vragen aan
bekende Nederlanders
Simon
Carmiggelt
Joost den
Draaijer
Wim
Kan
Joseph
Luns
Bert
Haanstra
raag Welke schooloplei
ding hebt u gehad?
raag Behoorde u tot de
2 uitblinkers of ging u
steeds met de hak
ken over de sloot
over?
ag Werd u door uw le
raren achter de
broek gezeten en
hebben zij u een
mislukking in de
maatschappij voor
speld?
■raag Hebt u veel dreigin-
a gen van uw vader
T moeten doorstaan?
raag Bent u weieens blij-
5 ven zitten? Zo ja, in
welke klas?
raag Wat waren uw ge
middelde rapportcij-
fers?
Welke waren uw
beste vakken?
raag Aan welke vakken
Bhad u een grondige
hekel en waarom?
Wat was het beroep
van uw vader?
Aan welke eigen
schappen schrijft u
uw succes toe?
Lagere school en
twee klassen van de
Handelsdagschool.
Ik was bepaald geen
uitblinker. Ik had op
de lagere school bij
lessen en ging 'met
pijn' over.
Sommige leraren
voorspelden vaak
mijn mislukking. Op
grond van mijn pres
taties hadden ze
daar grondige rede
nen voor.
Neen, mijn vader
was niet zo'n drei-
ger. Hij zei weieens
somber dat ik geen
zonnige toekomst te
gemoet ging.
Ja. Twee keer in de
tweede klas van de
Handelsdagschool.
Toen moest ik eraf.
Op de HBS had ik
alle cijfers tussen
een 1 voor wiskunde
en een 9 voor teke
nen.
Tekenen en geschie
denis.
Aan wiskunde, om
dat ik er niets van
snapte en aan han-
delsrekenen omdat
ik het zo vervelend
vond.
V ertegen woordiger
van een conserven-
fabriek.
Weet ik niet. Je
schrijft herkenbaar,
dat wel.
Gymnasium-A en 3
jaar studie Neder
lands.
In sommige vakken
(talen en dan speci
aal klassieke) was ik
zéér goed en in wis
kunde zeer slecht.
Ja, maar dat voor
spelden ze de mees
ten wel.
Ja. Mijn vader zat
mij erg achter de
broek. Ben ik hem
nog dankbaar voor.
Ja, in de vijfde.
Redelijk.
Talen en geschiede
nis.
Van wiskunde en
aanverwante vakken
door gebrek aan ta
lent.
Leraar.
Geen idee.
7 jaar L.O., 3 jaar
gymnasium (waar
nog geen twee klas
sen werden gepas
seerd). 1 jaar z.g.
'schakelschool' en 3
jaar toneelschool.
Ik was beslist geen
uitblinker, op geen
enkele school.
Ja! Mijn leraar oude
talen zei tegen mijn
moeder: 'Laat hem
maar in de wei lo
pen.'
Neen. Mijn vader
was, geloof ik. zijn
tijd ver vooruit en
hechtte niet zo zeer
aan mijn schoolrap
porten.
Ja ja. In de eerste
klas van het gymna
sium. Het jaar daar
op ging ik naar de
tweede klas en bleef
toen weer zitten.
Op 't gym (waar 5 't
hoogste was) onge
veer 2
Nederlands (opstel
maken kon ik goed).
Aardrijkskunde
vond ik leuk.
Latijn en Grieks.
Zag er (toen) het
'nut' niet van in.
Minister van Bin
nenlandse Zaken en
Landbouw (in het
kabinet-De Geer).
Aan doorzettings
vermogen op die
(zeer weinige) terrei
nen welke mijn be
langstelling hebben.
Acht dagen acht uur
per dag werken aan
één liedje bijvoor
beeld.
Het seizoen dat half Nederland aan
examentafeltjes zit te zweten, is weer aan
gebroken. Lange tijd daarvoor en ook tij
dens die spannende uren of dagen wordt er
gewerkt alsof het leven ervan afhangt: voor
wie zakt of maar nauwelijks slaagt, ligt het
stempel zo ongeveer al klaar: 'voor het le
ven mislukt'.
Gymnasium en uni
versiteit (rechten) en
1 jaar economie
(London School of
Economy).
Ik had over het alge
meen goede rappor
ten.
Ik had een hekel aan
huiswerk en dat gaf
nogal eens moeilijk
heden. Voorzover ik
mij herinner werd
mij nooit een maat
schappelijke misluk
king voorspeld.
Neen.
Neen.
Tussen 7+ en 8.
Aardrijkskunde
geschiedenis.
en
Chemie, aangezien
ik dit vak moeilijk
en weinig nuttig
vond.
Hoogleraar te Delft
en kunsthistoricus.
Aan het feit dat mijn
werkkring juist die
sectoren bestrijkt
(diplomatie en poli
tiek) waarvoor ik
sinds mijn jeugd al
tijd de grootste be
langstelling had en
waarin ik mij steeds
het meest verdiept
heb.
Drie jaar MULO,
drie jaar kweek
school. Later Rijks
academie voor Beel
dende Kunsten.
Op de lagere school
en de MULO tot de
betere, daarna op
kweekschool mid
delmatig.
Neen, toch niet.
Neen. Hij zag wel in
dat ik geen aanleg
voor studie had.
Ja. Laatste jaar
kweek.
Begin zevens tot
achten, later zessen.
Talen en tekenen.
Aan 'leer'-vakken
als aardrijkskunde
en geschiedenis, om
dat de nadruk werd
gelegd op het uit het
hoofd leren van dro
ge feiten.
Hoofdonderwijzer,
later kunstschilder.
Creativiteit en de wil
mijn vak technisch te
beheersen. En ver
der? Interesse voor
mensen, gevoel voor
humor, geduld, door
zettingsvermogen en
een dosis ijdelheid.