Doe iets - fc| m HET SPIONNETJE De mensen op zijn afdeling hadden al we ken lang met zorg naar hem gekeken. Tom werd steeds magerder, was stil en terugge trokken en maakte de indruk permanent doodmoe te zijn. En dat voor zo'n jonge vent! Hij klaagde niet, maar wie dacht aan de vrolijke, drukke Tom van vroeger schudde alleen maar zijn hoofd. Het verbaasde niemand dat Tom opeens thuis bleef. Na een poosje kwam het be richt dat er een vervelende kwaal bij hem ontdekt was, die best te genezen zou zijn als hij maar lange tijd rust hield. De dokter had over een half jaar gesproken. De eerste weken vluchtte Tom in zijn ziek te: hij sliep veel, wilde niemand zien en kwam tot niets. En toen, op een nacht, overviel hem opeens een gevoel van paniek. Hoe zou hij dat half jaar door moeten komen? Wat moet je doen als je je niet ziek voelt en je moet toch rusten? Hij lag daar maar en tobde. In het begin kwamen de collega's om de beurt op bezoek, maar toen iedereen een paar maal geweest was werd dat minder. Het ging niet goed met Tom, dat kon een kind zien. Hij werd steeds apatischer, sliep onrustig en had vrijwel geen eetlust. Op een middag kwam er een leraar van zijn vroegere school op bezoek. Tom had hem in jaren niet gezien, maar de man had gehoord van de ziekte van zijn vroe gere leerling. 'Wat zijn je plannen?' vroeg hij. 'Plannen?' vroeg Tom verbijsterd, 'ik heb helemaal geen plannen want ik zal voorlopig maandenlang moeten rusten.' 'Ja, juist daarom," antwoordde de leraar, 'als je die tijd goed door wilt komen zal je toch een plan moeten hebben. Ga wat doen, man. Begin met tekenen, ga een taal leren of ga een boek schrijven, maar doe iets.' Geërgerd had Tom aan het eind van het bezoekje afscheid genomen. Dergelijke be zoekers mochten van hem wegblijven. Het idee om juist aan hem te vragen: heb je een plan. Hoe kwam de man er bij? Op een middag zonder aanloop dacht hij er nog eens over na. Zou dat eigenlijk kun nen? Waarom zou hij geen schriftelijke cursus gaan volgen? Hij tuinierde graag, misschien was er op dat gebied wel wat te vinden. En een taalHij sprak heel slecht Engels, het zou toch wel nuttig zijn Mien Holthuizen als hij daar eens indook. De radio stond onder zijn bereik. Hij zou thuis, hier in zijn bed, het beste Engels kunnen horen spre ken. De Openbare Leeszaal kon hem aan boeken helpen. Tom zat opeens rechtop. Hij pakte een blocnote. Een plan om die maanden door te komen. Eigenlijk was dat zo gek toch nog niet en bovendien zou het waarschijn lijk zijn genezing bevorderen. De eindeloos lijkende dagen, het gevoel niets om handen te hebben, dat was voor zijn lichamelijke en geestelijke conditie ook niet goed. Hij pakte de telefoon en belde de leraar. Het gevoel tijdelijk of permanent uitge schakeld te zijn verlamt de mens. Of je nu ziek bent, werkloos of juist met pensioen gegaan bent, de meeste mensen moeten een gevoel van intense ontmoediging te boven komen. Wat is je plan? Het is natuurlijk erg ge makkelijk dat te vragen, maar wanneer het leven je geveld heeft kun je de energie en de creativiteit voor het maken van plannen vaak niet opbrengen. Bovendien kost de uitvoering van de meeste plannen geld en als je langdurig ziek bent of werkloos, dan ligt het geld meestal niet voor het grijpen. Ook de man of vrouw met pensioen moet het financieel meestal een stuk kalmer aan doen. En toch, bedenken wat je nu met je leven gaat doen kan heel stimulerend wer ken. Door mijn werk ben ik de laatste tijd nogal eens in contact geweest met oudere men sen. Sommigen vertelden dat het eerst zo heerlijk geleken had, dat pensioen. Je hoef de niets meer. niet meer aan eisen te vol doen, niet meer op tijd in de fabriek of de zaak te zijn. Je kon over je eigen leven be slissen en het geld kwam vanzelf binnen. Wat wil je nog meer? Maar als het niet zo fijn meer is tot elf uur in je bed te liggen, als je niets meer beleeft, weinig contacten over hebt, dan is het aar dige er gauw af. Het viel me op dat het de mensen met een plan waren die blijmoedig de wereld inkeken, die ook het meest ge zond waren. Het was vaak verrassend te horen hoe sommige mensen zeiden geen tijd te hebben voor 'eindeloos geleuter'. Ze hadden het te druk met dingen te doen, die ze altijd hadden willen doen, maar waar voor de tijd altijd ontbroken had. Natuurlijk ligt het voor de werkloze alle maal nog veel moeilijker. De man of vrouw, die soms nog vrij jong is en plotse ling is uitgeschakeld van het arbeidsproces maakt een afschuwelijke tijd door. Het ge voel er niet meer bij te horen, het zelf opge plakte etiketje van 'jij bent niets waard", het besef nu steeds op de lip van de huisge noten te zitten, is uiterst deprimerend. 'Ga jij maar lekker in de zon zitten, ik zal voor jou wel werken,' zei een buurman kwasi leuk tegen een veertiger zonder werk. De man zal zich stellig ellendig ge voeld hebben, maar hij zei opgewekt: 'Oké, dan doe ik het straks wel voor jou.' Hij heeft geen hatelijke opmerkingen meer ge hoord. Ik weet niet of deze man ook de moed heeft kunnen opbrengen om een plan te maken voor zijn leven, waarin opeens zo veel ruimte gekomen was. De schok om voor zeeën vrije tijd te staan is enorm groot. En toch kan het ons allemaal gebeu ren. We denken er nooit over na. Wat ga je doen als je door de omstandigheden plotse ling wordt uitgeschakeld? Ziekte, werk loosheid, (vervroegd) pensioen. De meesten van ons gaan daar pas over denken als ze voor het feit komen te staan en juist op dat moment is het heel moeilijk om creatief te denken. Wat gaan we doen met de steeds toene mende vrije tijd? Nu zeggen we nog: 'O, houd op, alsjeblieft. Ik kom alleen maar tijd te kort; ik ren mezelf zowat voorbij.' Oké, dat is nu. Maar zeg niet te vlug dat het jou niet zal overkomen want het leven is onberekenbaar. Het is toch niet zo gek om voor jezelf eens uit te kienen watje gaat doen als er opeens allemaal lege uren voor je liggen. Ziekte, werkloosheid, pensionering, het kan ons al lemaal overkomen. En wat dat laatste be treft, we hopen dat we die situatie eens be reiken. Waarom zouden we er nu alvast niet eens over denken: wat ga ik doen als werk geen rol meer in mijn leven speelt? Het kan beslist geen kwaad zo'n plan in de kast te hebben.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1979 | | pagina 18