u
kers. zeits nun dialect klonk arrogant en
uit de hoogte, ofschoon het meestal wel
meeviel onder het genot van 'ein toet
beer' op de Parade, het concentratiepunt
voor flink wat van de 200 cafés die de
stad rijk is.
Hoe totaal anders is het beeld in de rest
van Nederland. De parate kennis om
trent het 'stedje van lol en plezeer' reikt
daar doorgaans niet verder dan de laat
ste voetbalnederlaag van de FC VVV en
de wetenschap dat het met carnaval in
Venlo een dolle boel moet zijn. Dat laat
ste valt wel mee, tenzij men eronder ver
staat dat je een kwartier in de rij moet
staan voor een glaasje schotelwater.
Vervelender is de volstrekte onbekend
heid met wezenskenmerken en bijzon
derheden van de stad. Ze zijn er in over
vloed. Neem de industriële bedrijvigheid.
Aan de boorden van de Maas liggen de
Nedinsco-fabrieken, gespecialiseerd in
het vervaardigen van de meest verfijnde
optische apparatuur voor onder meer
duikboten en tanks. De produktie vol
trekt zich in een onopvallend complex.
Zal het daar aan liggen? Aan de noord
oostkant van de stad bevindt zich ver
van de bewoonde wereld de Venlose
Heide. Vanaf dit hooggelegen grenster-
ras stegen tijdens de Tweede Wereld
oorlog de eerste straaljagers uit de ge
schiedenis op. Nederlandse militairen
maken zich nu de rijkunst eigen op de
kapotgeschoten landingsbanen van het
voormalige Duitse vliegveld. Zondags
trekt de vliegerij er tientallen nieuwsgie
rigen, vooral sinds de Venlose zweef-
vliegclub een wereldkampioen in haar
gelederen telt. Maar weggedrukt op die
zelfde Heide, verstopt bijna, bevindt zich
ook het pompstation van de Rotterdam-
Rhine-Pipeline. Via een ondergronds
buizenstelsel passeert hier vanaf 1960
alweer 2500 m3 ruwe olie per uur.
Ruwe olie wordt vanuit het Rotterdamse
Europoortgebied onder een druk van 40
atmosfeer naar de Bondsrepubliek ver
pompt. Vier raffinaderijen zijn er voor
hun produktie op aangewezen. Vijfhon
derd kilometer lang is de olieleiding. Bij
Venlo wordt de oliestroom gesplitst in
twee richtingen. Tevens vindt hier de
tussenopslag plaats in 10 buffertanks,
goed voor 100 000 m3 ruwe olie.
De verontschuldiging 'Je ziet het er niet
aan af' klinkt ook in dit geval nog accep
tabel, maar ze gaat niet op als er een an
der stuk onwetendheid uit de industriële
sector mee wordt gecamoufleerd.
Venlo, met zo'n 85 industrievestigingen
in totaal, fungeert als hoofdzetel van de
groep Océ van der Grinten, een onderne
ming met vestigingen in 60 landen en
zelfs door de felste concurrent niet weg
te denken op de wereldmarkt voor ko
pieerapparaten. Voor specialisten op
lichtdrukgebied geldt hetzelfde. Ruim
een eeuw geleden legt de Venlose apo
theker Lodewijk van der Grinten de
grondslag voor de huidige Océ-groep.
y Hij ontwikkelt op verzoek van margari
nefabrikant Jurgens uit Oss een verbe
terd kleurstofprocédé om 'kunstboter'
het aanzien van roomboter te geven.
Jurgens wil het procédé kopen, maar Lo-
dewijks vrouw Lieske vindt het verstan-
diger wanneer haar man het zelf gaat
exploiteren. Hij onderhandelt en de fa
briek gaat met hem in zee. Op 7 oktober
1877 schrijft onze apotheker in een brief
daarbij bezorgde mij eene bestelling
van 600 kilo kleursel voor kunstboter
groote drukte.'
Dat was het prille begin van een onder
neming waarin eerst weinig schot zat. Na
50 jaar stonden 7 personeelsleden op de
loonlijst. En toch Océ behaalde verle-
een verlegen och' en de aansporing het
glas nog eens uit te drinken. 'Als ze wat
nodig hebben, dan vinden ze ons wel.'
Warempel. Alsof het zo moet zijn, is
daar weer zo'n opmerking. De uitspraak
- tamelijk zelfbewust weliswaar- klinkt
op het erf van een nieuwbouwhuis. Er
liggen wat onopvallende schuurtjes bij
een. Het nagebootste lichaam van een
reusachtig prehistorisch monster dat de
toegangspoort flankeert is een blikvan-
den jaar een omzet van 1,25 miljard gul
den. Van de 2800 personeelsleden in
Nederland zijn er ongeveer 2300 werk
zaam in Venlo en Blerick. Tegen de achter
grond van de gemiddelde gezinsgrootte
en de totale streekbevolking betekent
het dat van elke acht gezinnen er een
rechtstreeks betrokken is bij Océ.
Van de totale omzet wordt ongeveer 36
procent uitbetaald aan salarissen voor
ongeveer 13 000 medewerkers. Ruim 36
jaar geleden creëerde de onderneming al
een zogenaamde Commissie van Over
leg, lang voor het begrip ondernemings
raad wettelijk werd geïntroduceerd. Re
centelijk voerden de Nederlandse Océ-
bedrijven een regeling in waardoor
werknemers vanaf 62 jaar op eigen ver
zoek vervroegd uit dienst kunnen gaan.
Het bedrijf betaalt hen een uitkering die
globaal genomen neerkomt op 85 van
het laatst verdiende vaste jaarinkomen.
Toekomstige verhogingen van de CAO-
salarissen worden doorberekend en bo
vendien gaat de opbouw van pensioen
rechten door alsof betrokkene nog in
dienst zou zijn. Voor de helft worden de
kosten van de regeling door het bedrijf
betaald. Medewerkers brengen het res
tant op door in 1979 een half procent
van de prijscompensatie af te staan.
Het voorbeeld van de Océ-bedrijven, hun
opkomst, is kenmerkend voor veel van
wat er in de Valuasstad van de grond
komt. Onopvallend en zonder het minste
uiterlijke vertoon gaat men zijn gang. De
opmerking dat bescheidenheid ook te
ver kan gaan, wordt beantwoord met
ger die geen voorbijganger over het
hoofd kan zien. Hier oefenen vader en
zoon Bouten met een handjevol mede
werkers hun preparateursbedrijf uit. Een
familie-aangelegenheid al vanaf 1920.
Vijftien ministerieel erkende vakgenoten
telt Nederland, maar behalve de Boutens
is het er maar een die er een echte
broodwinning van wist te maken. Uni
versiteiten, dierentuinen, natuurbescher
mingsinstituten en natuurhistorische
musea weten het onopvallende Venlose
bedrijf feilloos te bereiken om er hun zo
veelste (moeilijke) opdracht te plaatsen.
Dieren opzetten is geen kleinigheid als