I H
aboband
weemaandelijks orgaan
oor het personeel
an de Rabobanken
jaargang 5, nummer4
augustus 1979
Redactieraad
nr. Jan R. Haverkamp, voorzitter
entrale Rabobank)*
Irs. Jan. G. A. Dorresteijn, plv. voorzitter
Centrale Rabobank)
Villemien Looman (Zutphen)
Sen J. M. M. Bartholomeus (Pey-Mariahoop)
ryntsje de Boer (Sneek)
ievert Hekman (Baflo)
an H. Derene (Oud-Gastel)
d J. H. M. Hulsbosch (Valkenswaard)*
hristoph E. G. ten Houte de Lange (Zeist)
anny Venema (Stadskanaal)
luibert Zuur (Gouda)*
Fotografie:
Wim Aerts
Martien Coppens
pagina 27-30
Bart Stap
pagina 12-14, 26
Tekeningen
Arend van Dam
Henk Gijsbers
Sierd Loman (Studio
Hoonte-Holland)
Druk:
Hoonte-Holland,
Utrecht
leden hoofdredactie
tedactie:
Vim G. M. Aerts
Sureauredactie:
arel de Mol
ledactieadres
atharijnesingel 20
ostbus 8098
503 SE Utrecht
elefoon (030) 36 23 96
f36 28 94
tbonnementen-
dministratie:
elefoon (030) 36 26 91
'ormgeving:
lerman Jonkman
ierd Loman (Studio
loonte-Holland)
lorrespondenten:
o Boesewinkel (Someren)
ert v. d. Broek (Meppel)
ohan Hegeman (Hellendoorn-Nijverdal)
>rie den Hoed (Culemborg)
ene Kuzee (Bergambacht)
erard Pieterman (Beverwijk)
red Tuurenhout (Schipluiden)
uub Vanhommerig (Kerkrade)
iet Verschoof (Tilburg)
ert Westra (Voorschoten)
de Wolff (Amstelveen)
itgave:
oöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank b.a
De Nationale Coöperatieve Raad heeft
een commissie opgezadeld met een stu
die over de problematiek van het werk
nemerselement in de structuur van de
Coöperatieve onderneming.
De uitkomsten van die studie zouden
wel eens van erg veel betekenis kunnen
zijn voor de resultaten van de studie
waarvoor de Centrale Kringvergadering
haar Commissie Arbeidsverhoudingen in
het leven heeft geroepen.
Voor laatstgenoemde commissie wer
den bij haar instelling een drietal onder
scheiden studie-onderwerpen genoemd.
Twee daarvan, te weten: de vraag hoe
het werknemerselement een plaats kan
krijgen in de structuur van de coöpera
tieve banken en de kwestie van de
meest wenselijke medezeggenschaps
structuur binnen de organisatie in het
kader van de Wet op de ondernemings
raden, lijken mij zo moeilijk te scheiden,
dat de Commissie er, naar mijn zien, ver
standig aan doet, deze ook maar te laten
rusten totdat de NCR klaar is met zijn
studie.
Het derde onderwerp lijkt mij minder ge
compliceerd en tegelijkertijd ook van
veel praktischer aard.
Dat betreft dan de vraag hoe in de toe
komst de arbeidsvoorwaarden binnen de
Rabobankorganisatie tot stand dienen te
komen.
Vooropgesteld: voor mij hoeft er niets te
veranderen
#.ë=üI jla.aiL.il
1W li
/f\
Jilk _^!i jji jji
Vereniging Directeuren van Rabobanken
Postbus 318, 5201 AH Den Bosch
De Centrale Rabobank heeft zich als
werkgeefster aangesloten bij de werkge
versvereniging van het bankbedrijf en is
als zodanig partij bij de onderhandelin
gen over en de afsluiting van de collec
tieve arbeidsovereenkomst voor het
bankbedrijf.
Aldus functioneert bij de Centrale Rabo
bank en haar instellingen, ten behoeve
van vrijwel allen die daar werkzaam zijn:
de CAO.
