Door de voorjaarslucht dragen windvlagen het koperen geluid van een schoolbel aan. Een scheut huiselijkheid, weerkaatst door eenvormige nieuwbouwgevels. Voorbij de bocht komt J(ac)ob Dammer in zicht, zijn ge groefde kop een brede grijns. Voor de melk- kar met opbouw zwoegt berustend een don kere hit. De vochtige ogen staan trouw, vol komen verzoend met het weinig opzienba rende bestaan van een trekpaard. Kracht en uithoudingsvermogen vergoeden hier gebrek aan schoonheid. Tevreden hapt de mumme lende mond naar iedere nieuwe snee brood die hem wordt voorgehouden. Ruim twaalf jaar al duurt de loopbaan die de knol er als lastdier op heeft zitten in dienst van Job. Het gezicht onder de gebreide muts produceert een volgende lach. Hijzelf vent sinds 42 jaar met melk en zuivel door Winschoten, jaze ker. Blijkens de toelichting eerst per kar 'met een hond er onder'. Later volgde de driewie- lige bakfiets als vervoermiddel, geen pretje wanneer er een flinke bries stond. Dammer en z'n onafscheidelijke metgezel komen elke morgen in alle vroegte lopend helemaal uit het naburige Oostwold. Terwijl de meeste klanten nog gehuld in ochtendjas in de deur opening verschijnen, heeft hun zuivelste verwenner er al een paar uur opzitten. Wat hij ervan vindt? Ditmaal spreekt de grimas boekdelen. Zonder een spoor van ongerust heid zet de weinig spraakzame melkventer dan weer koers naar z'n paard een eind- weegs verderop. Dammer: 'Je hoeft die niks meer te vertellen. Het rappelen van mijn wis selgeld is voldoende.' Wat later krijgt de ontmoeting met de goed gemutste melkventer een opmerkelijke na sleep. Het gehoorzame paard en z'n verweer de baas horen thuis in het Winschotense stadsbeeld. In brede kring weet men zich het span onmiddellijk voor de geest te halen. Maar bij herhaling en met klem wordt de be zoeker gevraagd zich vooral niet blind te sta ren op het ouderwetse spulletje. De 'kar van Job' is veeleer haast een stukje folklore te noemen, het restant van een verleden. Met gemak kunnen er diverse rijdende win kels tegenovergesteld worden die royaal voldoen aan de meest geavanceerde eisen. Lichte aandrang maakt duidelijk waar de schoen wringt, waar de verklaring schuilt voor de plotse tegenkanting. Winschoten en omgeving heeft min of meer het gevoel dat er door de rest van Nederland nogal uit de hoogte wordt gedaan met betrekking tot dit Oost-Groningen. 'Men kijkt op ons neer, er wordt minzaam neerbuigend gedaan' is de veelgehoorde klacht. Winschoten stelt daar iets tegenover: wrijf ons toch niet voortdu rend problemen aan. Zeur niet over moeilijk heden maar attendeer op mogelijkheden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1979 | | pagina 21