4 z u
Bankdirecteur doet
universiteit in vrije tijd
'Op de sportvelden hier is het
's avonds een drukte van belang, le
dereen rent zich rot om een bal te be
machtigen. Waarna vervolgens het
ding weer zo hard mogelijk weg wordt
geschopt. Och, je hoeft maar ergens
aardigheid in te hebben. Als je op
sportgebied weten wilt of je wat pres
teert, moet je wedstrijden gaan spe
len. Zo ligt het eigenlijk ook bij mij.
Met dit verschil dat tentamens en
examens voor mij de betekenis hebben
van wedstrijden.'
De stem in de directiekamer van de As-
tense Rabobank klinkt laconiek. Haastig
glijdt er een dunne glimlach over het ge
zicht aan de overzijde van het bureau.
Bankdirecteur Gerrits pauzeert een
ogenblik. Alsof hij er zeker van wil zijn
dat alles ook onberispelijk wordt geno
teerd. Dan hervat hij zijn betoog meedo
genloos met een rekensommetje: 'Per
week heeft ieder mens toch de beschik
king over 168 uur, nietwaar? Daarvan
ben je er veertig kwijt aan het werk.
Maar wat doe je met de rest van de tijd,
al die andere uren? Auto wassen? Tuin
spitten? Visites? Het kan gebeuren dat
door allerlei maatschappelijke dingen je
tijd wordt opgeslokt. Gemiddeld zijn
daardoor bij mij ook wel eens avonden
per week bezet. Maar wat dan nog...?'
Vorige maand is 'de baas' bij de Astense
Rabobank 51 jaar geworden. Het bete
kende ('even kijken wat er die week ver
der nog op het avondprogramma stond')
dat er drie avonden niets van studie te
recht kwam. Maar niettemin verscheen
hij dezer dagen aan de katholieke econo
mische hogeschool te Tilburg voor een
'commissie van drie' om er doctoraal
examen in de bedrijfseconomie te doen.
En dat was dan dat. Opnieuw werd een
in 1973 begonnen periode van enthousi
aste vrijetijdsstudie met succes be
kroond. Deze maand verdedigde de heer
Gerrits het afstudeerwerkstuk dat hij af
gelopen winter op papier zette. De laat
ste hinderpaal op weg naar de universi
taire titel werd in dit geval genomen met
een wetenschappelijk verantwoord trac-
taat over vraagstukken die verband hou
den met het beoordelen van de krediet
waardigheid in midden- en kleinbedrijf.
Gerrits: 'Duidelijke raakvlakken dus met
het terrein van mijn dagelijkse werk.
Maar waarom niet? Je moet ook om je
zelf te beschermen wel een duidelijkjer-
rein afbakenen. Is dat eenmaal gebeurd,
dan kom je als praktijkman overigens al
gauw tot de ontdekking dat het gemak
kelijker over zo'n onderwerp vertelt dan
dat het zich beschrijven laat. Vergeet
niet, je kunt niet zomaar een stelling po
neren zonder ook bewijzen voor de juist
heid ervan aan te dragen.' Vanuit de be
schikbare literatuur begon de Astenaar
eerst maar eens op een rijtje te zetten en
te analyseren wat hij aan theorieën over
dit onderwerp tegenkwam. Daarna
kwam de vraag 'Hoe krijg ik de veelheid
van materiaal in een hokje gemeten, hoe
krijg ik dat alles zo op papier dat er lijn in
zit? Vervolgens neem je de praktijk als
leidraad en ga je analyseren wat je zoal
doet tijdens de kredietbeoordekng.'
De Astense bankdirecteur komt in diens
scriptie uiteindelijk tot de slotsom dat de
liquiditeit op een bepaald moment vol-'
strekt niet van invloed is op de krediet
waardigheid van een onderneming.
Waarbij hij aantekent dat het in feite de
bank is die het 'artikel' liquiditeit levert.
De vraag die bij het beluisteren van een
enthousiast studierelaas als het voren
staande natuurlijk op ieders lippen
brandt, heeft vooral met het waarom te
maken. Wat drijft iemand, die kort tevo
ren een beetje spijtig heeft geconsta
teerd dat veel jongelui tegenwoordig
niet aan echt studeren toekomen hoe
wel het hun vooruitzichten zou verbete
ren? Peinzend en bedachtzaam: 'Pas als
ze goed en wel getrouwd zijn, ja dan wil
len ze wel studeren. Eerder heeft men er
geen tijd voor, dat is de redenering al
thans. Ja kijk, als het zo moet... Ik be
perk doelbewust mijn visites. Er is een
zekere discipline en planning vereist. En
een bepaald karakter, ook dat misschien.
Ik meen bijvoorbeeld nog steeds dat ik
elke puzzel die me onder ogen komt op
moet lossen. Het is de sport, de uitda
ging. En studeren temidden van het ge
zin natuurlijk. Dat is de enige mogelijk
heid eigenlijk. Ik heb voor schriftelijke
cursussen wel opgaven gedaan bij de
TV! Had ik ten minste het voetballen ook
gezien toen het huiswerk af was. En
maar hoogst zelden is mijn vrouw dege
ne die voorstelt te gaan slapen...'
'Tja, hoe komt zoiets?' klinkt het op
nieuw wat ontwijkend op de herhaalde
vraag naar die opmerkelijke studiezin. 'Ik
had niks te doen en toen dacht ik: laten
we maar eens kijken wat het wordt,
niet?' Weer die afgemeten, bijna minza
me ondertoon. Maar intussen is daar als
een ongewilde maar niet weg te cijferen
verklaring toch het verhaal over afkomst
en huiselijke omstandigheden. Ze heb
ben de latere Astense bankdirecteur
heel vroeg al geleerd wat doorzetten be
tekende en knokken. 'Men kan zich te
genwoordig nauwelijks die situaties nog
voorstellen. Thuis op de boerderij was ik
de oudste van vijf jongens. Voor voort
gezet onderwijs moest je vanuit Mill