Gehavende glorie opgepoetst We zijn met z'n vijfentwintigduizend Dit aantal werd vorige maand bereikt door de telling van alle personeelsle den van onze organisatie, dus inclusief de rond 4000 van de centrale bank. Met de gezinsleden erbij zou dat een behoorlijk stadje vol zijn I Onze 'baas', zeg maar al die banken, zit met een hele verantwoordelijkheid. Al die mensen, die voor hun brood van hem afhankelijk zijn, moeten hun baan ook in de toekomst 'vast' kunnen hou den. Hij is één van de grootste werk gevers in ons land en ook dat schept in deze tijd met terugwerkende werk loosheid verplichtingen. Het is mode de automatisering als de grote bedreiger van de toekomstige werkgelegenheid af te schilderen. Het is ook zeker niet iets om te bagatelli seren, maar drs. Van Eldik, hoofddi recteur van de centrale bank, zei on langs heel indringend: de toekomst hoeft ons niet te overvallenInder daad, we gaan er beheerst mee te werk en zijn vol vertrouwen, dat we eventuele moeilijkheden kunnen op lossen. Een heel belangrijke stap daar voor vind ik dat de Centrale Kring-ver gadering onlangs zijn instemming be tuigde met een 'Sociaal begeleidings plan voor de automatisering'. Wie met automatisering te maken heeft of krijgt, moet dat plan beslist lezen. Het is in ware zin een soort 'statuut', waarin duidelijk uitkomt dat en hoe in onze kring het belang van de werkne mer bij zijn 'baan' niet door de auto matisering in de verdrukking mag en zal komen. Een statuut, waarop we trots mogen zijn Zo'n 'stad vol' Rabomensen betekent dat er 'organisatie' moet zijn. Denk maar aan onze primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Begrijpelijk, dat een aparte commissie in opdracht van de 'Structuurcommissie' (hopelijk klikt die term ergens) bezig is te bestu deren hoe die arbeidsvoorwaarden on der ons tot stand moeten komen. Dat is urgent, in verband met de bank-cao. Dan zijn er nog een paar andere din gen, die door ons grote getal haast vanzelf aandachttrekkers worden. Zo hebben de ondernemingsraden juist hun nieuwe wet gekregen; ze zijn verzelfstandigd met meer bevoegdhe den dan vroeger. Voorlopig krijgen al leen onze grotere banken met hun per soneel ermee te maken, maar we zul len er allemaal aan moeten wennen. Wat verder in de naaste toekomst lig gen de vragen naar een meer organisa torische betrokkenheid van het perso neel bij hun bank en/of bij onze organi satie. De juist genoemde commissie zal ook advies uitbrengen over de meest gewenste medezeggenschaps structuur. Duidelijk is dit: die25 000 man en vrouw is niet maar een losse verzame ling arbeidscontractanten. Nee, het is een groep, die er helemaal bij hoort, die mede de Rabobankorganisatie is en 'maakt'! En dat is voor ons toch ook weer iets vanzelfsprekends. J RH Joop Keuning was de koning te rijk. Met een veelbetekenend gebaar wees hij op het zoveelste groepje schooljon gens, samendrommend voor vitrine kasten, boordevol locomotieven, trein wagons en ander nostalgisch speel goed. De liefhebbers konden hun hart ophalen en ook de toevallige bezoeker keek zijn ogen uit. De normaal toch ta melijk stijlvolle hal van het Ooster- beekse Rabobankkantoor leek her schapen in een spoorwegemplace ment van miniformaat. Ijverig speuren naar een extra attractie tijdens de spaarweek op de bank leidde tot een tentoonstelling die in velerlei opzicht een schot in de roos bleek. De man die het toepasselijke idee lanceer de wist meteen dat het publiek zich zou vergapen aan de spulletjes die hij puur toevallig ergens in Leersum op zolder aantrof. 'Daar kunnen we beslist iets leuks mee doen,' flitste het door hem heen, en inmiddels- zo heeft Joop Keuning kunnen constateren staat het al vrijwel vast dat in de naas te toekomst Rabobanken elders in het land eveneens de gelegenheid zullen krijgen bij allerlei feestelijke gelegen heden het kostelijk speelgoedmateriaal tentoon te stellen. Akelige Loc Ook de Leersumse lts-leraar Jan Henderik Mulder heeft er wel oren naar. Als bezitter van heel de uitgebreide collec tie wil hij niets liever dan er zoveel mogelijk mee showen. 'Het is de beste manier om er iets mee te bereiken,' vindt hij. 'De hele boel ligt hier op zol der maar overhoop, een sombere ver toning. Die dingen horen niet in kasten. Je moet banen uit kunnen leggen, tafe reeltjes opbouwen. Dan wordt het pas echt. Dan kijk je er wat aan af.' De ogen van de Leersumse lts-leraar stra len. Liefkozend strelen de handen het karkas van een koperen locomotiefje. 'Ik zal hiernaast maar niet zeggen wat ik ervoor betaalde. Eigenlijk was het te veel. Een gek, grappig ding. Echt apart, uniek. Toch heel iets anders zeker dan de akelige locs van tegenwoordig. Uit een enkele plaat persen ze die dingen, dus ga maar na.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1979 | | pagina 3