lijke staat en uiteraard werd er bij de te
registreren ziektegegevens ook een in
deling gemaakt naar de diverse leeftijds
categorieën. Wie de uitkomsten na de
praktijk van een enkel jaar in ogen
schouw neemt zal tot het inzicht komen
dat met het beschikbare materiaal de
basis is gelegd voor interessante verge
lijkingen in de toekomst.
Om onzuivere elementen zoveel moge
lijk buiten het systeem te houden is zelfs
het ziekteaandeel van mensen met een
part-time baan zodanig verwerkt en her
leid dat ze het cijferbeeld niet verteke
nen. Ook werd er een splitsing gemaakt
tussen het ziekteverzuim van korte duur
en de gevallen die zich uitstrekten over
een grotere periode. Daarbij tonen de
statistieken aan dat het kortstondige
verzuim bij de groep grootste banken
drie keer groter is dan bij de banken met
minder dan 10 personeelsleden. Daar
staat tegenover dat de werknemer bij de
kleine bank doorgaans ook wat langer
verstek laat gaan wanneer hij eens
wordt geveld. Alweer om een beeld van
een zo groot mogelijke betrouwbaarheid
te verkrijgen, zijn ook de verzuimcijfers
wegens arbeidsongeschiktheid en zwan
gerschap afzonderlijk vermeld. Ze zou
den anders in bepaalde leeftijdscatego
rieën het totaalbeeld danig kunnen ver
tekenen. Overigens valt uit de statistie
ken op te maken dat de WAO voor de
Rabobanken geen groter gewicht in de
schaal legt qua verlies aan arbeidspro
ductiviteit. Hier bedraagt het verlies
minder dan een half procent.
Aantallen
Het verleden jaar geregistreerde aantal
ziekmeldingen bedroeg in totaal circa
33 000; de verliezen aan arbeidsdagen
bedroegen 190 000, ofwel 700 manja
ren. In datzelfde jaar werden nog eens
86 WAO-meldingen gehoteerd, hetgeen
resulteerde in een verlies van 24 900 ar
beidsdagen. De 439 zwangerschapsmel
dingen kwamen de Rabobankorganisatie
te staan op een verlies van nog eens
21 600 arbeidsdagen. Een nadere analy
se van het getal der ziekmeldingen gaf
het volgende beeld te zien: er vielen
14 350 meldingen te noteren met be
trekking tot het zeer kortstondige ziekte
verzuim. Afwezigheid voor de duur van 3
tot 15 dagen kwam 16 750 keer voor en
tot slot vielen er 1874 echt langdurige
gevallen te registreren. Een kanttekening
daarbij is echter zeker niet zonder bete
kenis: deze laatste groep heeft ruim
43 van het aantal ziektedagen tot ge
volg. Het zeer kortstondige ziektever
zuim veroorzaakt daarentegen slechts
10 procent van het aantal ziektedagen.
Anders gezegd: terwijl het gaat om veer
tig procent van het aantal ziekmeldingen
behoeft hier maar tien procent van het
arbeidsverlies te worden afgeboekt.
Vergelijkbaar
Om directie en staf bij de plaatselijke
banken in de gelegenheid te stellen hun
voordeel te doen met het vergelijkende
cijfermateriaal voor de hele organisatie
heeft de Centrale Rabobank op basis van
gegevens uit de Centrale Salarisadmini
stratie statistische overzichten verspreid
waarop voor iedere bank afzonderlijk de
eigen gegevens worden vergeleken met
het materiaal van banken die qua perso-
neelsopvang vergelijkbaar zijn, terwijl
ook de lijnen naar de landelijke Rabo-
bankcijfers worden doorgetrokken. Bin
nen iedere bank kan men zo vaststellen
op welke punten het interne ziektebeeld
in positieve of negatieve zin afwijkingen
vertoont. De gegevens zijn uiteraard
puur informatief bedoeld. Ze moeten per
geval genuanceerd en met wijs beleid
geanalyseerd worden. Een 'slecht' rap
port met ziektecijfers kan soms heel
goed verklaarbaar zijn en het hoeft
geenszins te betekenen dat er aan de
noodrem moet worden getrokken.
In de overzichten is voor iedere bank om
te beginnen het beschikbare aantal ar
beidsdagen gedeeld door het totaal van
verzuimdagen ter berekening van het
verzuimpercentage. De bank kan verder
zien hoeveel personen het verzuim ver
oorzaakten, en hoe het aantal meldingen
zich verhield tot het beeld bij soortge
lijke banken. Met een enkele oogopslag
ook kan iedere bank nagaan hoe ter
plaatse de invloed is van het landurige
verzuim op het totaal van de cijfers. En,
waar nodig, kan aan de hand van het
verkregen cijfermateriaal bijgestuurd
worden.