SI&SIh
door een krans van kleine tot zeer kleine
wooneenheden. Naar het oosten hebben
we vanzelfsprekend de kern Halle, goed
voor 1200 inwoners.
Eenvoudiger kan het niet, een kind kan
de was doen. Maar opgepast. Er bestaat
ook nog zoiets als Halle-Heide en Halle-
Nijman. Onderafdelingen, filialen zoge
zegd maar om de drommel niet te ver
onachtzamen. Kilometers westelijk van
Zelhem, helemaal richting Hummelo, ligt
dan weer Velswijk. Het woningbestand
in de eeuwenoude nederzetting is van 9
huizen vlak na de oorlog nu reeds uitge
breid tot meer dan 75. Die ontwikkeling
heeft ervoor gezorgd dat de gemeen
schap inmiddels 300 mensen omvat.
Allerlei omringende buurtschappen en
gehuchten, vaak onderling op grote af
stand gelegen, completeren het totaal
beeld.
Oosterwijk, Wolfersveen, Heidenhoek,
De Meene, Wittebrink en Winkelshoek
leveren ieder hun bijdrage aan de ge
meente die met een oppervlakte van
8100 bunder circa 11 000 inwoners her
bergt. De plaatselijke situatie is er
schetsmatig aardig mee weergegeven.
Grote onderlinge afstanden en een veel
heid van kleine plaatsen hebben voor
zeer typerende ontwikkelingen gezorgd,
in combinatie vooral met de aard van de
bevolking. 'Verstandig levende mensen,'
zo had de oude baas uit de eerste regels
van dit verhaal al geconstateerd. Een
maal geïnformeerd over het doel van de
reis aarzelde hij geen moment zijn me
ning te verkondigen. Zijn uitingen van
droge humor zouden met het verstrijken
van de tijd door nog tal van andere voor
beelden worden gevolgd. Geen mensen
die op hete kolen staan, of met de be
reidheid onmiddellijk op hoge poten
naar iemand toe te stappen als ze het er
gens niet eens mee zijn.
Ook dat waren spontane kwalificaties.
Daar werd vervolgens dan nog bij wijze
van verduidelijking aan toegevoegd dat
de Zelhemmer niet gauw 'iets terug
zegt'. Pas als hij hem voor zich gewon
nen heeft zal de buitenstaander merken
dat de Zelhemmer zich ook volkomen
open stelt. Tot dan geeft hij er eerder de
voorkeur aan iets of wat te liegen dan ie
mand te kwetsen
In hun ongekunstelde eerlijkheid krijgen
zulke uitspraken iets aandoenlijks, het
geen ze gemeen hebben met de intimi
teit van het landschap. Er lijkt een voort
durende wisselwerking plaats te hebben
tussen de streek en haar bevolking. Voor
schokkende en geruchtmakende ontwik
kelingen lijkt dit niet het land. Zelfs als
de plaatselijke jeugd ijvert voor de in
richting van een jeugdsoos, dan gebeurt
dat door middel van een beschaafd
pamflet. Met de keurige kreet 'Jeugd
van Zelhem, opgelet' worden belang
hebbenden opgeroepen een vergadering
bij te wonen. Plakbandjes blijken hier
toereikend voor de bevestiging van de
affiches.
Dergelijke details zijn tekenend, zoals
het ook kenmerkend is dat elke avond
stipt om negen uur in de hervormde
Lambertikerk nog trouw 'de sik gemol
ken wordt'. De profane zegswijze geldt
het luiden van de zogenaamde papklok,
want voor het agrarische deel van de be
volking vormde klokgelui op dit uur van
ouds het signaal zich over de avondpap
te buigen, waarna iedereen zich ter ruste
legde. Ook andere tradities bleven onge
havend overeind tot nu toe. Nog uit een
grijs verleden daterend is er de jaarlijkse
broodlevering, een erfdienstbaarheid die
rust op bepaalde boerenhofstedes. Tij
dens de kermis op hemelvaartsdag, de
zogeheten Muldersfluite, worden bij de
gelijknamige boerderij onder politietoe
zicht de aangeleverde roggebroden ge
controleerd op kwaliteit en gewicht. Er
blijkt een zekere verknochtheid uit aan
tradities. In oudheidkundige kring gaat
ze hier en daar gepaard met een lichte
ergernis om gevallen waarin respect
voor het verleden uitbleef. In dit opzicht,
klinkt het bestraffend, gaat ook de plaat
selijke Rabobank allerminst vrijuit.
Waarom moest nou uitgerekend de sta
tige notariswoning wijken voor het mo
derne bankgebouw? In datzelfde Zelhem
nota bene waar de pastorie en een trot
se boerderij eveneens al het veld ruim
den voor de expansiedrang van de plaat
selijke geldwinkels. De kersverse Rabo-
bankdirecteurTheo Krajenbrink begrijpt
het misnoegen wel enigszins. De nood
zaak het publiek op eigentijdse manier te
benaderen is echter ook levensgroot
aanwezig, en daar heeft men het in Zel
hem druk genoeg mee. 'Als er jaarlijks
100 000 klanten de bank bezoeken,' zo
wordt gezegd, 'dan betekent elk bezoek
een mogelijkheid mensen op je produk-
ten te attenderen.' De toeloop die de
bank nu al (tijdens de vrijdagse spits
uren) te verwerken krijgt, leidt veelvuldig
tot filevorming, zelfs tot buiten de bank.
Een verbouwing annex uitbreiding lijkt
geboden. Bankdirecteur Krajenbrink
heeft er wel zin in. De voormalige voor
zitter van de Vereniging Personeel van
Rabobanken ziet in zijn nieuwe baan zo
wel de uitdagingen als de loerende ge
varen: 'Je moet er in dit werk reuze voor
oppassen geen eigengereid baasje te
worden. Je hebt steeds voor het geven
van verantwoordelijkheden gepleit, in
schakeling van personeel. Volgens mij
de enige juiste methode. Dit mag je dan
nu zelf eens in de praktijk brengen. Met
dingen voor je te houden kom je niet
verder.'
De plaatselijke geschiedvorsers volgen
de ontwikkelingen in het hedendaagse
Zelhem nauwlettend. Er lijkt aanleiding
genoeg tot mopperen. 'Het bruidslaantje
met die begroeiing van krentebessen,
waarom moest dat zonodig weg? Ze