man nu op f 30 625. Tel uit je winst. Het
positieve verschil van f 4375,- wordt al
leen veroorzaakt doordat over de salaris
verhogingen na zijn Rabobankstart de
maximaal verkrijgbare 40 pensioenjaren
in aanmerking genomen worden, tegen
30 jaar bij de normale (eindloon) rege
ling.
Betroffen de voorgaande veranderingen
nog uitsluitend het ouderdomspensioen,
ook de bepalingen met betrekking tot
het weduwenpensioen en het wezen
pensioen bleven niet ongemoeid.
Een algemene opmerking vooraf: de
hoogte van beide voorzieningen is ge
koppeld aan het ouderdomspensioen.
Het weduwepensioen ligt algemeen ge
sproken op driekwart van het ouder
domspensioen, terwijl er in het kader
van de wezenverzorging per kind twintig
procent wordt uitgekeerd van het ouder
domspensioen. Ook hier zijn de voorde
len evident: veelal worden wezenpensi
oenen niet gekoppeld aan het ouder
domspensioen, maar aan het - lagere
weduwenpensioen. De Rabobankrege-
ling kent voor het wezenpensioen ook
geen beperking in het aantal kinderen
voor wie de uitkering geldt. Er wordt uit
gekeerd totdat het kind de 21 -jarige
leeftijd bereikt of - bij studerende kinde
ren uiterlijk tot hun studie erop zit. In
dit geval geldt de 27-jarige leeftijd
als uiterste grens. Ook hier heeft de ver
anderende maatschappijstructuur zicht
baar doorgewerkt in het nieuwe pensi
oenreglement. Pleegkinderen, adoptie
kinderen en kinderen van ongehuwde
moeders kunnen ten volle aanspraak
doen gelden op wezenpensioen. Direc
teur Bakker van het Rabobankpensioen-
fonds: 'Indien er kinderen zijn staat de
vraag of er ook sprake is van een wettig
huwelijk geheel buiten ons werk. Als een
ongetrouwde deelneemster overlijdt en
zij laat minderjarige kinderen na dan gel
den voor hen gelijke rechten. Je mag
geen kind straffen voor de alternatieve
leefwijze van de volwassene(n). Precies
zo is het verhaal voor geadopteerde kin
deren.'
Graag gaat hij aansluitend nader in op
een paar onduidelijkheden rond het we
duwenpensioen. Nogal eens wordt de
vraag gesteld wat er op pensioengebied
gebeurt wanneer een man tijdens zijn
loopbaan diens vrouw verliest en nader
hand hertrouwt. Het antwoord luidt kort
maar krachtig: ook die vrouw heeft weer
volledig recht op weduwenpensioen.
Net zo goed denkbaar is de situatie
waarin een werknemer komt te overlij
den. Diens weduwe hertrouwt eveneens
na enige tijd. De vraag luidt dan: ver
speelt zij op dat moment haar wedu
wenpensioen? Het antwoord bestaat uit
een zeer beslist nee. Jaap Bakker: 'Ook
als een vrouw hertrouwt blijft het wedu
wenpensioen uitbetaald. Je voorkomt zo
de narigheid dat je mensen - terwijl ze
dat in de grond van hun hart niet willen
- dwingt te gaan samenwonen uit finan
ciële motieven.'
Er is trouwens - zo blijkt - in nog een
ander opzicht gedacht aan de vrouw van
een overleden werknemer. In een aantal
gevallen (wanneer er geen kinderen zijn
en de vrouw als haar man overlijdt jon
ger is dan veertig jaar) ontvangt zij geen
uitkering volgens de Algemene Wedu
wen- en Wezenwet, maar telkens wan
neer de overheid het af laat weten
springt het pensioenfonds bij. De moge
lijkheid daartoe is gecreëerd door aan
het pensioenreglement 1978 een paar
extra's te koppelen die heel toepasselijk
de naam 'franjebepalingen' meekregen.
Hoewel het niet direct in verband staat
met de invoering van het nieuwe pensi
oenreglement attendeert SPR-directeur
Bakker toch even op een ander veelal
verwaarloosd aspect van het onderne
mingspensioenfonds. 'Er bestaat bij ons
stilzwijgend de onderlinge afspraak dat
we geen mensen met een verhoogd risi
co buitensluiten, terwijl je dat elders
toch maar al te vaak nog wel ziet gebeu
ren. Wij stellen ons dan op het stand
punt: liever de premie omhoog dan een
beknotting van de rechten. Zo zijn stel
selmatig alle uitsluitingen vervangen
door premieverhogingen. Je hoeft in je
pensioenfonds niet alleen kerngezonde
mensen onder te brengen. Dat geeft
geen pas. Het is niet de gemakkelijkste
kant van ons werk, maar wel een essen
tieel onderdeel.'
In de praktijk blijkt het doorstaan van
een aanstellingskeuring tevens te funge
ren als toelating tot het pensioenfonds.
Een van SPR-wege ingeschakeld me
disch adviseur beoordeelt dan uitslui
tend nog of - en zo jahoe groot - de
verhoogde risicokans is voor ieder af
zonderlijk. De heer Bakker hamert in dit
verband sterk op het belang van een
aanstellingskeuring. 'Zonder een keu
ringsrapport beginnen wij weinig. Je
moet als verzekeraar zeer nauwkeurig
een actueel inzicht hebben in de op
bouw van de risicodragende groep. Zon
der gegevens valt er voor ons niet te
werken. Het geldt precies zo voor de
verwerking van de talrijke mutaties, sa
lariswijzigingen enz. Wat dat betreft zijn
we volledig afhankelijk. Pas als we ook
van de laatste deelnemer bij de laatste
bank de cijfertjes binnen hebben kunnen
wij aan de gang. Ik moet - hoe spijtig
het ook klinkt - zeggen dat er wat dat
betreft toch nogal wat te wensen over
blijft.'
Zoals verwacht mocht worden hebben
de Utrechtse pensioenspecialisten een
ruim aantal vragen te verhapstukken ge
kregen in de voorbije maanden. Ze had
den het tevoren kunnen voorspellen,
aangezien voor het begin van 1980 zoals
bekend elke deelnemer uitdrukkelijk
kenbaar moest maken volgens welk
pensioenreglement hij of zij verzekerd
wenste te blijven. Wie zweeg - en het
was de groep die de overgrote meerder
heid vormde - werd zodoende automa
tisch aanhanger van het nieuwe pensi
oenreglement. Maar met speculeren op
de gemakzucht van de mens had het
kiezen van die formule niets te doen. De
pensioenafdeling verstrekte daarente
gen zelfs alle verzekerden keurige cijfer-
overzichten, met daarop de financiële
consequenties van de beide keuzemoge
lijkheden. Deze service had het voorspel
bare gevolg dat alles bijeen enkele tien
tallen collega's bleven vasthouden aan
het uit 1973 daterende pensioenadvies.
Jaap Bakker: 'Ik kan me voorstellen dat
een enkeling er inderdaad beter uit
springt, ten minste wanneer het iemand
betreft met weinig dienstjaren binnen de
Rabobankorganisatie. Het sommetje
gaat ook alleen maar op als de betrokke-