*4 Opnieuw die verliefde, haast verlekker de blik naar de opeengestapelde voor raad speelgoedmateriaal. Kasten en rekken nemen heel de bovenetage in beslag. Havenkranen en rangeereenhe den staan er. Stootblokken, station netjes en antieke seinpalen. Teveel om op te noemen. Ergens ligt een koffer, afgeladen vol en gereed voor transport naar een nieuwe show. De zoveelste. 'Een treinongeluk moet nog ingepakt worden. De rest is al af. Je hebt een paar showstukken nodig. Gelukkig zit ik goed in mijn tunnels en ook is er een flinke partij van wel 10 kisten rails. Hier een getrouwe kopie van de Leipziger Bahnhof uit 1919, niet zomaar een frontje maar compleet voorzien van in terieur. Zoiets was alleen voor heel rij ke mensen weggelegd natuurlijk. Maar zulke dingen deden het geweldig in de verbeelding van kinderen.' Netjes maken Jan Henderik Mulder begon zo'n jaar of twintig geleden eigenlijk per ongeluk te verzamelen. Hij ging op zoek naar com pensatie toen zijn dagen merendeels nog in het teken van studie en leerwerk stonden. Het opknappen van kaduuk speelgoed zorgde voor afleiding. Mul der: 'Gehavende dingen waren over het algemeen nog wel te bemachtigen en dat is eigenlijk steeds zo gebleven. Dat schonk mij voldoening, het repareren van mooie dingen die zin hebben om bewaard te blijven. Zo'n prul weer netjes maken, dat heeft zin. Voor mij is het een uitdaging. Je hebt er een reuze werk aan. Eerst natuurlijk alles perfect roestvrij zien te krijgen. Daar gaat de meeste tijd in zitten. Dan de verdwe nen verf weer netjes bijwerken en in vullen. Zo pruts je maar wat, want klokgave exemplaren zijn niet te beta len. Ze bestaan haast niet meer. Wel te begrijpen ook, want de ooievaars, de krokodillen en al het moois hier is na tuurlijk bedoeld geweest om ermee te spelen. Deuken en andere mankemen ten kunnen dan niet uitblijven. We mo gen nog van geluk spreken. Je had eens moeten zien als het niet zo'n deugdelijk fabrikaat was geweest. Maar wie weet hoeveel beschadigde dingen er uit onachtzaamheid toch al niet worden weggegooid. Je gaat jan ken bij de gedachte. Wat kapot is valt namelijk niet zo gemakkelijk te verko pen, terwijl ik juist probeer er iets mee te bereiken. Moet je dit hier toch zien, zo'n luchtbrug. Handgeschilderd. En hier, zo'n wagon. Die proporties. Die wielkasten, het interieur. De deuren konden dicht, het dak open. Vergelijk daar de plastic rommel en die blikken gevallen van tegenwoordig maar eens mee.' Er volgt een uitvoerige uiteenzetting over de vooroorlogse glorietijden op speelgoedgebied. Als Mulder praat over fabrieksnamen als Marklin en Bing lukt hem dat niet zonder lyrisch te worden. De vervaardiging van speel- motieven voorzien van een veer- mechanisme gekomen, terwijl je er ook had met echte spiritusbranders. Maar uit een oogpunt van brandveiligheid zullen ze met argwaan bekeken zijn. Zo'n knaap vliegt uit de rails, stel je voor. Later ging het peil steeds verder omlaag. Er kwamen minder grote hui zen en toch wilden de fabrieken hun af zet vergroten. Het produkt was al gauw goed genoeg, zolang het maar rinkelde en belde.' Opofferen Nog steeds is de Leersumse leraar drif tig in de weer met het uitbreiden van zijn collecties. Er zijn toevalsvondsten, aankopen of ook wel ruiltransacties. Maar iedere keer weer doet het toch pijn iets 'op te moeten offeren' uit de collectie. Hoe groot die inmiddels is, valt bij benadering niet te zeggen. Mulder: 'Geen tijd om te tellen. Veel is nog in reparatie. Daar gaat haast al mijn tijd in zitten. Daarom ook is het hier zo onoverzichtelijk. Je hebt allerlei tijden en stijlen. Lang niet alles hoort bij elkaar. Och, er zijn genoeg mensen die vinden het allemaal maar niks. Ouderwetse troep, oud blik. Ik ben al zielsgelukkig wanneer dergelijke oude spullen niet vernietigd worden. Er kan vaak nog heel wat mee gedaan wor den. Het geeft niet dat je met deze hobby nog weieens wordt uitgelachen ook. Het blijft toch leuk om mee te kunnen doen, al behoor je dan niet tot de grote jongens die maar tegen elkaar opbieden. Een enkel telefoontje is in die kring al vaak voldoende om iets te regelen. Voor grof geld, dat spreekt.' goed betekende niet meer dan een on derdeel van de bedrijvigheid: daarnaast hielden de diverse fabrikanten zich vol op met huishoudelijke apparatuur be zig. Ze deden bijvoorbeeld in lampen en strijkijzers. Duitsland was in veel opzichten toonaangevend in de speel- goedmarkt. Hoe echter hoe beter, werd de geldende stelregel. Geleidelijk aan evenwel verwarden de ontwerpers ele menten als werkelijkheid en verkoop baarheid nogal eens. Mulder: 'Het zal kinderen over het algemeen ook een zorg zijn of iets exact overeenkomstig de werkelijkheid is. Er zijn stoomloco-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1979 | | pagina 4