De resultaten van het CAO-overleg wor
den voor bijna 100 via de Adviescom
missie Sociaal Beleid Rabobanken, de
Raad van Beheer en de Hoofddirectie,
als arbeidsvoorwaarden geadviseerd aan
de plaatselijke banken.
Bijna alle lokale banken verklaren die ar
beidsvoorwaarden vervolgens van toe
passing voor hun medewerkers.
In die weinige gevallen waarin de leiding
van een plaatselijke bank ze niet van
kracht verklaart heeft zij daarvoor ver
moedelijk nog heel goede beweegrede
nen ook.
De medewerkers van plaatselijke ban
ken verlangen mogelijk verplichtstelling
van de opvolging der adviezen.
Ik veronderstel, dat de hele organisatie
gebaat is bij een volledige opvolging van
de aanbevelingen. De gehele organisatie
zou welvaren bij een grotere uniformiteit
inzake de toepassing van arbeidsvoor
waarden.
Daarvoor heb je nog geen verbindend
verklaring van bepalingen uit de CAO
nodig ook.
Ook hoeft de organisatie als totaliteit
zich daarom nog niet aan te sluiten bij
de werkgeversvereniging voor het bank
bedrijf.
Een grotere solidariteit bij de lokale ban
ken zou dat kunnen bewerkstelligen. Die
moet dan maar, waar nog nodig, worden
aangekweekt of verhoogd.
Dan zou voortgang op de huidige weg,
met ontwikkeling en bijstelling van de
bestaande overlegprocedure, de ASBR,
mijn voorkeur verdienen.
Ik heb derhalve ook geen behoefte aan
een collectieve arbeidsovereenkomst in
de zin die de wet daaraan geeft.
Daarnaast besef ik wel, dat wij de maat
schappelijke ontwikkelingen niet kunnen
tegenhouden en niet kunnen keren.
We moeten wel trachten erbij te zijn om
onze wensen kenbaar te maken.
Kwesties als openbaarheid van inko
mens, verdergaande nivellering, functie
classificatie, zij blijven niet buiten de
deuren van de autonome plaatselijke
bank.
Dat is misschien reden om te veronder
stellen, dat de roep om een CAO, hetzij
onder druk van commerciële banken,
hetzij onder aandrang van werknemers
organisaties, hetzij van binnenuit in de
nabije toekomst steeds luider wordt.
En dan, wanneer de CAO werkelijk voor
de deur staat, dan weet ik nog niet pre
cies waarvoor ik moet kiezen.
Dan biedt de gezamenlijkheid van het
optreden in groter verband voordelen.
Anderzijds zou gepleit kunnen worden
vooreen eigen Rabobank-CAO, omdat
dan alle onderhandelingen naar eigen in
zicht en in eigen sfeer gevoerd kunnen
worden. Dat zou een waarborg beteke
nen voor een eigen arbeidsvoorwaar
denpakket, waarin het eigen karakter
van de organisatie tot uiting komt.
Bepalend in dat verband lijkt me ook:
het weten wie partij aan de ene en wie
partij aan de andere kant van de tafel
is/zijn.
Wel staat voor mij vast, dat het in het
belang is van een goede betrokkenheid
van de plaatselijke banken dat er een
adequate structuur wordt ontwikkeld
waarin de Centrale Rabobank te zamen
met de plaatselijke banken aan werkge
verszijde deelneemt aan het CAO-over
leg.
Naar mijn overtuiging zullen de directeu
ren die samen met of namens de bestu
ren aan zulk overleg deelnemen dat niet
doen als exponent van onze Vereniging.
Voor de totstandkoming van de arbeids
voorwaarden van directeuren en onder
directeuren dient, naar mijn oordeel, een
separate structuur te worden ontworpen.
In die structuur past het deelnemen van
ons hoofdbestuur aan de onderhandelingen.
H. J. J. Reintjes, alg. voorzitter VDR