water is omgeven. Daarbij kwam een
stuk familietraditie. Werkte Roons opa
van moederszijde al niet voor het ber
gingsbedrijf Tak? En hoe heette de kapi
tein op de reddingsboot in het Goereese
Gat? Als je het waagt hier te verzuipen
krijg je een ongelooflijk pak op je donder,
werd de avontuurlijk aangelegde Cees
thuis al jong te verstaan gegeven. Hij
knoopte het in z'n oren, maar zijn
nieuwsgierigheid raakte hij er niet door
kwijt. 'Ik wil altijd graag weten wat er
om de hoek ligt. Met lopen heb ik dat al
en op het water wil je ook aldoor weten
wat er achter een volgende kaap liggen
zou.'
Zo ging dat, en daarbij kwamen al spoe
dig de genoegens van het zeilen zelf. Het
eigenlijke vaarplezier is slechts een deel
ervan. Watersport in deze vorm omvat
heel wat. Er moet genavigeerd worden;
het onderhoud aan schip en uitrusting
vergt aandacht. Cees Roon: 'Je staat een
tijd aan het roer, maar dan weer heb je
hoog boven in de mast wat op te knap
pen. Eer je het weet, zie je er uit als een
beest. Door te gaan varen, is mijn idee,
word je vanzelf een beetje praktisch. Je
moet wel, want er zijn geen garages on
derweg. Als er eens wat gebeurt moet je
eigenhandig een zeiltje kunnen naaien of
andere maatregelen treffen om niet op
een zandbank terecht te komen.'
Rondom het Haringvliet en de thuisha
ven Middelharnis mag het gros van de
aanwezige jachten nog wel gerekend
worden tot het 'binnenwerk'. Vroeger
maakte de sterke stroom ter plaatse dat
zelfs de geroutineerde zeiler nog wel het
een en ander beleven kon.
Kees Roon: 'Zo'n havenmonding leek
net een schuivende garage waar je in
moest rijden. Je zit op je gemak met ge
noegen en leedvermaak nog weieens te
kijken naar allerlei capriolen. De veron
derstelling 'dat gaat zo aanstonds mis
daarginds' blijkt meestal juist! Zelf zoe
ken de Roons bij voorkeur het grote wa
ter op, ver verwijderd van oorden waar
zich de moderne toeristenindustrie con
centreert. Tegenover vakanties met
massavervoer, waarbij mensen als pak
jes behandeld worden, ontwikkelden
Willie en Kees Roon als raszuivere indi
vidualisten hun eigen alternatief: 'In 50
uur naar Noorwegen varen, of zomaar
een eind afzakken langs de kust. Dan
kom je nog eens ergens, al moet je een
hele speksnijder zijn om op het water
gemiddeld per uur een mijltje of 6-7 te
halen. Om ergens te komen is het na
tuurlijk dan wel de bedoeling per dag
een uur of negen door te gaan met zo'n
gemiddelde van 11 a 12 kilometer.'
De verzuchting 'we willen eigenlijk best
eens langer weg' en het gegeven dat
daarbij de beperkte duur van de vakan
ties hen steeds de nek brak, brachten
het echtpaar uit De Plaat op de vraag of
het geen tijd werd eens een poosje 'echt
te gaan doen waar we ons wat van voor
stellen'. Gemakkelijke overwegingen
waren het niet. Kees Roon: 'Zo'n bank is
toch een stukje van jezelf, iets waar je
met hart en ziel achter staat. Je hebt er
aan getrokken, het geheel opgebouwd,
en dan geef je zoiets niet zomaar prijs.
Van de andere kant is er steeds meer het
risico geleefd te worden. Je kunt over
wegen of je toch maar niet een duurdere
auto zult kopen, maar wij hebben er vol
strekt geen behoefte aan daarmee op te
snijden. Dan is er voor sommigen het
huis. Je merkt dat er geleefd wordt op
de waardestijging van zo'n pand. Voor
ons is toevallig nou een boot met goede
zeileigenschappen het einde.
We hebben ons de vraag gesteld wat
onze pure kosten van levensonderhoud
zijn. De inflatie is natuurlijk een lelijkerd,
maar als het niet te gek wordt, dan zul
len we het met wat zelfbeperking toch
rustigjes weg wel kunnen redden. En zo
zijn we maar eens gaan kijken Heus,
gemakkelijk is de beslissing zeker niet
geweest. Stel je voor dat het zwalken je
totaal niet bevalt. Met sneeuw, hagel,
mist en al dat gedoe is het op zee ook zo
lekker niet. Als je goed ligt te slingeren
en te stampen is er best kans dat je nog
eens de dag vervloeken zult toen je ver
trok.'
