vens, feitenmateriaal met betrekking tot
de muziek die er ten gehore wordt ge
bracht. Hoe groot in huize Jacobs de
vreugde over deze en dergelijke ontwik
kelingen ook mag zijn, het doet niets af
aan het feit dat de heer des huizes
schoorvoetend moet toegeven zo bezig
te zijn met muziek dat het consequent
opbouwen en beluisteren van een eigen
platencollectie erbij inschiet.
'Zeg nou maar gerust zoals het is' mengt
echtgenote Ans zich op dit moment kor
daat in het gesprek. 'Ge bent nog niet
thuis van het werk, of tjoep meneer
zit alweer in zijn kantoortje. Kom einde
lijk nou eens efkes een kopke koffie drin
ken, vraag ik weieens. Maar anders
Als het werkelijk te gek wordt, informeer
ik of hij voor het gemak zijn bed ook niet
ginds neergezet wil hebben. Dan be
grijpt hij wel hoe laat het is.'
Het hoge woord is eruit. Ton Jacobs zelf
doet er even beteuterd het zwijgen toe.
Het verweer klinkt wat zwakjes aanvan-
staan genoemd, de datum waarop het
betreffende nummer voor het eerst op
de hitparade voorkwam, het aantal we
ken of maanden dat elk nummer daarin
stand hield en de hoogste positie die het
bereikte op de hitlijsten. Ton Jacobs legt
het nog even wat precieser uit. Voor wat
Amerika betreft, gaan zijn gegevens te
rug tot het jaar 1940 en sinds het begin
van de jaren vijftig gaan ook Engeland,
Nederland en België een rol spelen. Ton
Jacobs - in zijn vroegste jeugd zelf een
verwoed fan van het fenomeen Paul
Anka - gloeit van trots als met behulp
van steekproeven zijn archief op deug
delijkheid wordt getest. Feilloos lepelt hij
de gevraagde gegevens op over het hit-
parade-debuut van Cilla Black en enkele
andere favorieten uit de oude doos. In
een mum van tijd weet hij te vertellen
dat Bing Crosby met het onsterfelijke
nummer White Christmas tussen 1942
en 1962 elk jaar zonder onderbreking
voorkwam in de hitparade. Maar met
evenveel gemak vertellen zijn dossiers
van zeer bescheiden hitparadesuccessen
zoals die werden gescoord door een
gezelschap als het Oebeler kinderkoor of
de heer Johan Cruyff, voetballer-in-bo-
nus. Voorzover van belang bevatten de
dossiers in huize Jacobs ook knipsels
van artikelen. Het geheel luistert naar de
naam 'Light Music Archives', postaal be
reikbaar via postbus 11 te Liempde. Ook
de aanpak van de knipseldienst blijkt
zeer professioneel en serieus. Er is in de
archieven van Ton Jacobs volstrekt geen
plaats voor onbenullige prietpraat. Sen
satiezucht is wel het laatste wat hem
verweten kan worden. Verwacht dus
geloven, nu met een duldèlljkè fihflèr-
toon van trots in zijn stem. Stug door
werkend bouwde hij de afgelopen vijf
jaar met ijzeren volharding een admini
stratief systeem op dat aan de hand van
de steeds groeiende stroom dossiers in
middels een onvoorstelbare schat gege
vens over de lichte muziek behelst. In de
duizenden en duizenden dossiers bevin
den zich gegevens over zangers, zange
ressen, groepen en een vermelding van
de hitparade-successen die ze boekten.
Daarbij staan behalve de titel van een
succesnummer ook het jaartal van ont-
kelijk: 'Nou ja, er ligt een hoop werk
ginds en daar word je vanzelf naar toe
getrokken.' De uitspraak vraagt om na
dere toelichting en dus wordt snel een
andere plaats van handeling voor het ge
sprek opgezocht: een bescheiden kan
toorruimte waar op tafels een hele rij
bakken in slagorde staat opgesteld. Hun
inhoud bestaat uit enveloppen, envelop
pen en nog eens enveloppen: zevendui
zend in totaal als we Ton Jacobs mogen