Op 1 juni 1934 werd Charles Eugène Boone geboren in Jacksonville, Florida. Deze rechtstreekse afstammeling van de pionier Daniël Boone zou later wereldbe roemd worden als Pat Boone, The Ring of the Covers. Op jeugdige leeftijd verhuisde hij met zijn familie naar Nashville. Hier zette Pat zijn eerste stappen op weg naar de roem. Hij deed mee aan de Ted Mack Amateur Hour en won. Dit gaf zoveel vertrouwen, dat hij het aan durfde om in 1954 mee te doen aan de Godfrey's Talent Scout Show, om ook daar als winnaar te voorschijn te komen. In deze tijd werden de eerste plaatopnamen gemaakt voor Republic Records. Het wa ren countrynummers, die geen resultaat af wierpen. Dot Records In 1951 had Randy Woods zijn Dots Re cords opgericht in Gallatin, Tennessee. Na 5 succesvolle jaren verhuisde hij naar Hol lywood. En wie had hij daar onder con tract: o.a. The Hilltoppers, The Fontaine Sisters, Tab Hunter en Pat Boone, arties ten die zich voornamelijk met coverversies bezighielden. Op de universiteit combi neerde Pat zijn rechtenstudie met zijn zangcarrière. Tijdens de schooluren ont moette hij Shirley Foley, dochter van de countryzanger Red Foley en hij huwde haar spoedig. De eerste plaat die Pat voor Dot opnam was 'Two hearts', dat een redelijk succes werd. Het werd overtroffen door de tweede 'Ain't that a shame', dat liefst 26 weken in de Hot-100 van de USA verbleef. Het was een coverversie van Fats Domino's compo sitie. waarom Fats erg kwaad was. Boone verdedigde zich door te verklaren, dat hij juist Fats Domino en Little Richard (Tutti frutti) had geholpen, want nu gingen de discjockeys ook op de originele versies letten. In feite had hij gelijk, want 'Shame' en 'Tutti frutti' werden de eerste hits voor Do mino en Richard. De vraag blijft of dat wel Pat's bedoeling was, toen hij die platen op nam Hoe Little Richard er over dacht weten we niet. Fats vond een cover niet zo erg, als deze maar niet gelijktijdig met het originele uitkwam. Dit was wel het geval met 'I al- most lost my mind', dat Ivory Joe Hunter al in 1950 opnam en in 1956 Pat Boone's i a eerste nummer I-hit in Amerika zou wor den. Normaal verschijnsel In die jaren, dat Pat zijn carrière begon, was coveren overigens een normaal ver schijnsel. Vaak stonden drie of meer uit voeringen van hetzelfde nummer in de hit parade. Nu het competitie-element is verdwenen, zijn de opnamen waardevoller geworden. Wat men ook van Pat Boone kan zeggen: nooit heeft hij zijn covers noot voor noot gekopieerd. Hij bracht ze in een eigen stijl en met een toegevoegd koortje, waar dat op het origineel ontbrak. Een sprekend voorbeeld is 'Tutti frutti'. Iedereen denkt nu meteen aan Little Ri chard. Hoe waren de werkelijke resultaten in Amerika. Wij laten het u nu zien in de volgende diagrammen uit 'Miles Chart Display': De rock and roll De bijdrage van de rock and roll door Pat Boone mag men niet onderschatten. Hij maakte duidelijk een publiek rijp voor deze muziek, dat eerder grote bezwaren had ge maakt Maar nu men inzag, dat ook Pat Boone er zich mee bezighield, kon het toch niet zó slecht zijn De materiaalkeuze uit die tijd mag men be kritiseren, maar om de stemkwaliteiten werd Pat alom geprezen. Hij heeft een mooie baritonstem, die vooral warm klinkt in de lage tonen. Ook gooit hij een bepaal de swing in zijn stem, wat goed te horen is in o.a. 'Why baby why' en 'Bernadine'. TUTTI FRUTTI Pat Boone Dot 15443 1-28-56 6-30-56 TUTTI FRUTTI Little Richard Specialty 561 1-14-56 4-7-56 Van 1955 tot 1960 was Pat Boone enorm populair en scoorde regelmatig dubbelzij dige hits. Meestal was de ene zijde een rocker, met aan de weerzijde een ballad. Pat werd gezien als de grote concurrent van Elvis Presley, maar ook de tegenpool: Elvis als de rebel en Pat als de all-Ameri- can Boy. Beide artiesten hadden bewonde ring voor elkaar, hetgeen bleek uit o.a. een elpee van Boone met uitsluitend Elvis- nummers. Hoe het met Pat Boone en zijn familie (dochter Shirley haalde in de USA ook een nummer 1 -hit) verder ging, kan men te we ten komen door een proefnummer aan te vragen van Hitmemories, waarin de volle dige story is gepubliceerd. Men treft dan ook Pat Boone's volledige platenlijst aan, met alle Top-100 noteringen. Het adres: postbus 11, 5298 ZG Liempde. Of: Rabo bank Liempde, code 12.87 t.a.v. Ton Ja cobs. Ton Jacobs

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1979 | | pagina 19