Hoopvolle gegevens over verzuim bij banken Het ziekteverzuim onder personeel van de plaatselijke Rabobanken komt bijzonder gunstig tevoorschijn uit een vergelijking met de landelijke ziektecijfers. Gerekend over het hele land nam tussen 1970 en 1978 het ziekteverzuim onder de mannelijke beroepsbevolking toe van 7,6 tot 9,6 In dezelfde periode steeg het verzuim bij vrouwen van 8,4 naar 12 Het totaal van beide cijfers resulteerde verleden jaar landelijk in een verzuimgemiddelde van 9,9 procent. In datzelfde jaar scoorden de plaatselijke Rabobanken een ziekteverzuim van minder dan 4,2 met inbegrip van 0,4 verzuim wegens zwangerschap en bevallingen. Dit cijfer steekt niet alleen in algemene zin gunstig af. Het positieve beeld blijft ook overeind als de vergelijking wordt toegespitst op landelijke gegevens die uitsluitend betrekking hebben op de administratieve sector. Hoe aanzienlijk landelijk het door ziek meldingen veroorzaakte produktiviteits- verlies is wordt extra benadrukt voor wie zich realiseert dat bij berekening van het gemiddelde de bedrijven die gunstig voor de dag komen nog enigszins het re sultaat opvijzelen van sectoren waar de echte zware klappen vallen. Natuurlijk bekijkt men dan de florissante Rabo- bankgegevens hier en daar met een ze kere afgunst. Vooral in bedrijfstakken waar het ziekteverzuim bedreigend werkt op de onderneming zonder dat men beschikt over de heelmeesters om het terug te dringen. Vrij vertaald name lijk betekenen die ziektegegevens dat op jaarbasis de doorsnee Rabobankmede- werk(st)er slechts tien werkdagen ver zuimt, terwijl de rest van Nederland het gedurende 26 werkdagen laat afweten wegens ziekte. Het houdt intussen wel in dat voor het verlies aan arbeidsuren de factor ziekteverzuim meer gewicht in de schaal legt dan de vakanties. Extra zakdoek Er kunnen wel een aantal mogelijke ver klaringen voor het geconstateerde ver schijnsel gegeven worden. Er kan bij voorbeeld op het feit gewezen worden dat de arbeidsomstandigheden op een bank over het algemeen gunstig afste ken bij allerlei produktiebedrijven. Ook speelt mogelijk het arbeidsklimaat een zekere rol. Personeelsleden genieten over het algemeen behoorlijk wat speel ruimte. Als iemand even een noodzake lijke privékwestie regelt in werktijd wordt daar geen praat over gemaakt evenmin als over het feit dat er daarna misschien wat langer doorgewerkt moet worden. Een factor van grote betekenis vormen ook de betrekkelijk kleine werk eenheden. Onder de Rabobank telt het merendeel een vrij kleine personeelsbe zetting. Het verhoogt de betrokkenheid, leder personeelslid weet wat thuis blij ven voor de resterende collega's bete kent, en dat heeft tot gevolg dat me nigeen bij een opkomende verkoudheid toch maar besluit naar het werk te gaan, desnoods gewapend met een extra zak doek. Het belang van de gunstige verzuim cijfers is voor de Rabobankorganisatie niet uitsluitend een produktiviteitsaan- gelegenheid. Nog een andere kwestie speelt rechtstreeks een rol. Onlangs heeft de Rabobank besloten voortaan de financiële risico's die verbonden zijn aan uitvoering van de ziektewet zelf te gaan dragen. Het betekent dat er geen pre mies behoeven te worden afgedragen, maar daar staat tegenover dat men in geval van ziekte ook de doorbetaling van salarissen voor eigen rekening neemt. Registratie Tegen die achtergrond zal het duidelijk zijn van hoeveel nut het is voortdurend te kunnen beschikken over actuele en betrouwbare gegevens met betrekking tot de verzuimontwikkelingen. Het on langs over 1978 gepubliceerde jaarover zicht van sociale ontwikkelingen bij de Rabobanken bevatte uitvoerig cijferma teriaal over aard en duur van het ziekte verzuim. Het geautomatiseerd ziektere gistratiesysteem dat daartoe begin vorig jaar operationeel werd, is zodanig opge zet dat het allerlei vormen van informa tie kan verschaffen. Zo zijn de Raboban ken - elk naar grootte van het perso neelsbestand - ingedeeld in zeven cate gorieën. Ze verduidelijken het inzicht in de opbouw van het ziekteverzuim, ver deeld over banken van uiteenlopend for maat. Zo blijkt dat bij de kleinste banken (elk met minder dan 10 personeelsleden) het personeel zich jaarlijks gemiddeld slechts eenmaal ziek meldt. Bij de groot ste banken (met een personeelsbestand van meer dan 100 personen) ligt voor iedere medewerk(st)er het getal der ziekmeldingen jaarlijks al op 2,3 keer. Hoewel daaromtrent ook in het verleden al wel zekere vermoedens bestonden, bewezen de cijfers van het registratie systeem verleden jaar voor het eerst kei hard dat er inderdaad sprake is van een consequente toename naarmate een bank groter wordt. Uit de ziektegegevens van de Centrale Rabobank blijkt ook daar de trend zich voort te zetten. De cijfers tonen het zon neklaar aan: het ziekteverzuim over het tweede halfjaar van 1978 bedroeg 6 tegenover 5,9 in het overeenkomstige tijdvak van 1977. In deze periode kwa men op een personeelsbestand van 3991 in totaal 3690 ziektemeldingen voor. Over heel 1978 bedroeg het ziekte verzuim bij de Centrale Rabobank 6,6 tegenover 6 in 1977, een trend die overeenkomt met het landelijk gemid delde. Voor de zuiver administratieve sector daar was het verzuimpercentage in 1978 8,3 (6,5 bij mannen, 11,3 bij vrouwen). In 1977 bedroeg het ver zuim in deze sector 7,5 (mannen 5,9 vrouwen 10,3 Over het hele jaar 1978 werden bij de Centrale Rabobank 7942 ziektemeldin gen geregistreerd op een personele be zetting van 4165 personen. Indeling Bij het vaststellen van de informatiebe hoeften is er gekozen voor het bijhouden van afzonderlijke gegevens over manne lijk en vrouwelijk personeel: er kwam voorts een onderverdeling naar burger-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1979 | | pagina 9