Al op kilometers afstand trekken beide torens aandacht. Stoer, machtig en breed is hun silhouet, duidelijk verheven boven een wirwar van huizen. Het ge heel, verstopt op de bodem van een weelderig plooilandschap, compenseert de verontruste leuzen die direct voorbij Nijmegen het asfalt nog bedekten. De zelfde bloedrode druipletters ook tegen de gevels in het naburige Kalkar, waar in een nieuwe centrale voor de opwekking van elektriciteit atoomkracht gebruikt zal worden. Protesterende actiegroepen sputteren tegen. Of het baten zal? Dit adembenemende stuk architectuur wat verderop in zuidelijke richting, verdrijft de sombere gedachten snel. De weste lijke rivieroever in het Duitse Nederrijn- gebied is ruim gestoffeerd met markante plekjes. Met zekerheid niet één echter evenaart het luisterrijke stadje Xanten, hoewel de volle reikwijdte eerst van dichtbij blijkt. Het grijsgrauwe kerksil- houet van straks verandert spoedig in een verrukkelijk lijnenspel, waar als be loning voor elke stap telkens weer een nieuwe verrassing wacht. Op het kerk plein hebben sommige huizen het ge bouw hun rug toegekeerd. Tussen de achterommetjes bomen vol rijpende ker sen, bakken vol geraniums in schette rende kleuren. Windvlagen vluchten door het gebladerte. De natuur durft am per te fluisteren bij de ontmoeting van dit eerbiedwaardige verbond tussen ro buuste schoonheid en ragfijne rankheid. Goed en wel binnen in een schemerdon ker kerkportaal is er vanzelf haast de on weerstaanbare invloed van het gebouw. Je ondergaat hem, tegen wil en dank. De uitstraling is er ver voordat de gerou tineerde gidsen uit de startblokken kun nen komen. Afkomstig uit een land waar priesterlijke kazuifels inmiddels al mas saal als tafelkleed een nieuwe bestem ming hebben gevonden en waar allerlei andere attributen uit de eredienst geen beter lot beschoren waren, worden bij het betreden van zo n gebouw ineens de sluizen der herinnering wagenwijd open gezet. Een wonderlijke gewaarwording. In de geest weerklinkt de echo van mys terieuze gregoriaanse zang, het geschui fel van mensen die naar de communie bank gaan en gebeden murmelen. Je maakt onwillekeurig zelfs een knielge- baar en een hand zoekt het wijwatervat. Aloude rituelen zijn het, waar je als kind mee bent opgegroeid. Hoe komt zoiets nou? Wat bepaalt de sfeer? Zijn het de hoge gewelven, de machtige pilaren, de banen zonlicht die door gebrandschil derd glas op de kerkbanken vallen en hun fascinerende spel spelen met mil- O

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1979 | | pagina 21