ergonomie deel uit. De proefbanken waren: Rabobank Amsterdam, sinds 15 december 1978 Rabobank Flevoland, sinds 15 december 1978 Rabobank Nuenen, sinds 12 januari 1979 Rabobank Blerick, sinds 9 februari 1979 Rabobank Apeldoorn, sinds 27 april 1979 Rabobank Bodegraven, sinds 27 april 1979 Rabobank Nijmegen, sinds 27 april 1979 De proefbanken zijn door leden van de projectgroep, voorafgaand aan de invoering van KTS, bezocht om de toenmalige situatie en de eventueel daarin te ver wachten wijzigingen gezamenlijk onder ogen te zien. Een dergelijk bezoek werd herhaald na invoering van KTS, waarbij naast de invloed op de kwantiteit en de kwaliteit van het werk met name ook aandacht werd besteed aan de ergonomische aspecten van de opstel ling van de apparatuur, het meubilair en de overige condities van de werkomgeving. Zowel voorafgaand aan als na de implementatie van KTS werden geen grote problemen op organi satorisch of sociaal terrein gesignaleerd. De conclu sie lijkt daarom gerechtvaardigd, dat de implemen tatie van het KTS-systeem op grotere schaal op deze terreinen geen problemen van betekenis zal ontmoeten. Veel aandacht genoot de zogenaamde ogentest, welke bij elke bij het KTS-project betrokken medewerker van de proefbanken werd afgenomen. Mede door het on geveer gelijktijdig verschijnen van een aantal negatie ve publikaties over dit aspect werd aan deze speciale test in sommige gevallen door betrokkenen teveel ge wicht toegekendl® De bedoeling van deze test, die periodiek zal dienen te worden herhaald, is geweest om eventuele negatieve invloeden van het werken met beeldschermen op het gezichtsvermogen na verloop van tijd te kunnen vast stellen en daarop alert te blijven, alsmede om mede- ïaal gezichtsvermogen ge geven ter verbetering daar- werkers met een niet opti richte adviezen te kunnen van. Vooi wat betreft o^recnïstreekse gevolgen van de in voering van KTS voor de organisatie van een aangeslo ten bank werd geconstateerd, dat deze zich beperken tot veranderingen in de administratieve procedures, doordat een duidelijke functiescheiding ontstaat tus sen de diverse aan de input-verzorging verbonden werkzaamheden of taken, welke echter op zichzelf niet wezenlijk veranderen. De door deze hergroepering ont stane strakkere combinatie van taken óf strakkere organisatie wordt door de leiding van de proefbanken en hun interne controleurs als een duidelijk voordeel van KTS ervaren. Voorts kan verandering in de mate van (de-)centralisa- tie van de input-verzorging gevolgen hebben voor de baliefuncties. Overgang op gedecentraliseerde verwer king leidt tot uitbreiding van de baliefunctie met admi- nistratiefgerichte taken. Centralisatie daarentegen leidt tot vermindering van administratieve taken en daardoor tot een concentra tie op commerciële taken. Deze veranderingen werden nergens als problematisch ervaren. Overgang op centralisatie zal in een aantal ge vallen leiden tot behoefte aan aanvullende scholing op commercieel terrein. In een aantal gevallen hebben proefbanken de invoe ring van KTS aangegrepen om meer ingrijpende reor ganisaties te realiseren. Deze organisatorische wijzi gingen zijn geen rechtstreeks gevolg van KTS en de daarmee beoogde effecten hadden veelal ook zonder KTS kunnen worden verwezenlijkt. Wel betekent een dergelijke gelijktijdige invoering van organisatorische veranderingen met qe introductie van KTS een ver zwaring voor de imp ementatie van KTS. Enquête Ten einde nl de imp ementatie een inzicht te verkrij gen in alle mogelijke!sociale en organisatorische as pecten van <je invoeiing van KTS bij de betrokken me dewerkers zelf is bij jde eerste) vier proefbanken een uitgebreide enquête ingesteld onder alle bij het KTS- project betrokken medewerkers van deze proefbanken, waaraan, blijkens een nagenoeg 100 response, alle medewerking is verleend. Analyse van de enquête resultaten leerde, dat de invoering van KTS door de overgrote meerderheid van de medewerkers van de proefbanken als een verbetering is ervaren. Nadrukke lijk is getracht door de inhoud van de vragenlijst met name de mogelijk minder positieve kanten van KTS naar voren te halen, ten einde daarin verbetering te kunnen aanbrengen. Daarbij werd vooral gelet op het voorkomen van: a lichamelijke klachten, zoals last van de ogen, rug, nek of het hoofd; b psychische klachten, zoals saai, te veel of vermoei end werk. Deze problemen blijken zich voor te doen naarmati men langer achtereen aan de apparatuur werkt. H dient te worden voorzien door een grotere roulati^ andere combinatie van taken. Aandacht is dan ook gevraagd voor een herzienin de takenpakketten door een betere afstemming van de taken op de interesses en ontplooiingsmogelijkheden van de betrokkenen, daarbij rekening houdend met de noodzakelijke variatie in te verrichten werkzaamheden. Zulks kan tevens leiden tot de bepleite aandacht voor 'werkbevrediging'. Ook aan de directeuren van de proefbanken zijn vra genlijsten voorgelegd met voor hen relevante vragen. Ook daaruit kwamen geen verontrustende gevolgen van de invoering van KTS naar voren. Vrij algemeen werd daarin gesteld, dat de invoering van KTS heeft geleid tot een capaciteitsvergunning, welke op ver schillende wijzen wordt aangewend, eStot een betere werkverdeling en organisatie. Aandacht werdije- vraagd voor een aanpassing van de functiebeschrijvin gen in het kader van de functieclassificatie. De uitwer king hiervan heeft inmiddels geleerd, dat de aangepas te functiebeschrijvingen niet zullen leiden tot classifi catie-wijzigingen. erin De uitkomsten van de enquêtes bij mcdewerkei directeuren van de vier eerste proefbanken zijn |rs en behan-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1980 | | pagina 48