Pensioenkwesties: onwetendheid is nog groot Vragen over leven en dood, slapers en trekkers Een gure winteravond ergens in Nederland. Slagregens. Spekglad is de weg. De vermoeide chauffeur van een vrachtwagen ziet een voorrangs bord over het hoofd en davert de rijbaan op, nét als een 23-jarige brom fietser passeert. Ontwijken is niet meer mogelijk. In vólle vaart klapt de knul tegen de vrachtkolos. Verslagenheid alom. Loeiende sirenes van een Dit verhaal is verzonnen, maar hoe ge makkelijk kunnen zulk soort bedenksels vandaag of morgen trieste werkelijkheid worden hier of daar in een carrière die nog maar amper begonnen is. En dan? Misschien overheersen aanvankelijk de emoties nog, het verdriet. Maar na ver loop van tijd rijzen gegarandeerd vragen als: 'Hoe moet dat nu met de opbouw van een pensioenvoorziening?' Directeur Jaap Bakker van de Stichting Pensioenfonds Rabobankorganisatie gaat er eens goed voor zitten, alvorens van wal te steken. 'Zo'n verkeersslacht offer zou in veel gevallen helaas de boot missen. Zolang je ongehuwd bent of jon ger dan 25 jaar, geldt er nog geen pensi oenregeling. Ook volgens het vroegere pensioenreglemenl binnen de Rabobankwereld zou zo'n collega niks krijgen. Die onbillijkheid, en het is er maar een uit de hele reeks, hebben we echter sinds kort opgevangen via het pensioenreglement 1978. Het betekent dat ook voor zo'n verkeersslachtoffer op basis van wat hij verdiende de opbouw van rechten voor het ouderdomspensi oen plaatsvindt alsof er niets aan de hand is.' Bovenstaande schets, bedoeld om een stukje onwetendheid weg te nemen, ry m geeft opeens een verrassende kijk op het arbeidsveld van de pensioendeskun digen. Er is juist de voorbije maanden het nodige met die pensioenen aan de hand geweest. Maar wat? Die kardinale vraag hebben vast een (groot) aantal collega's zich gesteld. Ook de Rabo- bandredactie wilde er graag eens het fij ne van weten, en dat was aanleiding ter oriëntatie eens een kijkje te gaan nemen in de pensioenkeuken. Weldra blijkt daarbij dat de ogenschijn lijk gortdroge SPR-kost juist volop aan sluiting te zien geeft met allerlei ontwik kelingen die er in de maatschappij aan de gang zijn. Er wordt nadrukkelijk op in gespeeld. Zomaar een paar willekeurige voorbeeldjes, verworvenheden die zijn ingebouwd in het zopas in werking ge treden nieuwe pensioenreglement. We praten even over de mogelijkheid tot deelname voor vrouwelijk personeel. Vroeger moest de werkende vrouw de leeftijd van 30 jaar bereikt hebben alvo rens zij mocht toetreden. Voor onge trouwde mannen daarentegen lag die grens bij 25 jaar. Het is een van de onge lijkheden die werden rechtgezet. Een andere aanpassing heeft betrekking op de pensioenvoorziening voor part timers. In het verleden kon iemand met een deeltijdbaan geen enkele aanspraak doen gelden. Ook dat is momenteel ge regeld. Ben je eenmaal als parttimer vijf jaar werkzaam in een betrekking die de helft of meer van een normale dagtaak omvat, dan kun je - met terugwerkende kracht - verzekerd zijn van pensioenop bouw. Een volgend punt van belang geldt al de genen die in hun loopbaan van betrek king veranderen. Een volledig pensioen gaat uit van veertig dienstjaren, doorge bracht binnen een en dezelfde onderne ming. Met als gevolg dat bij iemand die na tien jaar overstapte naar een andere werkkring alle volgende salarisverhogin gen nog slechts gedeeltelijk doorwerk ten in de opbouw van het pensioen. In Rabobankverband is aan die onbillijkheid een eind gemaakt, uit de overtuiging dat zowel voor werknemer als werkgever de situatie niet gunstig was. Het gangbare pensioenbeleid betekende een rem om van werkkring te veranderen, vooral bij werknemers van gevorderde leeftijd. Het concrete voordeel blijkt het beste uit een cijfervoorbeeld. Neem iemand die als 35-jarige met een salaris van f 25 000,- bij de Rabobank komt wer ken. Hij kan dan nog 30 dienstjaren sco ren en dat levert 30 x 1,75 van f 25 000,- aan pensioenrechten op, ofte wel f 13 125,-. Stel dat onze man tot het pensioen zijn jaarsalaris ziet oplopen tot f 50 000,-, dan zou in de vroegere situa tie die f 25 000,- stijging nog eens 30 x 1,75 aan pensioen opleveren. Onze gepensioneerde kreeg derhalve 2 x f 13 125,- f26 250 gulden. Nu kent het jongste pensioenreglement het af wijkende levensjaren beginsel. Opnieuw start onze voorbeeldman met een bedrag van f 13 125,- aan opge bouwde rechten en opnieuw verdubbelt in 30 Rabobankjaren het salaris. Alleen wordt nu over de 25 mille stijging 40 x 1,75 als pensioen gerekend, hetgeen dan f 17 500,- oplevert. Samen met wat hij al had (13 125 gulden) eindigt onze WÊiÊÊÊÊWÊÊmÊamÊmmÊBtÊÊÊÊÊKmÊm bwuh «■■■gsaapawBnBMMM

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1980 | | pagina 21