1
Waar blijft het lintje
voor huisvrouwen?
'Een voornaam van niks, dat is toch zo?
De stieren die in mijn jeugd rondliepen
in het Kamperbroek droegen de naam
ook allemaal.' De heer Jan van de Stou-
we meet het effect van zijn woorden.
Het begeleidende lachje klinkt spottend.
Met een 'Nee, de auto rijdt mij' handelt
hij naderhand de vraag af of hij nog auto
rijdt. Dergelijke grappen karakteriseren
de persoon Van de Stouwe. Hij is er in
zijn omgeving tegelijk bemind om en ge
vreesd. Ernst en humor, hij haalt ze be
hendig en met plezier door elkaar. Voort
durende waakzaamheid is geboden; een
uitgestreken gezicht zegt niets bij hem.
Menigmaal dient het ter camouflage van
weer een verborgen grap. Neem zo'n op
merking betreffende deelname aan het
wegverkeer. De zaak wordt met een
kwinkslag afgedaan alsof er niets bijzon
ders aan de hand zou zijn. Dat gebeurt
ten onrechte. De man die nog regelma
tig over het vaderlandse wegennet
snort, marcheerde alweer geruime tijd
geleden zijn 82e levensjaar in. Pas op
68-jarige leeftijd nam de persoon in
kwestie voor het eerst in zijn leven enige
initiatieven ter verwerving van het rijbe
wijs. Het commentaar van iedereen die
het nieuws hoorde, was eensluidend;
'Waar begin je nog aan
Een laatbloeier misschien? Het woord
langbloeier zou misschien toepasselijker
zijn, want de heer Van de Stouwe stond
de afgelopen maanden om heel bijzon
dere redenen in de publiciteit. Hij nam,
81 jaar oud, deze herfst na een dienst
verband van 25 jaar afscheid bij de Ra
bobank in Ede, en daarmee besloot hij in
feite een loopbaan die zich uitstrekte
over 65 jaar. Het is een heel feest ge
worden. Bloemen, cadeaus, toespraken,
hartelijke woorden van al degenen met
wie hij op de bank te maken heeft ge
had. Als de heer Van de Stouwe enkele
dagen nadien alweer zijn opwachting
maakt bij de bank om in de bestuurska
mer op zijn niet alledaagse loopbaan te
rug te blikken, worden er links en rechts
heel wat handen ter begroeting gehe
ven: 'Ha, die meneer Van de Stouwe. Nu
aUn/ppr hipr? HpirmA/pp cni-nc?'
Machtig
Het gesprek is goed en wel begonnen
als directeur Roels en onderdirecteur
Wijnsma komen aandragen met het al
bum waarin de fotoreportage van de af
scheidsbijeenkomst staat. Alles passeert
weer de revue; geen detail ontsnapt aan
de aandacht. De heer Van de Stouwe
krijgt het opnieuw haast te machtig
wanneer hij het moment in beeld ziet
gebracht waarop de Edese loco-burge
meester Alberts op de proppen kwam
met de zilveren medaille, verbonden aan
de Orde van Oranje Nassau. Het blauwe
doosje van de Kanselarij der Nederland
se Orden met daarin de koninklijke blijk
van waardering wordt uit de jaszak ge
haald. De toegekende onderscheiding
weigeren, dat ging Van de Stouwe net
iets te ver, maar zijn visie op de criteria
die worden aangelegd bij de toekenning
van eremetaal getuigt wel van oorspron
kelijkheid: 'Als je een bepaald aantal ja
ren een functie hebt uitgeoefend, dan
maak je kans op zo'n lintje. Wat doet dat
er nou toe? Ik heb het geluk van een
sterke familie te zijn. Mijn vader haalde
de leeftijd van 84 jaar en mijn moeder
stierf op 93-jarige leeftijd. Allebei tame
lijk sterk dus. Je moet gewoon geluk
hebben, dan haal je die leeftijd. Een ver
dienste is dat dus zeker niet, en daarom
hoeft er ook geen lintje tegenover te
staan. Laat ze onderscheidingen maar
reserveren voor mensen die een men
senleven hebben gered of die andere
heldendaden op hun naam schrijven.
Het zijn krasse uitlatingen, maar de
woorden klinken oprecht. Ze worden ge
sproken door iemand die meent wat hij
zegt. De nadere toelichting die Van de
Stouwe er nog spontaan bij geeft moet
Rooie Vrouwen en aanhang(st)ers van
andere feministische groeperingen als
muziek in de oren klinken. 'Ik mocht lij
den dat in het onderscheidingenbeleid
het vrouwelijk geslacht veel meer aan
dacht kreeg. Het is niks gedaan als de
vrouw geen hart heeft voor het werk van
de man. Wanneer je je als man niet door
dik en dun gesteund weet aan het thuis
front dan krijg je daar ongenoegen mee.
Dan haal je de eindstreep niet. Maar
wanneer hoor je nou eens dat een vrouw
voor een lintje in aanmerking komt? Je
moet een openbare functie bekleed heb
ben, dus de huisvrouw kan het wel ver
geten. Ze zal nooit voorgedragen wor
den, ofschoon ze dagelijks van de vroege
morgen tot de late avond in de weer is.
Wie zou het initiatief moeten nemen?
Een buurvrouw misschien? Die laat het
wel achterwege. Te jaloers, verwacht ik.
En als een man het in zijn hoofd zou ha
len een onderscheiding aan te vragen
voor zijn echtgenote, dan zou men hem
vast voor gek verslijten.'
Een rekstok
Het feit dat hem een zilveren medaille
was toebedeeld, verraste de heer Van de
Stouwe compleet. Namens de gemeente
werd tijdens de afscheidsbijeenkomst
aanvankelijk een boekwerk aangeboden,
het gebruikelijke geschenk voor mensen
die 'van hun leven een rekstok hebben
gemaakt.' De waarnemend burgemees
ter van Ede vatte de draad van zijn huldi-
gingsbetoog na de aanbieding echter