rsr. «"««5 c Voor een cent van 1924 kun je bij Malle Pietje 2 nieuwe paardjes- klokken komen halen. Linde straat 34, Asten. Voor aardappelen en eieren, bel initiatief honder&v ■iden gulden u\ Loopt de cent op z'n laatste benen? Heeft hij nou echt z'n langste tijd ge had? Dit voorjaar leek het er werkelijk op, na de zoveelste alarmerende be richtenstroom over een aanhoudend gebrek aan centen. Het ministerie van financiën stelde een muntnota in het verschiet met als strekking: afschaf fing van de cent als betaalmiddel en invoering van een nieuwe stuiver. Wel zou de cent z'n betekenis moeten hou den als rekeneenheid, waarbij te beta len eindbedragen voortaan op een stuiver behoorden te worden afge rond. Wat er van de plannen terecht komt is overigens nog een open vraag nu de geestelijke vader in het kielzog van de afgetreden minister Andriessen achter de politieke horizon verdween. Voor de zoveelste keer heeft de cent niettemin bewezen het merkwaardig ste onderdeel van de Nederlandse muntreeks te zijn. Hoeveel stormen heeft de cent al moe ten doorstaan sinds de introductie in de jaren 1815-1816? Tot 1877 werd de cent nog uit zuiver koper geslagen, maar om slijtage tegen te gaan intro duceerde men vanaf toen de bronzen cent. Een eventuele afschaffing van de cent lijkt wat op het verdwijnen van het 2,5 cent-stuk. Deze munten wer den voor het eerst geslagen in 1877. In de jaren twintig verdwenen ze op gro te schaal in de gasmeters, toen er voor dat doel nog geen speciale penningen bestonden. In de eerste bezettingsja ren stierf de munt een geruisloze dood en datzelfde lot lijkt nu de cent be schoren. Dat de cent nog eens grote verzamel waarde krijgt is niet aanne melijk. Alleen de eerste jaargangen blijken buitengewoon zeldzaam. Wat er uit die beginjaren nog over is brengt soms wel 25 gulden per stuk op, net zoveel als exemplaren uit bepaalde re geringsjaren van Wilhelmina. De jaren 1907, 1913, 1924 en 1931 met name zijn onder verzamelaars erg gewild. Wat de hedendaagse cent betreft doet zich het vreemde verschijnsel voor dat alleen al de kosten van aanmaak of fa bricage per exemplaar bijna het drie voudige bedragen van de waarde die de cent als betaalmiddel vertegen woordigt. Maar ook wie op grond hier van denkt dat het winstgevend kan zijn om centen vast te houden, heeft het mis. Het is verre van lucratief aan gezien geen opkoper er belangstelling voor zal tonen. Het omsmelten van centen is namelijk niet lonend. Per cent ligt de zuivere metaalwaarde be neden zijn waarde als betaalmiddel, terwijl ook nog de metaalsamenstel ling geen gangbare handelslegering is. Pas na de nodige extra behandelingen zouden gesmolten centen weer als metaal verhandeld kunnen worden. 'De Nederlanders zitten op hun centen'. Iets anders valt moeilijk aan te nemen bij een eerste onderzoek ter verklaring van de aanhoudende berichtenstroom op het thema 'centen tekort'. Nu eens haalt een meneer uit Arnhem de voorpagina's van alle kranten als hij per advertentie f 12,50 biedt voor 1000 exemplaren van onze kleinste munteenheid, dan weer zijn het een aantal Rabobanken die ten einde raad via een actie verlichting zoe ken voor de permanente centennood. Evenals de grote groep anonieme kla gers vinden zij de vaardige rekenmees ters op het ministerie van financiën te genover zich. Een zekere triomf is hen niet vreemd als zij met beleefde glimlach hun gave cijferreeksen te voorschijn to veren. Daar staat het zwart op wit; nie mand kan eraan voorbij: er zijn momen teel 1,7 miljard centen in omloop, en jaarlijks wordt de voorraad met zo'n 1 5

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1980 | | pagina 26