Voornemens <TN HET SPIONNETJE iFji Nog een paar dagen en we zitten weer mid den in de specifieke sfeer van de laatste we ken van het jaar. Met Kerstmis en oude jaar zijn het vooral de geuren die op de voorgrond treden. Als je een huis binnen gaat, ruik je welke tijd van het jaar het is: de kruidige geur van het sparregroen of de vettige lucht van oliebollen hoort bij die da gen. Die laatste weken van het jaar zijn ook de tijd van de grote voornemens. De meeste mensen verlagen hun enerverende tempo in de dagen rond kerst en oud en nieuw en komen in een duidelijk andere stemming dan in de andere maanden van het jaar. Het traditionele 'terugblikken' hoort er bij evenals het peinzende staren in rustige kaarsvlammetjes. Naast een gevoel van ontspanning ontstaat ook de hoop op een betere toekomst. Straks, als het nieuwe jaar begint, dan zul len we het gaan maken. We weten heel nauwkeurig wat er anders moet en als dat gebeurt zullen we een gelukzalige toestand bereiken. Tot op dit ogenblik deden we nog niets, maar dat komt nu. Er mankeert een heleboel aan onszelf. We zijn te dik, zeker na alle kerstkrans en ap pelbeignets en dus starten we in 1980 met een heel nieuwe eetgewoonte. Geen dieet, want dat houd je toch niet vol, nee echt een nieuw, evenwichtig eetpatroon. Met het ro ken moet het ook afgelopen zijn en aan onze ellendige slordigheid komt vast ook een eind. In het nieuwe jaar geen eindeloos gezoek meer naar dingen, die we beslist no dig hebben, maar die in geen velden of we gen te vinden zijn. Het lijstje kan nog best heel wat langer worden, maar te veel goede voornemens werken alleen maar verwar rend. Op 2 januari zal de start zijn; Nieuwjaars dag mogen we nog freewheelen. In een gloednieuwe agenda, die we in het nieuwe jaar keurig zullen bijhouden (alweer een goed voornemen), zetten we nog even een geheugensteuntje, zodat we ook na de eer ste week nog weten wat we allemaal van plan waren. Maar dan, na de tweede week, ja dan neemt het leven weer zijn gewone loop. Na drie weken vraag je je af: wat was het nu toch ook weer wat ik me had voorgeno men? En je haalt berustend je schouders op. Het is vreemd, maar al die goede voor nemens rond kerst en oudejaar schijnen te gelijk met de vuurballen en de kleurige pij len uiteengespat te zijn. Mien Holthuizen Toch heb ik eens met eigen ogen kunnen zien hoe het in praktijk brengen van een goed voornemen een leven radicaal veran derde. Yvonne, een collega van mij, is een goed journaliste. Ze is getrouwd met een aardige man en moeder van drie gezonde, al grote kinderen. Bovendien ziet ze er leuk uit, heeft geen financiële zorgen en zo op het oog heeft ze dan ook alles wat wense lijk is. Op een middag kwamen we elkaar tegen bij een persconferentie. Ik schrok. Ze zag er uit of alles haar te veel was. Haar huid was vaal en ze had donkere kringen onder haar ogen. Na afloop van de bijeenkomst namen we samen nog een drankje. 'Moe?' vroeg ik. Ze bleef even stil en keek wat on zeker voor zich uit. 'Och was alles wat ze zei. Ze was blijkbaar niet van plan om er over te praten. Maar opeens scheen ze een besluit te nemen. 'Ik weet niet wat ik heb, maar ik kan er niet meer tegen op. Ik slaap slecht, ben nerveus, ik snauw tegen Henk en de kinderen en heb het gevoel dat ik ieder moment kan afknappen.' Haar hand, die een sigaret vasthield, trilde. 'Weet je, ik ga kapot aan mijn eigen onze kerheid. Als iemand maar één woord van kritiek uit, maalt dat de hele dag door mijn hoofd heen. Ik ben onmiddellijk gekwetst en beledigd en ik blijf daar dan dagen lang over tobben.' Het was haar aan te zien. We praatten nog een poosje en ik zei vaag dat we toch allemaal wel van die buien van on behagen hadden. Toen ik terugging naar huis wist ik dat ze door ons gesprek geen stap verder was gekomen. Er gingen een paar maanden voorbij en toen zag ik haar weer. Ze was leuk gekleed, goed opge maakt en zag er veel evenwichtiger uit. Er was duidelijk ook iets wezenlijks in haar veranderd. 'Hallo, hoe gaat het?' vroeg ik, verrast naar haar kijkend. 'Prima.' zei ze, 'ik heb er weer plezier in.' Natuurlijk was ik erg benieuwd hoe die verandering gekomen was. 'Door een goed voornemen en niet eens op oudejaars avond,' lachte ze en ze vertelde over haar ontmoeting met een oudere schrijfster, die ze voor haar blad moest interviewen. 'Tij dens dat gesprek vertelde ze mij dat ze ja ren geleden eigenlijk niet meer kon schrij ven. Ze werd gewoon vernield door de kri tieken. Iedere op- of aanmerking trok ze zich hevig aan en ze ging zo aan zichzelf twijfelen dat ze alle plezier in haar werk verloor. Nou, ik herkende die situatie vol komen. Toen heeft ze me verteld hoe ze daar overheen gekomen is.' De schrijfster had Yvonne toen uitgelegd dat alle kritiek, alle gevoel van onvermogen je alleen maar kunnen vloeren als je zelf het licht op groen zet. Je laat dan eenvou dig toe dat een ander je kwetst. Pas als je je voorneemt het spelletje van gekwetst wor den en gekwetst zijn niet meer mee te spe len, houdt de negatieve uitwerking daarvan op. Natuurlijk kan kritiek terecht zijn. Die kun je dan gebruiken. Als je gevoelens van on zekerheid een gevolg zijn van het feit dat je je werk niet beheerst of er iets aan je relatie tot anderen ontbreekt, kun je daar iets aan doen. Maar in alle andere gevallen laat je je negatieve gevoelens gewoon passeren. Een nare opmerking komt je ene oor in en gaat het andere weer uit. Die doet je niets want jij bepaalt of je je gekwetst voelt of niet. Het leek me eerlijk gezegd wel een simpele voorstelling van zaken en Yvonne voelde ook onmiddellijk dat ik niet erg overtuigd was. 'Het werkt echt, maar je moet wel steeds op je hoede zijn. Als die negatieve gevoelens op je af komen kun je ze zelf de toegang weigeren en zeggen: ga maar te rug, ik heb geen zin in getob. In het begin is het erg moeilijk, maar het gaat steeds be ter.' Niet meer onnodig piekeren. Niet meer tobben met gevoelens van onzekerheid. Ik zag duidelijk hoe goed die nieuwe le venshouding Yvonne gedaan had. Toch ei genlijk niet gek om met zo'n voornemen het nieuwe jaar in te gaan. Wie weet, mis schien is dit voornemen wel zó belangrijk dat het ons op 15 januari nog heel helder voor de geest staat.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1979 | | pagina 20