Rabobank Q Bank voor baby's ook. '...meent de Commissie te moeten aanbevelen de aangesloten banken op afzienbare termijn binnen de werkingssfeer te brengen van de CAO voor het Bankbedrijf.' Zo luidt de belangrijkste aanbeveling van het in terimrapport, dat vorige maand door de Commis sie Arbeidsverhoudingen aan de Centrale Kring vergadering is uitgebracht. En wat het nader overleg en beraad binnen de organisatie ook zal opleveren, dat rapport is in ieder geval een knap stukje werk. Die Commissie heeft de zaak van alle kanten bekeken. Zo op het oog is onze hui dige situatie nog niet eens zo gek: onze banken zijn om zo te zeggen vrij hun eigen arbeidsvoor waarden vast te stellen, maar omdat vrijwel alge meen de adviezen van de centrale bank, gewoon lijk gebaseerd op die van de Adviescommissie Sociaal Beleid Rabobanken, worden opgevolgd, is er in onze organisatie gelukkig een grote har monisatie in het sociale beleid ontstaan. Wie ver der kijkt, ziet echter de bezwaren van dit systeem. De vrijheid van onze banken is immers maar heel betrekkelijk, want ze kunnen moeilijk anders doen dan de Bank-CAO volgen. Ze zijn daaraan wel niet gebonden, ze zijn er immers niet als par tij bij betrokken, maar een CAO die geldt voor cir ca 65 CKX) werknemers in het bankbedrijf - inclu sief circa 4000 van de centrale bank - kun je niet negeren. Dat zo zijnde, kun je beter als partij toe treden. De Rabobankorganisatie als geheel zou aan werkgeverszijde in de CAO-besprekingen meer gewicht in de schaal leggen, dan wanneer zoals nu de centrale bank formeel alleen maar op haar eigen 4000 personeelsleden kan wijzen. Ver geet ook niet, dat de werknemers van onze ban ken, zo'n 21 000 in getal, thans op geen enkele wijze invloed op het CAO-pakket kunnen hebben. En toch hebben ze indirect net als onze banken groot belang bij dat pakket. De hedendaagse maatschappelijke inzichten over de verhouding werkgever-werknemer vereisen volgens de Com missie een duidelijke regeling van de rechtsposi tie van zoveel medewerkers. En dat kan het best via een CAO die zowel voor het personeel van de aangesloten banken als voor dat van de centrale bank geldt. Aardig is dat ook de 'gevoelsmatige kant' in het rapport terdege bekeken is. Waarom houden we deze zaak niet helemaal in eigen hand? Hetzij via een eigen categorale CAO, zoals de VPR voor staat, hetzij door de huidige situatie te besten digen, waar de VDR voor bleek te voelen. We zijn toch coöperatieve 'do-it-yourselfers', die er in goed onderling overleg en onderlinge solidariteit zonder 'buitenstaanders' wel uitkomen? De Com missie heeft dat alles serieus gewikt en gewogen, maar beveelt toch de Bank-CAO als uiteindelijk te verkiezen mogelijkheid aan. Een aparte Rabo- CAO is naar haar overtuiging onhaalbaar en ook ongewenst en bestendiging van de huidige situa tie biedt zeker geen oplossing. Wel meent zij dat de directeuren van de banken niet onder de CAO zullen moeten vallen. Hun functie heeft daarvoor een te uitgesproken 'werkgeverssignatuur'. De Commissie is niet bang, dat door de CAO al lengs het 'eigen gezicht' van onze organisatie zal vervagen. Ten slotte zijn de CAO-voorwaarden, zo zegt de Commissie, 'betrekkelijk neutrale grootheden'. Juist buiten de sfeer van de CAO is er een zeer ruim terrein, waarop we met 'eigen kaders' zullen blijven werken. En daar zal de ei gen aard, het typische van het sociaal beleid van de Rabobanken, aan de dag moeten treden! Voorbeelden als bijvoorbeeld ons recente Be leidsplan voor de Automatisering bewijzen dit. Tot zover dat rapport. Genoeg voor een indruk van de grote lijnen. Het woord is nu eerst aan de kringen, die hun opinie erover moeten geven. JRH Mogen we even voorstellen? Dit is opa, alias Geert Ruhwandel. Amsterdam mer. Jazeker. In hart en nieren nog wel. Sinds een jaar mag hij gerekend wor den tot de categorie pensioentrekkers onder de landgenoten, maar het belette hem niet zich met jeugdig elan in te zetten als model in een van de jongste Rabobank-reclamecampagnes. Na aldus tot ieders tevredenheid zijn de buut te hebben gemaakt in een adver tentie die extra aandacht aan het Rabo bank Kinderspaarplan moest schenken, verschijnt 'opa' met ingang van deze maand ook in de Nederlandse huis bioscopen. Het gaat om een nieuwe TV- commercial die in opdracht van de Ra bobankorganisatie is gemaakt. Zoals be kend hebben de Rabobanken dit jaar in totaal voor circa vijftig reclamebood schappen zendtijd kunnen kopen en het 30-seconden spotje rond opa Ruhwan del is bedoeld als aanvulling op het be staande assortiment. Het besluit iets nieuws te gaan maken hield geen enkel verband met de vrees dat het publiek zou zijn 'uitgekeken' op het beschikbare STER-materiaal. De kans daarop is mi niem want onderzoekcijfers op het ter rein van de kijkdichtheid hebben aange toond dat aan commercials- ook al door de teruglopende kijkcijfers - hooguit een ondersteunende werking kan worden toegeschreven. Concreet gezegd: van de 50 STER-boodschappen die een bedrijf toegewezen krijgt, ziet de Nederlander er slechts drie... Het advertentieportret van opa Ruhwandel, zo leerden de on- derzoekgegevens, bleek door het publiek zo goed herkend te worden dat in sa menspraak met regisseur Harrie Geelen en het reclamebureau Recla Janssens uit Amsterdam werd besloten daar op voort te borduren. Met als resultaat een STER-spot die is opgebouwd met als uit gangspunt een serie foto's. Ze laten zien hoe een trotse opa wat onhandig met zijn kleinkind een bank betreedt. Dat de brave man eigenlijk niet met het kind overweg kan is meteen een duidelijke zaak. Opa zelf is voortdurend aan het woord, brengt als het ware verslag uit van zijn bezoek aan de bank dat tot doel heeft te vragen 'of jullie ook een speciale spaarrekening hebben voor hem hier. Mijn kleinzoon. Hij heet Pieter. Naar mij...' Zegt Geert Ruhwandel met een stalen gezicht. Maar terwijl zijn gelegen heidsopa het leugentje vertelt kijkt de fi gurant op z'n arm naar hem op met een uitdrukking die slechts dankbaarheid verraadt over zo'n gulle grootvader.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1980 | | pagina 3