Hulp uit eigen portemonnee
'Hartelijk gefeliciteerd met jullie dochtertje Rabolientje.'
Thea, Ria, Ditje, Judy, Leontien, Mary, Adri, Kees, Wim,
Paul, Jaap en Arie weten nog steeds niet met zekerheid
aan wie ze de felicitatiekaart met het spontane op
schrift te danken hebben. Maar wel moeten de vaders
en moeders - het voltallige personeel bij de Rabobank
Rockanje - toegeven dat de gelukwens tekenend is
voor een situatie die ontstond na de toewijzing van
een pleegkind.
Op een publikatiebord in de bankhal
krijgt heel Rockanje onmiddellijk de
schriftelijke bevestiging van dat feit on
der ogen, compleet met de toelichting
'Wij noemen haar Rabolientje'. Vanaf
dat moment ook rijzen aan de balie her
haaldelijk vragen in de trant van 'Wie is
nou eigenlijk die Rabolientje?' En dank
baar wordt bij elke vraag opnieuw weer
de gelegenheid aangegrepen om tekst
en uitleg te geven. Over het feit dat
Rabolientje in werkelijkheid Guiorata Za-
bre heet, een negermeisje uit Opper Vol
ta waarvan niet eens de exacte geboor
tedatum bekend is. Over het feit dat het
gezamenlijke personeel van de Rabo
bank haar miserabele bestaan helpt ver
beteren door de maandelijkse betaling
van 45 gulden. Over de activiteiten van
het Foster Parents Plan, een stichting die
het welvarende deel van de wereldbe
volking wil bewegen tot financiële hulp
in gebieden waar het broodnodig is
Zo maakt een groepje collega's werk van
hun betrokkenheid bij en hun sympathie
voor het Nederlandse filiaal van de
Stichting Foster Parents Plan. Foldertjes
die een uiteenzetting geven over doel
stellingen en resultaten van de stichting
liggen in Rockanje naast vouwblaadjes
met een meer commercieel getinte in
houd binnen handbereik van de klant.
Trouwens, het voorbeeld van Rockanje
staat niet alleen. Steekproeven wijzen
uit dat verspreid door het hele land talrij
ke personeelsverenigingen of groepjes
personeelsleden van Rabobanken daad
werkelijk optreden als pleegouders voor
kinderen uit ontwikkelingslanden. Wie
zou de pretentie kunnen hebben volledig
te zijn? Wat doet het er ook toe? Onge
noemd blijven vermindert het enthousi
asme vast niet. Hier volgt lukraak een
greep uit de lange reeks van namen: De
bank Kampen doet mee, de bank Hou
ten, de bank Voorschoten. Middelharnis
is van de partij: een groep van 22 perso-
T O neelsleden bij de bank Sloten-Badhoe-
vedorp bleef niet achter; zij nam 5 pleeg
kinderen voor haar rekening. In Aalten
gebeurt iets dergelijks: hier gaat het om
4 kinderen. Haarlem tekent voor hetzelf
de aantal.
Nadat bij laatstgenoemde bank de per
soneelsleden besloten tot adoptie van
twee kinderen, wilde de bankleiding niet
achterblijven. Zodat Haarlem nu in totaal
vier pleegkinderen voor zijn rekening
neemt. Bij de bank Houten heeft de
vraag 'Meedoen of niet' de gemoederen
geruime tijd bezig gehouden. Sommigen
hadden geen al te hoge hoed op van
allerhande inzamelingsacties voor ont
wikkelingslanden. Woordvoerder J. Ho-
vius: 'Zeker in het begin was een enke
ling wel tegen. Hoe vaak hoor je niet dat
het geld van acties voor allerlei andere
doeleinden wordt bestemd. Nu is ieder
een er wel van overtuigd dat het beheer
van de centen bij Foster Parents Plan in
goede handen is. Op de voorlichting valt
niets aan te merken. Je krijgt een uiteen
zetting over het land waar de hulp gebo
den wordt, je weet welk kind recht
streeks financieel van je afhankelijk
wordt en hoe de gezinssituatie is. Zo
gaat zo'n kind iets voor je betekenen, ze
ker wanneer zoals in ons geval de maan
delijkse bijdrage ook werkelijk komt uit
de portemonnee van de mensen zelf.
Wat wij storten voor dat 10-jarig meisje
op de Filipijnen is meer dan wat haar
beide ouders daar met hard ploeteren
verdienen in die tijd. Het is eigenlijk vol
komen absurd wanneer je erover na
denkt, maar als die mensen er nou in zo
verre mee gered zijn dat ze zich staande
kunnen houden
Bij de personeelsvereniging van de
Rabobank Voorschoten heeft men het
plan opgevat dat bij toerbeurt elk van de
50(personeelsleden een brief gaat stu
ren naar het toegewezen pleegkind.
Toen bij de aanmelding de vraag aan de
orde kwam of men een voorkeur had
voor kinderen uit een bepaald land of
een bepaalde leeftijdsgroep is daar zeer
bewust ontkennend op geantwoord. Bert
Westra: 'Als je daaraan begint met een
grote groep bereik je nooit eenstemmig
heid. Wat doet het er ook toe? De be
reidheid tot helpen, daar gaat het om.
Het is van geen enkel belang of daar dan
een jongen mee gebaat is of een meisje.
Ook het land van herkomst doet niet ter
zake.' Soortgelijke geluiden komen uit
Middelharnis.
Vanuit de plaatselijke Rabobank bestaat
geruime tijd alweer een regelmatige
briefwisseling met het Haitiaanse meisje
Janick Balan. Mevrouw Groenendijk fun
geert als contactpersoon namens de
bank. Zij: 'De briefwisseling verloopt in
het Engels ofschoon het Frans de lands
taal is op Haiti. Afschriften van iedere
brief liggen op tafel in de kantine. Daar is
wel belangstelling voor. Maar ik kan nou
niet zeggen dat het land en de bevolking
meer voor ons zijn gaan leven sinds we
meedoen aan het Foster Parents Plan.
De briefwisseling blijft vrij oppervlakkig.
Je probeert je natuurlijk af te vragen
waar de interesse van zo'n kind naar uit
gaat. Maar de inhoud van de briefjes die
je terug krijgt is over het algemeen wei
nig zeggend. Nogal oppervlakkig ja, geen
reacties op dingen die ik aankaart. Een
voor ons gevoel overdreven dankbaar
heid, dat wel ja. Maar misschien zijn zul
ke kinderlijke briefjes al heel wat, en
mag je inderdaad niet teveel verwachten
van zo'n briefwisseling.'