Kees Roon zet er onmiddellijk een kant
tekening bij. 'De meeste moderne sche
pen kunnen heel wat hebben als het
gaat om rauw weer. Meestal is het de
bemanning die het bij zwaar weer af laat
weten.' Het tweetal uit De Plaat reali
seert het zich terdege: een oversteek
naar Amerika vergt op zich al heel wat
van de conditie. De bemanning moet het
ook mentaal aankunnen. Toch sluit men
het niet bij voorbaat uit, al wordt er
angstvallig gewaakt voor het uitstippe
len van al te precieze plannen. 'Na 25
jaar gejaagd te hebben geleefd is het
toch heerlijk alles eens op je gemak te
kunnen doen. Niets mot, alles kan. Het
enige wat we hebben is tijd. Bevalt een
bepaald stekkie ons, dan blijven we er.
Het is toch onzin om dan terwille van
plannen waar je de hand aan wilt hou
den toch maar verder te zeilen. Wij ho
pen hiervoor te waken. Je hebt tevoren
natuurlijk al wel het nodige gelezen over
mensen met vergelijkbare plannen. Ze
willen per se binnen een bepaalde tijds
limiet iets realiseren en dat betekent
zelfs dat ze uitzeilen onder weersom
standigheden die hen eigenlijk niet aan
staan.'
Het is niets voor de gewezen bankdirec
teur en zijn vrouw. Veel zal afhangen van
de omstandigheden bij het uitstippelen
van hun koers. De Azoren lokken, de Ca-
narische eilanden. Een cursus Spaans
aan boord ligt al gereed. Misschien voert
van daaruit de zucht naar avontuur in
derdaad in de richting van de Westindi-
sche archipel. Een trek langs de hele
oostkant van Amerika lijkt veelbelovend,
'maar Zweden, Noorwegen, Ierland en
Schotland zijn evenmin te verwaarlo
zen.'
Het is voor beide avonturiers zelf nog
een wat vreemde gewaarwording straks
te zijn aangewezen op een varend on
derkomen. Je hebt geen heel huis meer
te stofzuigen, grijnst de heer des huizes,
maar evenals zijn vrouw realiseert hij
zich de consequenties ook donders
goed: Je zit elkaar voortdurend op de lip,
soms weken aan een stuk. Om niet al te
dicht op elkaar te zitten en 'om de con
tacten toch vriendelijk te houden' werd
er kort voor het afscheid bij de Rabo
bank Ooltgensplaat nog een andere boot
aangeschaft, een in 1970 gebouwd
schip dat 12 meter lang is. Hoewel een
gangbare uitdrukking in scheepvaart
kringen wil dat elk schip een meter te
kort is, prijzen de Roons zich zeer geluk
kig met dit (hun achtste) jacht. Kees
Roon: 'Het betekende ineens twee me
ter ruimtewinst, dus ga maar na. Er kun
nen zelfs vouwfietsen mee aan boord en
tot de accessoires behoort onder meer
een goed gecamoufleerde kluis. Je zit nu
echt comfortabel. Deze boot ligt wat ge
makkelijker in zee, en dan dat verschil in
bergruimte natuurlijk. Je zat bij de vorige
boot met een capaciteit van 100 liter
voor de drinkwater- en de brandstoftank.
Er kan nu 400 liter water mee en 600 li
ter diesel.
Er wordt bereidwillig een uiteenzetting
gegeven over de voornaamste techni
sche snufjes aan boord van 'De Sprin
ger', standaard berekend op ruim 70 me
ter zeil.
Zelfs een elektrische rolfok voor de be
diening van het zeil is aanwezig. Kees
Roon: 'Hoef je als het slecht wordt niet
steeds van je beschutte plekje achter het
stuurwiel naar voren om zeil te minderen.'
Het zijn zo van die voordelen die inbe
grepen zijn bij de aanschaf van een
tweedehands schip. Een nieuw jacht
koop je kaal. Als je geluk hebt wordt er
een touwtje bijgeleverd om zo'n boot
aan vast te leggen, maar voor de rest be
kijkt de koper het zelf maar. De vroegere
eigenaar van dit jacht heeft al flink wat
handigheidjes voor dit of dat aange
bracht. Er is een dieptelood aan boord,
een deugdelijk kompas. 'Radar, mari
foon, plus een professionele zend- en
ontvanginstallatie completeren de uit
rusting van 'De Springer'. Als de bezoe
ker zijn bewondering niet onder stoelen
of banken steekt, grinnikt de mannelijke
helft van de bemanning beleefd om het
welgemeende compliment. Uit een van
de vele ingebouwde kastjes wordt een
tijdschriftartikel opgediept.
Kenmerkende zinsnede uit de reportage
met betrekking tot 'De Springer' in dit
vakblad: 'This is all a gentleman needs
at sea