hoekigheid staat er plompverloren, ook dat is waar. Maar de zwartkijkers die - verwijzend naar de saaie huizenrijen en de grote woondichtheid - spreken over een stedebouwkundige mislukking, ver liezen de verzachtende omstandigheden uit het oog. Er is een plaats gerealiseerd die lijkt te zijn uitgegroeid tot een grote arbeiderswijk, waar tachtig procent van de bebouwing in de woningwetsector thuis hoort. Er wordt gezegd dat IJmuiden niet ge noeg hart bezit, geen intimiteit kent. Het waait hier altijd en overal, oordeelt een winkelier klaaglijk. Daarentegen denkt het hondje aan z'n zij waarschijnlijk nog wel dat het leven een lolletje is. Uitgela ten blaffend reageert hij ten minste op het verhaal van z'n baas. Een enkel bouwwerk geeft volgens hem de plaats althans nog een zweem van allure. Het stadhuis alvast zeker niet. Dan liever nog de markante watertoren uit 1917. Die bleef wonder boven wonder gespaard, boven op de top van het gindse lapje duin. Verspreid tussen de bebouwing tref je nog wel een paar van die beknop te snippertjes duin aan. Maar vroeger was het allemaal toch veel vriendelijker en gezelliger vooral. Dat IJmuiden tot op heden anders toch nog maar zo goed als gevrijwaard bleef voor verkeerslich- ten, vermag hem even slechts iets mil der te stemmen. Een schuchtere poging hem de filosofie achter de moderne ste debouwkundige opbouw van IJmuiden te ontvouwen kapt hij ogenblikkelijk be straffend af. 'Dat vervelende verhaal ken ik allang. Het leek die heren wel leuk als IJmuiden er vanuit de lucht uit zou zien als een anker aan zee. Daar moest dan het hele stratenpatroon op afgestemd worden. Een hoofdstraat, met zijstraten bij wijze van ankerbladen. Hoe verzint ie mand zoveel zotheid? Een weeffout vol gens mij, anders kan het toch onmoge lijk? Dat heeft werkelijk nergens iets mee te maken. Als ik mijn hondje uitlaat, beleef ik dat in geen enkel opzicht. Er is doodgewoon niks verzonnen. Winkelen? Noem dat maar gezellig hier.' Praten doet hij als een mitrailleur. Slechts zo nu en dan om adem te hap pen valt er even een korte pauze in de woordenstroom. 'Hier te wonen, er is geen aardigheid aan. Behalve dan mis schien in Zeewijk, de kant van de duinen op. Daar zijn de flats zelfs tot in de dui nen doorgedrongen, zoveel belang had den de industrieën bij woningbouw. Als je aan de overkant komt waar zich de terreinen bevinden van Hoogovens is het helemaal een verschrikking. Het kerkto rentje van Wijk aan Zee valt daar zelfs helemaal in het niet bij de fabrieks schoorstenen van 150 meter hoogte en meer. Je zit er opgesloten tussen stof en walm. Als Amsterdam straks zijn zin krijgt en er bij de zuiderpier een voor haven moet komen voor de behandeling van de allergrootste schepen met erts of olie, dan hebben wij hier geen kwestie van leven meer. Die overslaghaven voor massagoed is op 350 hectaren beraamd. Reken maar na.' De bekvechterijen uit de vorige eeuw met de Amsterdamse dan een eeuw verstreek er sinds de ope ning van het kanaal alvorens IJmuiden de mijlpaal van 750 000 binnenkomende schepen passeerde. Dat gebeurde in fe bruari 1978. Er liepen dat jaar in totaal 6990 zeeschepen de havenmond bin nen; daarvan passeerden er 5700 de sluizen; IJmuiden zelf kreeg bezoek van 2300 schepen. Bijna 800 kwamen laden of lossen bij Hoogovens. Vissershaven en Van Gelders papierfabriek hielden el kaar met ruim 530 schepen aardig in evenwicht. Het totaal van de scheep vaartbewegingen bij IJmuiden resulteer de in de aanvoer van 8 845 000 ton goe deren en een afvoer van ruim 2 miljoen ton Bij het economische bureau waarover Velsen beschikt in tegenstel ling tot veel gemeenten van vergelijkba re omvang, komen vervolgens ook nog onberispelijk een aantal visserijgegevens ter tafel. Nog altijd geldt IJmuiden in ons land als de belangrijkste aanvoerplaats voor zeevis. Er werd in 1978 een besom- Eindhoven is'. Op haar beurt is de natio nale overheid in IJmuiden nadrukkelijk present om de vinger aan de pols van het visserijgebeuren te houden. Daar is het staatsvissershavenbedrijf, opgericht om een eind te maken aan wanordelijk heden en kwalijke praktijken van parti culieren die zich zo'n 80 jaar terug niet al te zachtzinnig met de vishandel inlieten. Buiten dit onder het ministerie van ver keer en waterstaat vallende beheersin stituut onderzoekt het rijksinstituut voor visserijonderzoek visstand en vangstme thodes, terwijl het TNO-instituut voor visserijproducten is gespecialiseerd in onderzoek naar conserveringsmethoden. De diverse rijksdiensten, gevoegd bij krachtige trekpaarden op industrieel ge bied lijken ook hier op het bankwezen onweerstaanbare zuigkracht te hebben uitgeoefend. In het orkest blaast de Ra- bobankorganisatie liefst drie partijen. Evenzovele Rabobanken opereren name lijk op Velsense bodem. Het publiek in ming gedraaid van ruim 65 miljoen gul den. Twee jaar eerder kwam men uit op 60,2 miljoen gulden bij een aanvoer van 18,5 miljoen kg. Ter vergelijking: in 1972 werd 65,2 miljoen kg vis geveild. Over de daadwerkelijke aanvoer zeggen zulke cijfers echter betrekkelijk weinig, aange zien in 1977 al 46 van de aangevoerde vis buiten de afslag om werd verhan deld. De gemeentelijke economen volgen zul ke ontwikkelingen nauwlettend. Ze we- Velsen-noord krijgt liefdevol aandacht vanuit Beverwijk, terwijl aan de zuidkant van het kanaal de klant afzonderlijke Rabobanken aantreft in Santpoort en IJ muiden. Met de besprekingen over een bundeling van krachten op de zuidelijke oever heeft het ook op de lange duur niet willen vlotten. Om verwarring te voorkomen zijn er nu wel afspraken over de afbakening van de respectievelijke werkgebieden op papier gezet. Over en weer ging het onder meer met sluiting havenbelangen als inzet, lijken een he- dendaagse herhaling te gaan beleven. Toch mag de stad niet mopperen. Nog in de jaren zestig is het Noordzeekanaal over een afstand van 20 km verruimd tot 270 meter en een diepte van 15 meter. Geen Suezkanaal en geen Panama kanaal kan er aan tippen. De modernste van de vier sluizen bij IJmuiden weet met een lengte van 400 meter toch wer kelijk een aardige schuit te bergen, en de cijfers wijzen het ook wel uit. Iets meer ten dat van de geraamde 22 000 Velse- naren met een beroep, er ruim 4000 het moeten hebben van Hoogovens. Beroer- digheden in de metaal kunnen dan de kwetsbaarheid van een gemeente bloot leggen ook al acht men de situatie geen zins vergelijkbaar met 'wat Philips voor

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1979 | | pagina 27