tv hrl Een zaterdagochtend in Nieuwegein. Enkele passanten blijven verwonderd staan. Hun eerste reactie is er een van ongeloof. Iemand denkt nog wat sla perig aan gezichtsbedrog aanvanke lijk. Spoedig daarna echter groeit de overtuiging dat het bittere ernst is. Twee hijskranen wrikken en trekken wat aan een uitbouw opzij bij de plaat- ^.O selijke Rabobank en lopen even later netjes in de maat weg met in hun sta len armen... de complete kluis. Alsof het een vederlicht pakketje betreft worden vervolgens de tachtig ton ge wicht weer doodleuk geparkeerd op hun nieuwe, voorlopige, plaats van be stemming: de achtergevel van het bankgebouw. Een staaltje precisie werk van formaat. De leek staat met open mond maar wat te gapen bij al dat machtig vertoon. 'Och, zo heeft ieder zijn vak,' grijnst uit voerder Toon Kuipers en hij legt uit dat we hier weliswaar met een tamelijk on gebruikelijke vertoning te maken heb ben, maar dat de term buitensporig nou ook wel weer wat overtrokken is. 'Daar komt toch wat anders voor kijken. Zo'n gewicht van 80 ton is weliswaar aardig, maar het plaatst je niet voor grote pro blemen als je het kort bij de kraan kunt houden en er geen grote afstanden mee hoeft te slepen. Nu konden we volstaan met twee hydraulische kranen, elk met een hefvermogen van 110 ton. Ze doen in ons bedrijf aardig mee, maar echt gro te jongens zijn het niet. Ons enige pro bleem hier was de gelijke verdeling van het gewicht. We hebben dus boven en onder een paar behoorlijke gaten in de kluiswand geboord. Daar zijn staven door geschoven waaraan we vervolgens stalen trekplaten schroefden. Daarna hoefde er alleen nog maar aangepikt en gehesen te worden.' Een buitensporige vertoning of niet, de vaklui van de Rabobank in Nieuwegein zien de verplaatsing van de kluis niet ten onrechte zo'n beetje als illustratief voor de tegenwoordige gang van zaken in hun werkgebied. Voor een juist begrip moet er even een kleine sprong in het verleden gemaakt worden. Aan het be gin van de jaren zeventig bestaat de ge meente Nieuwegein nog slechts op pa pier, in de bureaulades op het Haagse ministerie en bij de provincie Utrecht. Ten zuiden van de domstad liggen dan in het vlakke polderland twee vriendelijke dorpjes: Vreeswijk en Jutphaas. Ze om vatten gezamenlijk iets van 13 000 zie len. Dan valt de beslissing beide plaat sen samen te voegen tot Nieuwegein en ze als zogenaamde groeikern te bestem pelen, voornamelijk voor opvang van de bevolkingsoverloop uit de stad Utrecht. Wat het inhoudt verduidelijken de cijfers beter dan wat ook. Momenteel telt Nieu wegein alvast 37 000 inwoners en het is de bedoeling dat dit bevolkingsaantal in de naaste toekomst zal uitgroeien tot 60 000 en wellicht zelfs meer. Het houdt in dat er per jaar gemiddeld zo'n 2000 woningen gerealiseerd moeten worden. Centraal tussen de beide kernen verwe zenlijkt Nieuwegein een compleet nieuw stadscentrum. Op hun beurt zijn de Ne derlandse Spoorwegen inmiddels druk doende met de realisering van een rail- lijn, in de toekomst bedoeld om dagelijks de grote mensenstroom van en naar Utrecht per sneltram te kunnen vervoe ren. Het spreekt vanzelf dat deze en der gelijke ontwikkelingen de plaatselijke Rabobank niet ongemoeid laten. Men staat er om zo te zeggen middenin, soms met alle ongemakken maar net zo goed ook met de enerverende spannin gen en de uitdagingen die ermee ver band houden. Er liggen wat dat betreft volop kansen en daar is de bankbevol- king zich ook ten volle van bewust. Op het terrein van de uitzettingen met name

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1980 | | pagina 28