O mm II 6 De prestaties van de werknemer zullen op systemati sche wijze en overeenkomstig geobjectiveerde maat staven worden beloond; het gehanteerde systeem opent mogelijkheden tot vergelijking met collega-ban ken en andere bankinstellingen, zodat in principe ie dere werknemer binnen de organisatie de juistheid van de vaststelling van zijn beloning kan accepteren. Functieclassificatie: In 1976 is een begin gemaakt met het functieclassificatieproject alsmede de invoe ring van een nieuwe salarisstructuur. De hiertoe gefor muleerde doelstellingen zien er kort samengevat als volgt uit; - het krijgen van een mogelijkheid om de zwaarte van de functies systematisch en objectief met elkaar te vergelijken en bespreekbaar te maken; - het vormen van een basis voor een zo rechtvaardig mogelijk beleid op het gebied van de beloning; - het verkrijgen van richtlijnen op het terrein van func tieafbakening, van maatstaven welke moeten wor den aangelegd bij de selectie van nieuw personeel, bij loopbaanbegeleiding en bij beoordeling van de manier waarop de functie wordt vervuld; - het bijdragen aan een beter inzicht in de interne organisatie. Begin 1978 is, als volgende stap, een onderzoek ver richt bij een dertigtal kleine banken om te bezien hoe het functieclassificatiesysteem voor deze categorie banken hanteerbaar kon worden gemaakt. In de twee de helft van 1978 is het functieclassificatieproject bij de kleine banken van start gegaan. Op 31 december 1978 was bij ruim 150 aangesloten banken 6500 personeelsleden) het functieclassifica tiesysteem en salarissysteem ingevoerd. Per diezelfde datum waren ruim 220 banken (4000 personeelsleden) bezig met de invoering van functieclassificatie. Salarissystematiek: De in samenhang met functie classificatie ontwikkelde salarissystematiek leidt tot afstemming en harmonisatie van salarissen tussen de centrale bank en de aangesloten banken. Omdat functieclassificatie nog niet bij alle banken is ingevoerd en het hier genoemde salarissysteem alleen geldt voor medewerkers van banken waar dat wel het geval is, zullen derhalve vooralsnog twee salarissyste men naast elkaar bestaan. Primaire arbeidsvoorwaarden: Door de centrale bank zijn aan de aangesloten banken de volgende adviezen uitgebracht: Het met ingang van 1 januari 1978 toekennen van een prijscompensatie van 1,95 in verband met de stij ging van de kosten van levensonderhoud in de periode van april 1977 tot oktober 1977. Het mede op grond van het CAO-overleg verhogen van de salarissen met ingang van 1 april 1978 met 0,5 Het op basis van de stijging van de kosten van levens onderhoud in de periode van oktober 1977 tot april 1978 verhogen van de salarissen per 1 juli 1978 met 1,1 Secundaire arbeidsvoorwaarden: Met ingang van 1 januari 1978 zijn de volgende wijzigingen aange bracht in de regeling overwerkvergoeding: - Het toegestane aantal overuren wordt begrensd tot 6 uur per week en 45 uur per kwartaal. Indien bij zondere bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken, kan hiervan worden afgeweken. - Medewerkers van 55 jaar en ouder kunnen niet meer tot overwerk worden verplicht. - De categorie medewerkers, die voor overwerkver goeding in aanmerking komt, is uitgebreid met de in salarisschaal 6 ingedeelde medewerkers. - Aan medewerkers, die overwerk verrichten tot 19.00 uur of later wordt door de bank een maaltijd verstrekt. Indien de bank deze niet verstrekt, dan zullen de kosten van een maaltijd worden vergoed tot een maximum bedrag van f 16,-. - De vergoeding voor overwerk op maandag tot en met vrijdag en op zaterdag tot 13.00 uur is gebracht op het uurloon 50 (was: uurloon 40 Bij de berekening van de vergoeding wordt geen mi nimum uurloon meer in acht genomen. De per 1 april 1978 aangebrachte wijzigingen hebben betrekking op: - part-time medewerkers: de regeling is uitgebreid met de bepaling dat, wanneer binnen de normale, voor het kantoor geldende arbeidstijd buiten en bo ven de overeengekomen uren wordt gewerkt, hier voor een vergoeding zal worden uitbetaald ten be drage van 116,33 van het gewone uurloon. Te vens is aangegeven dat deze part-time medewer kers onder het begrip 'overwerk' vallen, als dit over werk wordt verricht buiten de normale, voor het kantoor geldende arbeidstijd; - de maximum vergoeding van de maaltijd, die kan worden gebruikt, wanneer men overwerk moet ver richten en deze niet door de bank wordt verstrekt: deze is verhoogd van f 16,— naar f 17,— - de keuze om de vergoeding wegens overwerk te ontvangen in geld of vrije tijd: deze is aan de mede werker, tenzij de bank op grond van praktisch-orga- nisatorische overwegingen een duidelijk en gemoti veerd bezwaar tegen de keuze aanvoert. Het vakantiereglement is met ingang van 1 juli 1978 geheel herzien. In deze regeling wordt onderscheid ge maakt tussen de banken die wel, respectievelijk niet functieclassificatie hebben ingevoerd. Voor de banken die de functieclassificatie hebben in gevoerd, is een onderscheid gemaakt naar functie groep enerzijds en leeftijd anderzijds. In feite zijn nu de leeftijd en de functiegroep in hoofdzaak bepalend voor het aantal vakantiedagen. Voor de banken die functieclassificatie niet hebben in gevoerd, wordt het onderscheid naar salarisschalen en

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1979 | | pagina 6