schaligheid is daar ondanks alle compromis
sen doelbewust naar gestreefd door zijn
scheppers, een architectonische drieëenheid
waarvan overigens een man naderhand be
sloot over te gaan tot de bouw van violen.
Tweehonderd bedrijven dingen via Hoog Ca-
tharijne naar de gunsten van koning klant; er
is een wachtlijst van tientallen zaken die
eveneens belangstelling tonen voor vestiging
in het dynamische winkelhart. Het wekt de
indruk van hoopgevende resultaten. Ze zul
len er zijn, ongetwijfeld. Daar staat tegen
over dat Hoog Catharijne ook al op een vijf
tigtal winkelsluitingen terug kan zien. Binnen
een jaar moesten soms de deuren alweer
dicht. Deze groep kon het niet bolwerken.
Want kolossaal als de bouwmassa's zijn ook
de huurprijzen hier. De argeloze dagjesmens
loopt er wat verloren rond. Hoe gemakkelijk
raakt hij het spoor bijster in dit labyrint der
luxe. Een uitweg zoeken als het kan, een
vluchtweg desnoods. Borden vertellen het
hem niet duidelijk genoeg. Smalle gangetjes,
sinistere trappetjes. Ze leiden naar plaatsen
waar honderden auto's staan opgeborgen,
onzichtbaar vanaf de straat. Stank. Vervui
ling.
Het begin van de verloedering? De dolende
dagjesmens deinst geschrokken terug. Hoe
kom ik hier vandaan, meneer? In de hulpelo
ze ogen blinkt een afgrijselijke angst. De vas
te klant glimlacht kalmerend, stelt gerust. Hij
zal dit keer maar niet vertellen dat zich boven
het winkelgedeelte nog een heel ander Hoog
Catharijne verheft. Gewoond wordt er en ge
werkt. Volgens schattingen verdienen 10 000
mensen in de totaliteit van deze bouwmassa
hun kost. Werkers op de bovenste verdiepin
gen kijken naar platforms omlaag waarop elk
ogenblik een eerste ruimtevaartuig zou kun
nen landen. In het Gildenkwartier, de jongste
aanwinst van Hoog Catharijne, heeft de Cen
trale Rabobank massaal haar intrek geno
men. Kleurbanden langs de muren bieden
uitkomst waar de menselijke oriëntatiever
mogens dreigen te falen. Alleen op bepaalde
verdiepingen staan de diverse kantoortorens
met elkaar in verbinding. Ook hier treft ver
bijstering de bezoeker zodra hij ervaart welk
een onvermoede wereld er schuil gaat achter
wat onopvallende glazen deuren.
Maar dit alleen kan onmogelijk toch Utrecht
zijn. Het heden bouwt doelbewust aan later,
dat is geen praat voor zulk een stad. In ach
terstraten, voorbij de huizen van voorname
komaf, daar toont deze plaats inderdaad haar
tweede gezicht. Langs groezelig water, klinkt
gemopper en gemor met nu en dan een
scheut genegenheid. Precies een jochie dat
niet kan buiten z'n vader, ofschoon deze, een
regelrechte huistiran, er veelvuldig op los
slaat wanneer hij weer eens teveel gezopen
heeft.
Stad van verborgen bederf is Utrecht wel ge
noemd. Een stad met weinig uitzicht en voor
uitzicht is er ook wel gezegd; oud en ge
schonden, beschimmeld en schurftig. Er gaat
in journalistieke kring een verhaal dat een
landelijke krant er bij voorkeur onuitstaanba
re mispunten detacheerde voor de nieuws
garing. Men kon Utrecht niet luchten of zien.
Overal zal een kern van waarheid in schuilen,
vast wel. Toch is er meer. In grillige straten
en stegen vol onverwachte hoeken hebben
de schimmen van het verleden zich met suc
ces weten te handhaven. Hier rondlumme-
len, op een stil en herfstig uur, weggedoken
in de kraag van een jas, handen in de zakken,
brengt precies de kille huiver teweeg die
hoort bij deze vale asgrauwe huizenwanden.
Hoeveel plannen met niks om het lijf zijn er
achter die rokerige gordijntjes in het geniep
uitgebroed? Hier en daar hebben huizen het
water in de gracht schaamteloos hun onge
wassen rug toegekeerd. Past een complex
als Hoog Catharijne, een produkt van kille
berekening in dit alles? Een doolhof is het
van een heel andere hoedanigheid. Oud
Utrecht stelt het zonder geüniformeerd be
wakingskorps, zonder loerende televisieca
mera's en luidsprekers die elk ogenblik het
winkelende publiek de stuipen op het lijf
kunnen jagen. Het echte Utrecht is een stad
voor slenteraars die zich graag af laten lei
den; in menige geheime steeg of slop huist
het vermoeden van avontuur. Kom er op een
mistige dag en de sfeer is compleet. Een
beetje vochtig, klam en naargeestig. Dam
pige grachten, dat is Utrecht op zijn best. Een
mengeling van voornaamheid en verwaarlo
zing. 'Net een versleten brokaten mantel'
meent de tekenaar William Kuik, terend op
de nog aanwezige sfeer. Aan zaken waar
over een geëngageerde vechtjas zich opwin
den zou, gaat hij met afgewend gelaat voor
bij. Waarom er tijd aan verknoeien, als ook
met speldengeld en aardigheid heus nog wel
wat te bereiken valt af en toe?
Terwijl zo de een het hebben moet van spel
dengeld en aardigheid, heersen elders de
wetten der grote getallen. Daar is de
Utrechtse veemarkt met de vermaarde paar
dendagen in september een sprekend voor
beeld van, maar meer nog de Koninklijke
Jaarbeurs. Uit 1918 dateert een eerste per
manent gebouw. Medestichter Graadt van
Roggen hield er een straatnaam aan over.
Het ratjetoe van aangevoerde produkten
ging gepaard met een bont publiek. De beurs
trok in voor- en najaar muzikanten, boeien-
koningen en bedelaars. Geen betere gele
genheid tot vermaak dan zo'n beurs. Tiental
len dames van plezier verlegden tijdelijk hun
arbeidsveld van Amsterdam naar Utrecht.
Steeds grotere verfijningen in de handel heb
ben ertoe geleid dat het repertoire van de
jaarbeurs tegenwoordig een vijftigtal beur
zen omvat. Daarnaast kwamen er 40 zalen
met als grootste een congresruimte voor
ruim 1100 personen. Gedurende de 10
maanden van het jaarlijkse vergaderseizoen
trekt de jaarbeurs 800 000 vergaderaars. Te
genwoordig zijn er publieksbeurzen waarbij
men in 5 dagen 120 000 bezoekers telt. Daar
steekt cfe zoetwarenbeurs met amper 900
bezoekers op het eerste gezicht heel pover
bij af. Maar toch verkopen fabrikanten hier
aan de groothandel hun produkten voor een
heel jaar De jaarbeurs zelf zet jaarlijks 55
miljoen gulden om. Behalve 54 000 m2 over
dekte expositieruimte staat exposanten des
gewenst nog een buitenterrein van
40 000 m2 ter beschikking. En passant is de
jaarbeurs daarbij nog eens het grootste hore
cabedrijf van Nederland. De capaciteit is zo
danig dat men er desgewenst 3000 warme
maaltijden per uur serveert. Aan voorberei
dingen vergt elke beurs meer dan de bezoe
ker in zijn stoutste dromen zou vermoeden.
Er zijn beurzen die geweldige extra voorzie
ningen vergen op elektriciteitsgebied. De
V
SMEESTROrr
KwA^uhalnipjwi
BITTERBALLEN
IL WORST