Vrouw
met visie
Zonder haar te kennen, is het de redactie
van Raboband duidelijk dat Marian van
den Brink uit Assen een vrouw is met vi
sie. Want wat deed deze charmante
dochter van een hooggeplaatst functio
naris bij de Assense middenstandsbank?
Zij zocht - en vond - een leuke baan bij
de Assense Rabobank. In de collegiale
sfeer kreeg Marian natuurlijk het nodige
te horen over haar 'NMB-afkomst', maar
op haar beurt liet ook zij zich geenszins
onbetuigd. Marian verweerde zich dap
per tegen de onverbeterlijke plaaggees
ten en toen ze onlangs in het huwelijk
trad met Henk Huizinga, bliezen de As
sense Rabobank-collega's nog eens ex
tra in de bus. Ze kwamen hun 'bruids
schat' aanreiken, zoals te doen gebruike
lijk bij de trouwerijen van collega's. Het
cadeau in de vorm van een reusachtig
bankgiroformulier, zal insiders in het
bankbedrijf niet geheel onbekend voor
komen bij bestudering van nevenstaan
de foto. Inderdaad, hier bewees een af
gedankte haldecoratie voor de werving
van privérekeninghouders heel goede al
ternatieve diensten. Een familielid van
het gelukkige bruidje, als geheim agent
voor Raboband ook wel onder de schuil
naam L. Immerick publicerend in het
personeelsorgaan van de Rabobank
Ermelo-Harderwijk, bracht op de van
hem bekende manier als volgt verslag
uit van het gebeuren:
Het Rabobankpersoneel uit Assen
kwam een 'bruidmedewerkster' verras
sen.
Toegerust voor reclame en publikatie
gebruikte men een brok haldecoratie
om de bruidsschat per bankgiro in te
passen.
Toegeven dat al je inspanningen voor
niets zijn geweest, of toch op z'n minst
niet dat effect hadden dat je ervan ver
wachtte, is uiterst moeilijk. Het begint al
met het feit dat je eerst voor jezelf moet
toegeven dat je niet hebt bereikt wat je
hoopte te bereiken. Je moet als het ware
je enthousiasme met de lauwe reactie
van degenen die je hoopte te overreden.
(En dat betekent in veel gevallen al een
flinke dreun!) Daarna ook nog eens pu
bliekelijk bekend maken dat de belang
stelling voor je ideeën niet in overeen
stemming was met de hoog gespannen
verwachtingen, is zo mogelijk nog moei
lijker. In de praktijk zult u dat dan ook
zelden tegenkomen; hooguit door tussen
de regeltjes door te lezen, zult u iets van
de teleurstelling bespeuren, meestal
doet men er echter het zwijgen toe, in de
hoop dat de zaak doodbloedt. Ik wil toch
eens met die goede - of zo u wilt slechte
- gewoonte breken. Waarom zou ik ook
mijn teleurstelling voor me houden, de
lezer mag daar best deelgenoot van
worden.
Vereniging Personeel van Rabobanken
Postbus 336 Veenendaal
In het kader van de sociale ontwikkelin
gen binnen onze organisatie en de op
dracht die de Commissie Arbeidsverhou
dingen van de centrale kring heeft ge
kregen, is de VPR begonnen zoveel mo
gelijk informatie te verzamelen, zodat
we zo goed mogelijk op de hoogte raken
met wat er onder de ruim 16 000 perso
neelsleden bij de aangesloten banken
leeft. Op de tweede plaats willen we de
informatie waar we reeds over beschik
ken aan de personeelsleden doorgeven,
zodat ook zij zich zo goed mogelijk kun
nen oriënteren. Dat we ons daarbij niet
beperken tot de leden van de VPR ligt
voor de hand, omdat de onderwerpen
die ter discussie staan zo belangrijk zijn
en het sociaal beleid binnen onze orga
nisatie voor misschien wel meer dan 10
jaar gaan bepalen, dat we van mening
zijn dat ook de niet-leden goed geïnfor
meerd dienen te zijn en ook hun ideeën
naar voren moeten kunnen brengen.
Aangezien we in een van de 44 kringen
waarin we ons land verdeeld hebben-
analoog aan de indeling die de centrale
bank aanhoudt - betrekkelijk weinig le
den hebben en bijna geen contactperso
nen, besloot het hoofdbestuur voor de
personeelsleden in die kring een tweetal
informatie-bijeenkomsten te organise
ren. Een ingewijde zal wellicht weten
hoeveel voorbereiding zo iets kost: zalen
huren, consumpties regelen, banken
aanschrijven, personeelsleden benade
ren etc.
Nu een korte sfeerschets na afloop
van de eerste bijeenkomst
Kwart voor twaalf, dicht bij middernacht.
Koud en miezerig weer. Een verlaten
stad, hoge donkere flatgebouwen, onge
zellig natrium licht, nog een flink aantal
kilometers voor de boeg en een droge
keel van het praten. Belangstellende
aanwezigen: zes personeelsleden! Op
zo'n moment vraag je je natuurlijk wel
af: waar doe ik het allemaal voor? Is het
dat nu allemaal wel waard? En is er nu
zo weinig belangstelling voor die sociale
ontwikkelingen? Of: wat hebben we ver
keerd gedaan? Je zou haast geneigd zijn
te zeggen: we maken ons er verder maar
niet druk over en laten maar komen wat
komen moet.
Natuurlijk is zo iets maar een kortston
dige depressie. Wanneer de tweede bij
eenkomst weer een veel betere opkomst
te zien geeft, dan keert het vertrouwen
weer snel terug en kan men er weer een
tijdje tegen.
Uit dit alles moet de lezer nu niet de
conclusie trekken, dat een gefrustreerd
man van de gelegenheid gebruik maakt
om zijn frustraties kwijt te raken. Inte
gendeel, ik hoop ermee te bereiken dat
de sociale ontwikkelingen en de wensen
die daaromtrent bij de personeelsleden
van de aangesloten banken leven, niet
het alleenvertoningsrecht worden van
een klein groepje geïnteresseerden, dat
zich gaat beroepen op de vertegenwoor
diging van alle personeelsleden, omdat
de niet-geïnteresseerden geacht worden
te hebben ingestemd met het te voeren
beleid. Dat heeft er in het verleden al
eens toe geleid dat een politicus be
weerde de zwijgende meerderheid ach
ter zich te hebben, omdat die niet gepro
testeerd had tegen zijn beleid. De vraag
blijft natuurlijk of die zwijgende meer
derheid nu wel precies wist waarom het
ging en zijn zegje ook had kunnen doen.
Alhoewel duizend zelfstandige banken
een eigen zelfstandig sociaal beleid voe
ren en men dus gauw geneigd zal zijn de
aandacht in eerste instantie te richten
op dat plaatselijke beleid, zal men zich
toch dienen te realiseren dat juist de so
ciale ontwikkelingen steeds meer gecen
traliseerd gestuurd worden en van daar
uit zullen leiden tot adviezen aan de
plaatselijke banken (een meer uniform
beleid). Dit alles dan nog afgezien van
het feit, dat het deelnemen van onze
organisatie aan een CAO de adviezen zal
doen veranderen in richtlijnen (afspra
ken) waarvan niet meer kan worden af
geweken.
Tegen die achtergrond is er uiteraard
alles voor te zeggen om de blik niet lan
ger te beperken tot de eigen besloten
gemeenschap, maar gezamenlijk te wer
ken aan de ontwikkelingen met betrek
king tot het sociaal beleid.
Hans Koet, vice-voorzitter VPR