Spektakel met
Briels in
Halfweg
Coevordens
verleden
sa
19
Het personeel van de Rabobank
te Halfweg staat voor een kracht
proef. Na ruim een jaar lang min
stens een avond per week fana
tiek te hebben gerepeteerd, zet
ten vijftien personeelsleden begin
maart als acteurs kracht bij aan
de viering van het 75-jarig be-
staansfeest van de bank. Na een
generale repetitie op 3 maart a.s.,
beleeft Halfweg op 6 maart de
première van het blijspel De Revi
sor. Drie dagen na deze speciale
voorstelling voor de bejaarden
vindt dan de eigenlijke feestuit-
voering plaats voor collega's en
een uitgebreide schare genodig
den. De festiviteiten in Halfweg
worden op 12 maart besloten met
het officiële startsein voor de
nieuwbouw van de bank. Aan de
Dennenlaan, tegenover het bank
gebouw van de ABN gaat dan een
eerste heipgal de grond in voor de
nieuwe hoofdzetel van de bank
Halfweg.
Het door Nikolaj Gogol geschre
ven blijspel speelt zich af in een
Russisch dorpje dat zo rot is als
een mispel. De corruptie in de
hoogste lagen van de bevolking
tiert er welig. De ramp is niet te
overzien wanneer binnen de ver
stikkende sfeer van deze dorpsge
meenschap het gerucht de kop
opsteekt dat de mistoestanden
aanleiding tot een diepgaand on
derzoek zullen vormen. Er ont
staat dan een ware angstpsycho
se onder de bewoners, want de
aangekondigde inspecteur-gene
raal zal zijn werk incognito ver
richten. Als in het plaatselijke lo
gement iemand zijn opwachting
maakt van wie wordt aangeno
men dat hij met het gevreesde
onderzoek belast is, gebeuren er
merkwaardige dingen. Hun aantal
is ruimschoots voldoende om het
publiek volop te amuseren tot
voorde 'inspecteur-generaal' het
uur der waarheid aanbreekt. Voor
de uitvoering in Halfweg is De
Revisor helemaal opnieuw ge-
ensceneerd door niemand minder
dan Carel Briels, de man die in het
verleden als regisseur en organi
sator van menige massamanifes
tatie opzien baarde en/of ophef
veroorzaakte. Het besluit in te
gaan op het verzoek te assisteren
bij het instuderen van een toneel
stuk, motiveert hij als volgt: 'Er
werd mij hier met grote beschei
denheid iets gevraagd door men
sen die nog nooit op de planken
hadden gestaan. De ambitie er
iets geweldigs van te maken, dat
is me gedurende de repetities wel
duidelijk geworden, bleek heel
nadrukkelijk aanwezig en dat was
voor mij voldoende om de hel
pende hand te reiken.'
In een volgende uitgave komt
Raboband nog op het spektakel
stuk van Halfweg terug met o.m.
impressies van het repetitiege-
beuren.
de toekomst zonder
Bouwen aan de toekomst zonder daarbij
het verleden tekort te doen. Waarschijn
lijk heeft het bestuur bij de Rabobank
Dalen-Coevorden aldus in grote lijnen
geredeneerd toen men besloot de ope
ning van het nieuwe bankgebouw te be
nutten voor het realiseren van een docu
ment dat de historie van de plaats uit
voerig onder de aandacht brengt van het
hedendaagse publiek. Het gaat om een
boek van circa vierhonderd pagina's, in
een tijdsbestek van enkele jaren vervaar
digd door het Coevordense schoolhoofd
Minderhoud. Financieel had de uitgave
van het lijvige 'Stadt en heerlickheyt'
heel wat voeten in de aarde, maar de be
kostiging ervan werd in belangrijke mate
vergemakkelijkt toen de feestende
Rabobank besloot zich garant te stellen
voor de afname van de eerste driedui
zend exemplaren.
Het betekende dat belangstellenden uit
Coevorden en ver daar buiten een totaal
nieuwe bron van uitvoerige en verras
sende informatie kunnen raadplegen.
Onbekende facetten kent Coevordens
verleden in ruime mate. De stof ligt zo
gezegd voor het opscheppen: waar in
vroeger eeuwen het wapengekletter niet
van de lucht was, vindt de ware liefheb
ber een stuk krijgsgeschiedenis om van
te watertanden. Maar de historieschrij
ver Minderhoud stelde zich niet tevreden
met het in eigen woorden herhalen van
overbekende gegevens. Hij ging even
eens op zoek naar belangwekkend ma
teriaal in een jonger verleden en dat re
sulteerde in menig historisch juweeltje.
Aan de hand van raadsverslagen uit de
archieven op het gemeentehuis lukte het
hem een gedetailleerd beeld samen te
stellen van wat de plaatselijke bevolking
vroeger bezig hield. Zo komen we aan de
weet dat begin deze eeuw in de Coevor
dense gemeenteraad al een vurig plei
dooi werd gehouden voor het verbannen
van stoomfiets en rijwiel uit de binnen
stad. Heel aandachtig worden zo de ont
wikkelingen geschilderd van een stad
die door haar vestingskarakter specifieke
eigenschappen kende en waar de solda
terij vaak het eerste en het laatste woord
had. Wat daarbij opvalt is dat de schrij
ver het welvaren van de stad belicht,
zonder de blunders en misstappen met
wollig taalgebruik te verdoezelen.